39- Van Nieuwkoop, Haarlemse orgelkunst, p. 176. Deze tekening wordt bewaard in het Gemeentearchief van Haarlem. 40. Janssen, 'De restauratie van de kas', p. 90; Halsema-Kubes, 'Vele fraeye beeldekens', p. 146. 41. J. Knoef, 'Een Amsterdamsch beeldhouwer en een hoofdstuk uit de bouwgeschiedenis van Felix Meritis' in: Jaarboek Amstelodamum, 1942, p. 131. 42. Vier door hem te leveren marmeren kolommen voldeden niet aan de eisen en werden te laat opgeleverd. Bron: Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, P- 347- 43. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem 1973, p. 357; Baard e.a, Nederlandse orgelpracht, p. 181; Halsema-Kubes, 'Vele fraeye beeldekens', p. 146. Van Nieuwkoop Haarlemse orgelkunst, vermeldde 9 november 1738 als datum (p. 197). 44. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, p. 357. 45. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, pp. 357-358. 46. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, p. 358. 47. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, p. 355. Op blz. 361 is een bedrag van 6.500 gulden vermeld. 48. De betreffende brief tussen Willem Bentinck en zijn vrouw Charlotte Sophie van Aldenburg is gedateerd op 26 juni 1739 en afgedrukt in: Hella S. Haasse, Mevrouw Bentinck, Amsterdam 1990, p. 232. Dit boek is gebaseerd op authentieke documenten en brieven. Met dank aan Jean Laurey die mij op dit gegeven heeft geattendeerd. 49. E. Pelinck, Beschrijvende catalogus van beeldhouwwwerken en boetseersels, wandtapijten en kussens, glasramen en drinkglazen, goud en zilver, Stedelijk Museum De Lakenhal, Leiden 1951, p. 10; Van Nieuwkoop, Haarlemse orgelkunst, p. 198. 50. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, p. 342. 51. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, p. 363. 52. M.D. Ozinga, Daniel Marot. De schepper van den Hollandschen Bodewijk xiv-stijl, Amsterdam 1938, p. 199; Halsema-Kubes, 'Vele fraeye beeldekens', p. 147. 53. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, p. 371; Van Nieuwkoop, Haarlemse orgelkunst, p. 197. 54. De Godsvrucht is de liefde tot God. Bron: C. Ripa, Iconologia ofUytbeeldinghe des Verstands, Amsterdam 1644 (vertaald door Dirck Pietersz. Pers), p. 174-176. 55. De Nederlandse vertaling van deze tekst is: 'Burgemeesters, Raden en Secretaris hebben dit (orgel) doen bouwen en aan de openbare eredienst toegewijd ingevolge Raadbesluit van 14 maart 1735'. Deze vertaling is ontleend aan: Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, p. 363. 56. Dit betrof de wapenschilden van acht regerende en vroegere burgemeesters, twee pensionarissen en één stadssecretaris. DENNIS DE KOOL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2014 | | pagina 133