De omlijsting van het gegraveerde portret wordt aan de bovenkant ge
flankeerd door Minerva en Mercurius die in de brief genoemd worden en
herkenbaar zijn aan hun attributen. Op de toegestuurde afdruk ontbreekt
nog het bijschrift. Schrevelius herinnert Scriverius aan zijn aanbod een
epigram op het portret te maken. De brief is een mooi voorbeeld van de
gebruikelijke procedure: een graveur begint met het graveren en wacht
nog met eventuele versregels. Dan maakt hij een zogeheten proefdruk
'avant la lettre'. Daarop kan met inkt door iemand anders worden aange
geven waar welke woorden nog in het koper gegraveerd moeten worden.
Een op die manier aangevulde afdruk wordt aan de graveur teruggegeven
die de prent vervolgens afmaakt.
Jacobus Matham,
Portret van Theo
doras Schrevelius,
naar Hals, 1618.
Gravure,
26,1 x 15,9 cm.
(Noord-Hollands
Archief, Haarlem)
IX-XVIU
(Jum tot dura-vcujajrenavcrtt ora. luvcnta,
Vin lus cloguir Palladijsqiic minis
Diqtius eratZMliuhanut cue Schrwcltus are,
jDiqnus. etnac curajiramiaJerrt'sua
(JVt sïfortz eetcis oUiterct: mv'ide^notnrm-
ID'usimuIetju3^jiesset imago lojiu p Smi,fruu -
66 HAERLEM JAARBOEK 2013