portret zien, geschilderd met een levendige expressie door de Haarlemse
schilder Hals op een klein paneel'.13'
Hals portretteerde ook Schrevelius' vrouw Maria van Teylingen
Schrevelius keert op enig moment terug naar Haarlem en overlijdt daar
in 1649. Enkele jaren later, in 1657, is het Hals-portretje in bezit van zijn
dochter Eva (1610-1665) die in Leiden woont. Ter gelegenheid van haar hu
welijk in 1657 met de in Den Bosch wonende Cornelis Verheijen (overle
den ca. 1682) wordt een inventaris opgemaakt. Deze akte bevat een tot nu
toe onbekende vermelding van het portret. Eva brengt schilderijen in van
De Grebber (mogelijk het nog bestaande familieportret uit 1625)14', van
Cornelis van Haarlem15' en ook: 'Vader en moeders konterefeysel van Hals
gedaan'.16' Uit deze laatste notitie blijkt dat Hals ook Schrevelius' echtge
note Maria van Teylingen (1570-1652) portretteerde.
Verder weten we uit een Haarlemse inventaris uit 1652 dat Bregitta
Schrevelius (geboren in 1606) uit de nalatenschap van haar ouders onder
andere 'vader en moeders conterfeytsels' had ontvangen. Helaas wordt in
déze akte hierbij geen schildersnaam vermeld.17' Ook een zoon van Eva's
en Bregitta's broer Cornelis had portretten hangen. Theodorus Schreve
lius (1643-1704) laat in 1704 namelijk 'de pourtraiten van grootvader en
groetmoeder' na.18' Schrevelius had ten minste acht kinderen en deze ge
gevens duiden erop dat meerdere van zijn kinderen de portretten van hun
ouders hadden hangen.
Een nieuw portret van Maria van Teylingen
Dat er een pendant zou hebben bestaan van Hals' portret van Schrevelius
wordt al langer vermoed op grond van twee ovale portretjes in een collec
tie in Dublin.19' Beide zijn geschilderd op paneel (14,5 x 10 cm) en onge
veer even groot als het door Hals op koper geschilderde portret (15,5 x 12
cm) in het Frans Hals Museum. Het mansportret in de Ierse collectie is
een kopie van dat in het Frans Hals Museum. De twee pendanten behoor
den tot de collectie van James A. Murnaghan (1881-1973), maar komen
niet meer voor onder de 14 oktober 1999 bij Christie's in Dublin geveilde
objecten van diens weduwe Alice Davy (1895-1999). De huidige verblijf
plaats is onbekend. Het vrouwsportret vertoont sprekende gelijkenis met
de tweede vrouw van links op het eerder genoemde familieportret dat De
Grebber in 1625 maakte van het gezin Schrevelius. De Hals-specialist Sey-
MICHIEL ROSCAM ABBING