stad geen tuinruimte hadden kunnen vinden. Het verbod was ooit uitge vaardigd om het schootsveld vanuit de stad open te houden en omdat het gevaar dreigde dat huisjes buiten de stad gebruikt zouden worden voor het ontlopen van het betalen der stedelijks accijnzen. Alle goederen die van buiten de stad Haarlem werden ingebracht waren onderworpen aan een stedelijke accijns en die waren moesten bij de stadpoorten en water ingangen worden aangegeven waarop de verschuldigde accijns werd be taald. De vroedschappen waren het over een redelijke oplossing voor dit pro bleem niet direct eens maar na enkele vergaderingen werd het bouwen van zulke tuinhuisjes toegestaan onder de nadrukkelijke voorwaarde dat die huisjes niet werden gebruikt voor neringen. Hierop moest dan wel controle worden uitgeoefend.4' In diezelfde vroedschapsvergadering kwam aan de orde dat er in Haarlem binnen de muren weinig bouwruimte meer was en werd aan de Burgemeesters opgedragen om hier een oplossing voor te vinden. Die burgemeesters rapporteerden al een week later.5' Zij vertelden dat ze de gehele stad waren doorgewandeld en de eigenaren van nog onbebouwde gronden hadden aangespoord hun terreinen te bebouwen of aan anderen te verkopen. De stad zelf moest het goede voorbeeld geven door de lege erven achter het stadhuis in de Zijlstraat met winkels of anders te bebou wen. Dit voorstel werd uitgevoerd en vanaf de stadsrekening van 1610 treffen we op die plek winkeltjes die de stad verhuurde.6' De burgemees ters zagen ook bouwmogelijkheden in o.a. de tuin en de lege erven rond om het St. Jansklooster aan de Jansstraat en wezen vooral op het gebied in het Zuidwesten van de stad waarheen sinds 1497 de ramen verplaatst waren.7' Daar was de meeste ruimte. De ramen vormden een onderdeel van de productie van de Haarlemse lakenindustrie. Als de lakens waren geweven en geverfd werden ze op lan ge rekken, ramen geheten, gehangen om in de zon en wind te drogen en op maat te worden uitgespannen. De Ramen bevonden zich aan de zuid westkant van de binnenstad. Nog maar een deel van dit terrein werd voor de ramen gebruikt. Daar bevonden zich intussen ook grote tuinderijen. De vroedschappen waren het met dit voorstel eens en burgemeesters werd opgedragen om de gronden van de ramen aan te kopen, te verkave len en als plaatsen voor woningbouw te verdelen. Buiten de stad zou een nieuw gebied voor de ramen worden bestemd. Met woningen alleen was men er trouwens niet. Er moest in de nieuwe wijk ook een kerk komen. Uit een twee jaar latere vergadering: HAERLEM JAARBOEK 2014

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2014 | | pagina 66