waard is gebleven.34' Het is de enige eigentijdse koperen plaat naar werk van Hals die bekend is. In de tentoonstelling 'Hulde voor Hals' in Teylers Museum werd de plaat voor het eerst aan het publiek getoond. Zoals uit voerig in de Appendix wordt uiteengezet, zijn de koperen plaat en de 1626 gedateerde pendant-schilderijtjes tezamen onder de nazaten van Scrive- rius vererfd. Scriverius' contacten met kunstenaars In 1984 heeft de kunsthistoricus Gary Schwartz Scriverius een grote rol toegedicht als beschermheer van Rembrandt. De Rembrandt-specialist Ernst van de Wetering meent, onder verwijzing naar Schwartz, dat Scri verius over een 'exceptional love of the art of painting' moet hebben be schikt. Diens lofdicht op Van Manders Schilder-boeck wordt daarvoor als ondersteunend bewijs aangedragen.35' Schrevelius uitte, zoals we zagen, enkele malen een gunstig oordeel over Hals. Dergelijke lovende uitin gen zijn van Scriverius echter niet bekend. In de overgeleverde 164 brie ven van Scriverius zijn uitlatingen over Hals of diens werk niet terug te vinden; evenmin gaat het daarin over andere kunstenaars. Ook zijn van Scriverius geen notities bekend over schilders en hun kunstwerken, zoals Buchelius die maakte.36' Scriverius verleende gedurende een halve eeuw wel zijn medewerking aan tientallen uitgaven van prenten door het schrijven van epigrammen. Het gaat bij elkaar om prenten van ten minste dertien graveurs naar werk van negentien schilders of tekenaars.37' Recentelijk is overtuigend aan getoond dat Rembrandt daar niet toe hoorde.38' Scriverius had contacten met drukkers en uitgevers en, zoals blijkt uit de brief van Schrevelius, met graveurs en hun opdrachtgevers. Het gegeven dat Scriverius vier keer een gedicht leverde voor een portretgravure naar een schilderij van Hals, wijst dan ook niet noodzakelijkerwijs op een relatie met deze schil der, maar is vooral een bewijs van zijn contacten met drukkers en uitge vers.33' Als opdrachtgever had Scriverius uiteraard wel contact met schilders en tekenaars. Jacob van Campen (1596-1657) moet in opdracht van Scri verius het (fictieve) portret van Laurens Janszoon Coster geschilderd hebben dat werd bevestigd op de gevel van het Coster-huis aan de Grote Markt in Haarlem. Jan van de Velde maakte er een gravure naar met daar onder een epigram van Scriverius. Zo werd de eer van Haarlem als stad waar de boekdrukkunst was uitgevonden hooggehouden.40' Soms kan MICHIEL ROSCAM ABBXNG

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2013 | | pagina 79