Omdat geen bezwaar tegen deze vergunning werd ingediend, werd zij
op 2 april 2012 onherroepelijk met als gevolg, dat de voorzetramen nog
tijdens deze bouwfase konden worden geplaatst.
Het uiteindelijke resultaat werd dat deze ramen overal zijn geplaatst
met zes millimeter gehard glas met extra bewerking aan de oppervlakte,
behalve in de grote ramen van de tamboer en bij de ramen van de paro
chiesacristie en de aansluitende gang naar de plebanie. Op de twee laatst
genoemde plekken zijn achterzetramen geplaatst, mede vanwege het feit,
dat het technisch te ingewikkeld bleek daar voorzetramen te plaatsen. In
de traptorens is het bestaande glas-in-lood in de gleuven langs de trappen
bewust niet vervangen, omdat het glas bij het uithalen onvermijdelijk ka
pot zou gaan. Daar werd volstaan met het aanbrengen van voorzetglas,
dat daar wel goed mogelijk bleek.
Saillant detail is wel, dat de ramen in de tamboer, die door de Advies
commissie Ruimtelijke Kwaliteit van zo groot belang werden geacht, de
enige niet-originele ramen zijn. Deze werden namelijk in de jaren negen
tig van de vorige eeuw vervangen door de huidige exemplaren.
Beschilderingen van het exterieur
Het onderzoek van mevrouw Bohan leverde enorm veel gegevens op. Wat
betreft het exterieur concludeerde zij:
'in deze fase 1902-1906) wordt de bekroning van de koperen koepel
verguld en zijn de toppen van de vieringtorens voorzien van ver
glaasd steengoed in de kleuren wit, geel, groen en blauwgroen. Het
verkleuren van de koperen koepel sluit nauw aan bij de blauwgroene
kleur van het steengoed, dat zonder twijfel een bewuste kleurkeuze
van de architect is geweest. In deze fase wordt een rijke polychromie
op de stenen onderdelen aangebracht. De zuidoostelijke traptoren is
geschilderd in de kleuren wit, geel, rood, blauw en meerdere tonen
groen. Interessant is, dat op de geel geschilderde stenen onderdelen
een vergulding is aangebracht om het geel meer te laten uitkomen.
De latijnse tekst op de noordgevel is voorzien van gele letters, blauwe
contouren, groene invullingen en een witte achtergrond. Dergelijke
kleurrijke topgevels zijn kenmerkend voor het oeuvre van Cuypers en
Stuyt'.
Bij het rapport leverde zij reconstructietekeningen van de afwerkingen
van de noord- en zuidgevel. Dat leidde natuurlijk tot de vraag of die re
constructie er zou moeten komen. De opdrachtgever was een groot voor-
WIM EGGENKAMP 157