noemde feit dat Xavery een extra bedrag kreeg uitbetaald om onder zijn
knechten te verdelen.
Een terracotta model van de gepersonifieerde Godsvrucht (circa 1738)
werd in 1981 aangekocht door het Frans Halsmuseum.59' Bij dit model
ontbreekt de linkerhand met de schaal. Daarnaast zijn er enkele bescha
digingen van de bloemen in de hoorn en het gewaad ontstaan. Het Badi-
sches Landesmuseum in Karlsruhe verwierf in 1970 een terracotta model
(ca. 1738) van de andere twee figuren die de Poëzie en de Muziek voorstel
len.60' Een opvallend detail is de vrijwel identieke maatvoering van beide
modellen, die respectievelijk 58,5 cm en 58 cm hoog zijn. Het is zeer aan
nemelijk dat beide modellen zijn vervaardigd door Jan Baptist Xavery.
Het eerste argument is dat beide modellen een sterke verwantschap ver
tonen met de gebeeldhouwde marmeren figuren onder het orgel in de
Sint Bavokerk. Het tweede argument is dat Xavery op verzoek van zijn
opdrachtgevers boetseersels heeft vervaardigd, alvorens het beeldhouw
werk in marmer uit te houwen.61' Het derde argument is dat het werk in
Karlsruhe een beeldenpaar is. Dit is in lijn met de contractuele bepaling
dat beide beelden samen uit één blok marmer moesten worden vervaar
digd. Een voor de hand liggende keuze was om ook het model van beide
beelden als één groep te boetseren.
Oorspronkelijke context
Het Haarlemse beeldhouwwerk van Jan Baptist Xavery is om verschil
lende redenen uniek. In de eerste plaats is het een van de weinige werken
van Xavery die zich nog op de oorspronkelijke plek bevindt en dus van
uit de oorspronkelijke context aanschouwd kan worden. In de tweede
plaats was het Haarlemse project in zekere zin een 'coproductie' van Jan
van Logteren en Jan Baptist Xavery. Zij waren in hun tijd toonaangevende
beeldhouwers in de Noordelijke Nederlanden. Hendrik van Limborch
heeft hen onbedoeld samengebracht.62' Ten slotte werd en wordt Xavery's
beeldengroep onder het orgel hoog gewaardeerd. Wij moeten ons wel
realiseren dat hierbij twee referentiekaders kunnen worden gehanteerd,
namelijk de waardering van het idee ('creativiteit') en de waardering van
de uitvoering ('vakmanschap'). In dat kader moeten we ons bewust zijn
van het feit dat ons hedendaagse referentiekader en de artistieke context
waarin kunstenaars tegenwoordig opereren wezenlijk verschillen van de
tijd waarin Xavery werkzaam was. Kunstenaars moesten destijds door
gaans nadrukkelijker rekening houden met de ideeën en wensen van hun
DENNIS DE KOOL