De veel vaker gebruikte procedure in strafzaken werd de 'extraordi naire' genoemd. Vooral zware delicten als moord, roof, meervoudige diefstalketterij enz. kwamen zo voor de vierschaar. De schout had hier bij de functie van een soort openbare aanklager. Hij kon verdachten laten 'apprehenderen', dagvaarden, 'examineren', enzovoort, meestal in over leg met schepenen die eventueel zelf een eigen onderzoek konden doen. Hoofddoel was een bekentenis van de verdachte te krijgen. Hierna was een hoger beroep onmogelijk. De schout eindigde de presentatie van wat hem ter kennis was gekomen met een 'criminele conlusie' of soms met een 'civiele', met bijbehorende (straf-)eis. Het afsluitende vonnis van schepenen was bijna altijd minder streng. Ten derde was er het 'sommiere proces' dat kon worden gevoerd na be trapping op heterdaad, of om een voorwaardelijke straf uit te voeren als Moord op schout Klaes van Ruyven door het Kaas en-Broodvolk op de Grote Markt in 1492. Kopergra vure van R. Vinkeles en C. Bogerts naar Jacobus Buys, 1784. (Collectie Noord-Hollands Archief) MOORD VAK KLAAS VAK RUIVEN, UOOR'T KAAS EN BROODS VOLK TE HAARLEM. III.B.Fl.IÏ. HAERLEM JAARBOEK 2014

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2014 | | pagina 58