opdrachtgevers. Als gevolg daarvan konden ze zich vaak minder artistie
ke vrijheden veroorloven dan hedendaagse kunstenaars. In Xavery's tijd
had de kunst een sterker 'vraaggestuurd' karakter.
Een ander verschil is dat de hedendaagse kunst tegenwoordig vaak
wordt benaderd en gewaardeerd als een individualistische exercitie, ter
wijl bij veel achttiende eeuwse opdrachten sprake was van een collectief
en creatief samenspel tussen onder andere beeldhouwers, schilders, ar
chitecten, stucwerkers en schrijnwerkers. Kunstenaars konden eikaars
concurrenten, maar ook eikaars collega's zijn bij de uitvoering van grote
prestigieuze projecten.
Xavery's reliëf onder het orgel in de Sint Bavo is niet gebaseerd op een
eigen 'inventie' van de beeldhouwer, maar op een ontwerp van de schilder
Hendrik van Limborch. Dit is een constatering en geen waardeoordeel. In
het oeuvre van Xavery komen we ook andere werken tegen die zijn geba
seerd op ontwerpen van andere kunstenaars, bijvoorbeeld een grafmo
nument in Heusden. Dit door Xavery vervaardigde grafmonument werd
ontworpen door Jacob Marot, de zoon van de reeds genoemde Daniël Ma
rot.
Er zijn ook verschillende werken van Xavery bekend die aantoonbaar
door hemzelf ontworpen en vervaardigd zijn.63' Bij beeldhouwers werd
dus structureel een beroep op hun technische kwaliteiten en vaardig
heden, maar hun artistieke vrijheden konden worden begrensd door
specifieke ideeën van opdrachtgevers, bijvoorbeeld in de vorm van aan
gereikte ontwerptekeningen. Zelfs in dat licht is de creatieve vrijheid die
beeldhouwers werd geboden lastig te bepalen. De aangereikte tekeningen
konden namelijk ruwe schetsen zijn, maar ook gedetailleerde tekeningen.
Beeldhouwers waren dus doorgaans geen passieve 'uitvoerders' van idee-
en van anderen. Het begrip uitvoering is in dat kader een misleidende
term.64' Wanneer we afgaan op ontwerptekeningen uit die tijd, dan zijn er
verschillende voorbeelden die aantonen dat beeldhouwers in de praktijk
hiervan konden afwijken. Jan van Logteren week bijvoorbeeld bij het ge
realiseerde beeldhouwwerk voor het Haarlemse orgel op details af van het
aan hem 'opgedrongen' ontwerp.66' Dit werd hem overigens niet in dank
afgenomen.
Een ander voorbeeld is het door Daniël Marot ontworpen grafmonu
ment voor Menno van Coehoorn in Wijckel, waar de uitvoerend beeld
houwer Pieter van der Plas bij de marmeren versie op meerdere punten
aanpassingen heeft aangebracht.66' Beeldhouwers moesten dus laveren
tussen de eigen ideeën en de wensen en behoeften van hun opdrachtge-
HAERLEM JAARBOEK 2014