thedraal alleen de kleuren van die edelstenen zijn gebruikt. Mevrouw van
Hellenberg Hubar kon bovendien aangeven, dat de architect bewust het
onvoltooide karakter van de kerk als architectonisch concept hanteerde.
Zo werden op een aantal plaatsen niet of nauwelijks bewerkte steenblok
ken aangetroffen, die bewust niet of niet verder bewerkt zijn geweest om
het nooit geheel voltooid mogen worden van een dergelijk grote kathe
drale kerk te duiden. Uiteraard werd ook nauwkeurig onderzocht, welke
kleuren de traptorens hebben gehad. Daaruit bleek, dat de kleuren, die in
de vorige fase op de traptorens bij de transepten waren aangebracht, zeer
verantwoord waren.
Interieur
Terwijl men buiten bezig was, werden aan de binnenzijde de muren en
de gewelven schoongemaakt. Alleen daardoor al kreeg de kerk ineens een
aanzienlijk mooiere uitstraling. Ook werd de discussie over de toepassing
van de blauwe voegen afgerond. Het bleek, dat de architect met de combi
natie van de gele steen en de blauwe voeg het effect van de bruidsmantel
had willen aangeven. Besloten werd om de blauwe voeg terug te brengen,
waar die gezeten heeft, dus in het gehele hoogkoor en op de wanden van
de transepten, die grenzen aan het hoogkoor. Het schoonmaken bleek
voor de architectonische uitstraling van groot belang.
In het hoogkoor bevindt zich een aantal muurschilderingen. Beslo
ten werd ook die te onderzoeken en zo nodig te restaureren. De opdracht
daartoe werd gegeven aan mevrouw Annemieke Heuft, onderzoeker en
restaurator van geschilderde oppervlakten in historische binnenruim
ten, hier in Haarlem. Zij herstelde inmiddels de schildering in olieverf
op doek van jan Oosterman uit 1908 in het boogvlak boven de noorde
lijke koortoegang, alsmede de muurschildering van Han Bijvoet, geda
teerd 1973-1975, boven de zuidelijke koortoegang. De laatste schildering
is onvoltooid gebleven, omdat de schilder in 1975 overleed. Daarnaast
restaureerde zij de schildering op papier boven de deur naar de parochie
sacristie in de gang naar de plebanie, die toegeschreven is aan Jan Loots.
Bij de schildering van Jan Oosterman bleek dat deze schildering eigenlijk
bedoeld was als basis voor het aan te brengen mozaïek op het betreffende
muurvlak.
In het interieur van de kathedraal is veel terracotta toegepast ter afwis
seling en versiering van het metselwerk. De techniek daarvoor was in de
bouwtijd nog onvoldoende ontwikkeld, zodat één op de vijf baksels werd
afgekeurd. Dat heeft er toe geleid, dat grote delen in het hoogkoor niet
HAERLEM JAARBOEK 2014