Theodorus Schrevelius, Petrus
Scriverius en Frans Hals
MlCHIEL ROSCAM ASHING
Opmerkingen bij enkele nieuwe Hals-documenten
Inleiding
Met de tentoonstelling 'Frans Hals. Oog in oog met Rembrandt, Rubens
en Titiaan' vierde het Frans Hals Museum in 2013 zijn honderdjarig be
staan. Het was de eerste grote aan Frans Hals (ca. 1582-1666) gewijde ten
toonstelling sinds 1990. Teylers Museum liet in hetzelfde jaar vooral werk
uit eigen collectie zien in 'Hulde aan Hals'. Op deze laatste tentoonstel
ling werd op mijn voorstel speciaal aandacht besteed aan de geleerden
Theodorus Schrevelius (1572-1649) en Petrus Scriverius (1576-1660), die in
1617 en 1626 door Frans Hals zijn geportretteerd, en die naar dat portret
door respectievelijk Jacob Matham (1571-1631) en Jan van de Velde (i593~
1641) een gravure lieten maken. In deze bijdrage worden nieuwe gegevens
met betrekking tot deze portretten besproken.
Scriverius en Schrevelius, geleerde vrienden
Petrus Scriverius wordt geboren in 1576 in Haarlem, waar hij de Latijnse
school van Cornelius Schonaeus (1540-1611) bezoekt. In 1593 gaat hij stu
deren in Leiden en de rest van zijn werkzame leven blijft hij in Leiden wo
nen.1' In 1598 verschijnt van de eveneens in Haarlem geboren Theodorus
Schrevelius het gedicht Trophaeum Pelusiacum dat handelt over de legen
darische inname van Damiate in de Egyptische Nijldelta door Haarlem
mers in 1219, bij de kruistocht waaraan ook de Hollandse Graaf Willem I
deelnam. Het werk is voorzien van twee Latijnse gedichten van Scriverius.
Wanneer Scriverius in 1599 in Leiden huwt met Anna van der Aar, doch
ter van een rijke lakenkoopman, is Schrevelius een van degenen die een
gedicht maakt op het huwelijk.2' Uit de bewaard gebleven brieven van
Schrevelius aan Scriverius blijkt een vriendschappelijke relatie. Wan
neer in 1604 het Schilder-boeck verschijnt van de Haarlemse schilder en
63