Met dank aan dr. P. Tuynman, die onder meer de brief van Schrevelius vertaalde, en Yvonne Blyerveld en Herman Colenbrander voor hun com mentaar op eerdere versies van het artikel. Noten S. Ampzing, Beschryvinge ende lof der stad Haerlem in Holland, Haarlem 1628, p. 107; 'Het leven van Petrus Scriverius', voor in: P. Scriverius, Gedichten van Petrus Scriverius benevens eene uytvoerige beschryving van het leeven des dichters, ed. S. Doekes, Amsterdam 1738, p. 5 en 8. Th. Schrevelius, Epithalamium domino Petro Scriverio ab Yverendeel et dominae Annae Volumniae ab Ara, Leiden 1599. Volumnia, vrijgelatene van Publius Volumnius Eutrapelos, was onder de naam Lycoris de geliefde van de dichter Cornelius Gallus. Noord-Hollands Archief (nha), collectie unica, hs. 44/000728 M (een ongedateerde brief van vóór 5 j anuari 1604 en een brief van 28 februari 1604); Universiteits Bibliotheek Amsterdam (uba), hs. 20 Aci (5 januari 1604); ongedateerde brief van H. Delmanhorst aan Scriverius uit 1604 die zijn lofdicht op Van Manders boek begeleidde (hs. Universiteits Bibliotheek Leiden (ubl), BPL 748). Frans Hals Museum, inv.nr. 2003-18. uba, hs. H103. De brief is grotendeels gepubliceerd in H. van de Venne, Sol et sal vitae amicitia. Het album amicorum van Theodorus Schrevelius 1597-1602. Met een overzicht van zijn leven en werken, Amersfoort 2009, p. 266. Van de Venne legt niet de relatie met het portret. In mijn beschrijving van Hals' portret van Schrevelius in: A. Tummers (ed.) Frans Hals. Oog in oog met Rembrandt, Rubens en Titiaan, Haarlem en Rotterdam 2013, cat.nr. 42, maak ik melding van het bestaan van deze brief. De volledige tekst luidt: D. Scriveri praefata salutis dictione Sculptor Maethamius operi inchoato iampridem, summam tandem manum imposuit Minerva et Mercurio/faventibus: quippe effigiem meam vivis coloribus expressam aeri insculpsit, et simul Memoriae consecravit: Huius jtparcónmov [sic!] author mittere me tibi voluit, ut memorem monerem.Huic si accesserit epigrammatis honos, lucem sperabimuset vitam, aspirante videlicetgenij tui amica aura. Cui rei ut vigilem praestes operam rogare multis verbis non debeo; ne extorquere videaturid importunitas mea, quod sponte obtulit benignitas tua. Vale 17Jun. An. 1618./Tuus, uno verbo, T. Schrevelius. [Adreszijde:] Eersame, wijse hoochgeleerde/voorsienigeendeseer discrete/heere Petrus Scriverius/ woonende op den ouden Rijn/int Turcks hoofftTot/Leyden/De brenger is betaelt. De zinswending in het Latijn is geënt op Plautus' Captivi vs 191, door Erasmus gereleveerd als Adagium 112 memorem mones). MICHIEL ROSCAM ABBING

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2013 | | pagina 91