the most beautiful objects of art I have ever seen'. (W. Chambers, A tour in Holland, the countries on the Rhine and Belgium, Edinburgh 1839, geciteerd in: H. van Nieuwkoop, Haarlemse orgelkunst van 1400 tot heden. Orgels, organisten en orgelgehruik in de Grote of St.-Bavokerk te Haarlem, Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis Utrecht 1988 (proefschrift), p. 655.) Immerzeel oordeelt dat het beeldwerk onder het orgel 'een proeve van 's mans talent' was. (J. Immerzeel, De levens en werken derHollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, Amsterdam 1974 (herdruk van de oorspronkelijke uitgave in 1855, derde deel), p. 255.) Van der Aa schreef dat men onder andere 'proeven van zijn uitstekend talent' vindt in het wit marmeren beeldwerk onder het orgel in de groote kerk te Haarlem(.(A.J. van der Aa e.a., Biographisch Woordenboek der Nederlanden, Deel 21, Haarlem 1878.) De beschrijving door Van der Aa bevat wel enkele feitelijke onjuistheden. 11. Weissman constateert dat het reliëf'ongetwijfeld een der beste voortbrengselen onzer 18de eeuwsche beeldhouwkunst is'. (A.W. Weissman, 'Oud-Haarlem' in: Bulletin knob, 1913, zesde jaargang, tweede serie, p. 117.) Janssen typeerde het beeldhouwwerk als een 'vrij koude, maar niettemin prachtige gehakte groep'. (C.F. Janssen, 'De restauratie van de kas' in: H.P. Baard e.a., Nederlandse orgelpracht, Haarlem 1961, p. 91.) Van Gelder beschouwt zijn 'knappe marmeren groep onder het orgel te Haarlem' tot zijn hoofdwerk, (van Gelder, Kunstgeschiedenis der Nederlanden p. 1545.) In dit boek is het beeldhouwwerk gedateerd op 1735 en dat is niet juist. Het contract met Xavery werd pas in 1738 getekend. In 1741 werd het beeldhouwwerk opgeleverd en goedgekeurd. Halsema-Kubes constateert dat het grote reliëf door Xavery 'buitengewoon knap in marmer is uitgevoerd. Het is een van de fraaiste werken, die we van hem kennen'. (W. Halsema-Kubes, 'Vele fraeye beeldekens'in: J.N. de Boer e.a., De Bavo te Boek, Haarlem 1985, p. 147.) 12. P.M. Fischer, Ignatius en Jan van Logteren. Beeldhouwers en stuckunstenaars, Alphen aan den Rijn 2005 (bezorgd door E. Munnig Schmidt), p. 386. 13. Een voorbeeld is het grafmonument van Menno van Coehoorn dat werd ontworpen door Daniël Marot en uitgevoerd door Pieter van der Plas. Bron: A. Reinstra, Menno baron Van Coehoorn. Een veldheer in Wijckel, Franeker 2009. 14. Van Nieuwkoop, Haarlemse orgelkunst, p. 15. 15. F. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem. Van de vroegste tijden tot op onze dagen, Haarlem 1874-1888. Gebruikt is de nieuwe uitgave Haarlem 1973, derde deel, p. 328. 16. Van Nieuwkoop, Haarlemse orgelkunst, p. 135. 17. Van Nieuwkoop, Haarlemse orgelkunst, p. 141. DENNIS DE KOOL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2014 | | pagina 131