miliekring. Hieronder wordt de herkomstgeschiedenis gedocumenteerd.
Overigens steunt die geschiedenis op geen enkele wijze de opvatting van
de Duitse kunsthistoricus Claus Grimm. Hij opperde, voor het eerst in
1971, dat de Hals-pendanten in het Metropolitan Museum of Art (en ove
rigens ook het portret van Schrevelius uit 1617) eigentijdse kopieën zijn
naar verder onbekende originelen.43'
De Hals-pendanten in bezit van Scriverius
Zeker is dat Frans Hals het echtpaar-Scriverius in 1626 portretteert, om
dat beide portretten met 1626 gedateerd zijn. Aangenomen mag worden
dat de originelen in Scriverius' bezit zijn gebleven. Scriverius overlijdt in
Oudewater op 30 april 1660. Er is nooit een inventaris van zijn nagelaten
boedel boven water gekomen. Op 18 maart 1661 wordt het nagelaten be
zit verdeeld onder zijn twee zonen volgens een akte die opgemaakt wordt
door de Amsterdamse notaris Cornelis Touw. De akte zelf is niet bewaard
gebleven, maar het bestaan ervan is bekend dankzij een uittreksel dat
notaris Maas uit Oudewater op 21 april november 1714 maakt. Uit dat uit
treksel blijkt dat er huizen en landerijen verdeeld zijn tussen beide zonen,
Willem en Hendrick.44' Of toen ook mobilia als schilderijen verdeeld zijn,
valt niet vast te stellen.
Schilderijen in bezit van Willem Schrijver
(en een nieuwe Hals-vermelding)
Scriverius' zoon Willem overlijdt op 17 oktober 1661 in Amsterdam en de
inventaris van zijn huis op de Herengracht wordt op 26 oktober opge
maakt door notaris Westfrisius.45' De schilder van wie Willem de meeste
schilderijen had hangen is Frans Hals. In de voorkamer worden door Hals
geschilderde portretten van de familie Soop aangetroffen: 'Een Conter-
fijtsel van den ouden Captein [Jan Sr.] Soop door hals gedaen'; 'Een dito
vande Jonge Jan Soop, door deselve gedaen'; 'Een dito van flooris Soop',
'Een dito van Pieter Soop door deselve gedaen', 'Noch een kleyn dito vande
Jonge Jan Soop'. De portretten betreffen Scriverius' broer Jan Soop (1578-
1638), die de achternaam van hun beider moeder had aangenomen, en
van diens zonen Jan (1602-1655), Floris (1604-1657) en Pieter (1609-1646).4S'
De serie, die als verloren beschouwd moet worden, was afkomstig uit de
nalatenschap van Floris Soop, de langstlevende en kinderloos overleden
zoon van Jan. In de inventaris van de inboedel van Floris Soop, die dateert
HAERLEM JAARBOEK 2013