1.977), P- 4"45> speciaal noot 2 op p. 26. Zie hierover uitvoeriger: Roscam Abbing
en Tuynman, 'Om de eer van Haarlem' [2014]
32. Ampzing, Beschryvinge ende lof der stad Haerlem, p. 108; Brief van Scriverius
aan Arnold Buchelius, Leiden 15 december 1628. ubl, hs. bpl 246 (en een
kopie in de Bibliotheek Arnhem, MS 39e, nr. 139). Ampzings vertaling is hier
weergegeven in de spelling van 1738 uit 'Het leven van Petrus Scriverius', p. 50.
33. Ampzing, Beschryvinge ende lof der stad Haerlem, p. 108-112; Ampzings
vertalingen ook in 'Het leven van Petrus Scriverius' 1738, p. 50-53. Heinsius'
gedicht werd eerder afgedrukt in J. Meursius, Athenae Batavae, Leiden 1625,
218, en heeft betrekking op Scriverius' gegraveerde portret uit 1609 van de
hand van Willem Swanenburgh (1580-1612). Barlaeus' Latijnse gedicht is ook
afgedrukt in diens Poëmata deel 2, Amsterdam 1646,415. 'G.S.' betreft wellicht
Guilielmus Surendonck (1601-1652) die in september 1624 bijdraagt aan het
album amicorum van Scriverius (Koninklijke Bibliotheek te Den Haag, hs 133
m 5, f. i5ir). 'I. A.B.'betreft wellicht de Haarlemmer Janus Albertus Bannius (c.
1598-1644), die in 1636 een verhandeling in de vorm van een brief aan Scriverius
liet drukken en van wie uit 1641 ook een geschreven brief aan Scriverius bekend
is. Ampzing zelf tekent met zijn lijfspreuk 'Sursum Animus', hetzelfde motto
dat onder andere op de door Jonas Suyderhoef gemaakte gravure staat van
diens portret naar Frans Hals.
34. De plaat is eigendom van de Stichting Familie Van Hoogstraten, zie verder de
Appendix en de laatste noot.
35. G. Schwartz, Rembrandt, zijn leven, zijn schilderijen, Maarssen 1984, p. 25,35-
40; E. van de Wetering, 'Rembrandt's Beginnings - an Essay', in: E. van de
Wetering en B. Schnackenburg (eds.), The mystery of the young Rembrandt,
Tentoonstellingscatalogus, München 2001, p. 22-57, speciaal 29. Scriverius'
lofdicht in het Schilder-boeck is opnieuw afgedrukt in de Westerhovius-editie
van Scriverius' Latijnse gedichten, de Opera anecdotaphilologica et poëtica,
Utrecht 1737, p. 384.
36. A. Buchelius, Res Pictorae, editie G.J. Hoogewerff en J.Q van Regteren Altena,
Den Haag 1928.
37. Graveurs in alfabetische volgorde: Willem Jacobsz Delff; Hendrick Goltzius;
Cornelis Koninck; Adriaen Matham; Jacob Matham; Theodor Matham; Jan
Harmensz. Muller; Hans Rem; Christoffel van Sichem; Jonas Suyderhoef;
Willem van Swanenburgh; Jan van de Velde; Cornelis Visscher. Tekenaars of
schilders in alfabetische volgorde: David Bailly; David Baudringrien; Balthasar
Florisz. van Berckenrode; Hendrick ter Brugghen; Abraham Bloemaert; Jacob
van Campen; monogrammist C.I.W. of I.C.W; Hendrick Goltzius; Frans de
Grebber; Frans Hals; Gerard van Honthorst; Michiel van Mierevelt; Paulus
HAERLEM JAARBOEK 2013