De auteur bedankt de redactie van Jaarboek Haerlem en prof.dr. Koen Ottenheym voor hun opmerkingen tijdens de totstandkoming van deze bijdrage. Noten 1. M.D. Ozinga, 'Jan Baptist Xavery als decoratief-architectonisch ontwerper' in: H. Miedema e.a., Miscellanea. I.QvanRegterenAltena, Amsterdam 1969 (overdruk), p. 168. 2. F. Scholten, 'Het portret van Don Luis da Cunha door Jan Baptist Xavery (1737)', in: Bulletin van het Rijksmuseum, 1994, Jrg. 42, Nr. 2, p. 116. 3. D. de Kool, 'Jan Baptist Xavery (1697-1742): een veelzijdige tuinkunstenaar' in: Bulletin knob, 2011, Jaargang 110, Nummer 2, p. 59-67. 4. J.H. Plantenga, 'Een achttiende-eeuwsche schuilkerk te 's-Gravenhage' in: Oud-Holland, 1928, Jaargang 45, Nummer 1-6, p. 97-109; L. Schade van Westrum, Oud-katholieke kerken. Drie eeuwen verborgen erfgoed van een eigenzinnige geloofsgemeenschap, Zutphen 2010, p. 26-33. 5. D. de Kool, 'De zwerftocht van een ontheemde Poeldijkse preekstoel' in: Historisch Jaarboek Westland 2014, Genootschap Oud-Westland, Naaldwijk 2014, p. 71-81. 6. Voorbeelden zijn het marmeren reliëf met de voorstelling van Paulus op Malta (i735) in het Huis Bartolotti in Amsterdam en het reliëf Caritas (1740) dat wordt bewaard in het depot van Waddesdon Manor in het Verenigd Koninkrijk. Bronnen: Ozinga, 'Jan Baptist Xavery als decoratief-architectonisch ontwerper'; T. Hodgkinson, Sculpture. The James A. de Rothschild collection at Waddesdon Manor, Waddesdon Manor, Waddesdon 1970; G. Leonhardt, Het huis Bartolotti en zijn bewoners, Amsterdam 1979. 7. A. Mulder, 'Iets over de Leidsche Sint Pieterskerk, hare geschiedenis en architectuur' in: Bulletin knob, 1904, nummer2 en3, p. 54-87. 8. H.E. van Gelder e.a. (red.) Kunstgeschiedenis der Nederlanden, vin, Achttiende eeuw, Zeist/Antwerpen 1964 (vierde druk), p. 1545. 9. Martinet spreekt over 'de overfraaie beelden onder het orgel' (J.F. Martinet, Het Vereenigd Nederland, Amsterdam 1788, p. 509). Van Nidek maakt melding van 'ongemeen fraai beeldwerk' onder het orgel van de Sint Bavo. (M.B. van Nidek, Kabinet van Nederlandsche en Kleefsche oudheden, Deel 2, Amsterdam 1792, p. 112.) 10. Van der Eijnden Van der Willigen rekenen het wit-marmeren beeldwerk tot zijn voornaamste werken en spreken van een 'aanzienlijk kerksieraad'. (R. van Eijnden, A. van der Willigen, Geschiedenis der vaderlandsche schilderkunst, sedert de helft der xv 111 eeuw, Haarlem 1816 (eerste deel), p. 334.) Chambers schaart in zijn reisverslag de beeldengroep van Xavery 'among HAERLEM JAARBOEK 2014

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2014 | | pagina 130