derzoek en zal 'si rechten an live ende an goede na den broken als si vin
den,...'23'
Door hiaten in de bronnen verdwijnt het pijnlijk verhoor een aantal
jaren uit beeld, maar van de ambtstermijn van Symon van Zaenden Ghe-
rytsz is een rekening van het jaar 1396 overgeleverd. Daarin worden de
kosten van arrestatie en pijniging verantwoord van maar liefst zes ver
dachten, allen uiteindelijk als misdadigers terechtgesteld.24' In 1398, in
een slechts vier weken omvattende rekening, werd Boudetgen van Hille-
gom, verdachte van diefstal van tinnen schotels gepijnigd, maar beken
nen deed hij niet.25' In zo'n geval, als er zware verdenking bestond maar
geen overtuigend bewijs of bekentenis, kon de rechtbank de beklaagde
tot een lichte straf veroordelen. Maar de schout kon ook het proces niet
laten doorgaan of afbreken en een schikking met hem treffen die hierbo
ven als 'dading' of'compositie' al is genoemd. Voor die laatste optie is hier
gekozen: vijftien pond moest hij als borg betalen.
Uit de laatste vier decennia van de vijftiende eeuw zijn weer rekenin
gen bewaard die bij elkaar zo'n dertig jaren omvatten.26' De teksten zijn
veel uitvoeriger, met namen en details over de misdrijven. De termen
'torture' en 'examinacie' worden nu gebruikt, of'in zynre pynen', en er is
soms sprake van een 'bancke' waarop de gevangene gelegd is. Wanneer
we al dergelijke verwijzingen naar het pijnlijk verhoor bij elkaar optellen,
komen we op tenminste zeventien gevallen. Drie verdachten gingen vrij
uit na afloop, de overige veertien werden allen na bekentenis - dat nemen
we maar aan - op een of andere manier ter dood gebracht.
De frequentie van het pijnbankgebruik omstreeks 1500 schijnt dus
duidelijk minder vergeleken met de periode omstreeks 1370, zeker als
we een vijftig procent groei van het bevolkingsaantal in aanmerking ne
men. Maar de dreiging die ervan uitging, mogen we niet onderschatten.
De Vlaamse rechtsgeleerde Philips Wielant, die kort na 1500 de befaamde
Instructie (of Ontwerp van instructieaan het stadsbestuur presenteerde
om de bestaande chaos van strafrechtelijke en civielrechtelijke keuren en
regels te vervangen door een helder en beknopt overzicht, wist dit goed
te verwoorden. In artikel 106, 'Van ter banc leggene', adviseert hij om een
verdachte eerst op de bank te laten plaats nemen, naakt, en dan nog eens
te vragen wat in de gerechtskamer al gevraagd is.27' Men vertrouwde op de
angst voor pijn om niet te hoeven pijnigen!
Anders dan de veertiende-eeuwse rekeningen, waarin misdrijf en straf
meestal in een of twee regels werden afgedaan, bieden de vonnissen van
het in het begin genoemde register veel meer informatie en details. Daar-
HAERLEM JAARBOEK 2014