gument: 'soot een arm knecht was' en dergelijke toevoegingen treffen we vaak aan. De meeste andere rekeningen tot 1501 missen de lange lijsten van grote en kleine boeten. Tussen de rekenkamer en sommige schou ten bestonden verschillen van mening over de registratieplicht van deze sancties.38' Dadingen en confiscaties ontbreken meestal niet.39' Straffen in maten en soorten: dood- en lijfstraffen De veertiende-eeuwse schoutsrekeningen hebben, behalve de oudste in formatie over het pijnigen van verdachten, nog een verrassing in petto aangaande de doodstraffen. Ook die zijn als uitgavenposten aan het eind van de meeste rekeningen te vinden. Het begint rustig met één 'ontlij- ving' in de rekening van Nicolaes Hedding tussen september 1365 en de cember 1366. Maar bij zijn opvolger Ghysbrecht Dullaert is het goed raak tussen 29 januari 1369 en 16 maart 1371. Er werden in de eerste ambtster mijn twee anonieme mannen en een paardendief opgehangen, een man werd verbrand aan een staak in een kuil met bossen riet, en Claes de Bas- taert en Jan Willemsz werden onthoofd. Stamer Jan uit Dordrecht was, zoals al vermeld, de dienstdoende beul.40' In de tweede termijn werden Jan Meeusz, Jan Vien, Wouter de molenaer, een zekere Aderiaen en een naam loze vrouw levend begraven. Een eveneens naamloze man werd 'verdaen' dus waarschijnlijk opgehangen. Beloning voor de beul ontbreekt in deze rekening, wel worden een aantal lieden 'die 't were deden' opgevoerd, als mede kosten voor gereedschap en bewaking.41' Het lijkt er dus op dat er geen scherprechter beschikbaar was en dat men het 'eenvoudige graaf werk' door plaatselijke landarbeiders heeft laten doen. Dit levert ons niet alleen in twee jaren tijd vier verschillende manieren van executeren op, maar ook een aantal van twaalf geëxecuteerden. De drie of vier rekeningen uit de jaren zeventig en tachtig lijken in compleet te zijn, in elk geval wat de uitgaven betreft en zijn voor dit deel van het onderzoek helaas van weinig nut. Symon van Saenden Gheriytsz heeft echter over het jaar 1396 van zijn ambtstermijn, een zeer uitvoerige rekening nagelaten.42' Daaruit is op te maken dat drie mannen wegens meervoudige diefstal, twee mannen wegens moord en één wegens zee roverij zijn opgehangen. Naam, toenaam, herkomst en details over hun misdrijven en de uitvoering van de vonnissen vullen de pagina's. Zodoen de weten we dat vier van de zes na hun dood op een rad werden gelegd om als voedsel van de vogels te dienen en te vergaan, in plaats van een chris telijke begrafenis te ontvangen. MAARTEN MÜLLER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2014 | | pagina 53