Verdeling van de bouwgrond Er lag intussen een plan klaar voor de aanleg van straten en de verlenging van de Raamgracht met een aanduiding van de bouwpercelen. De kaart waarop dit plan werd getekend is niet bewaard gebleven, evenmin als we de naam weten van de landmeter die hiervoor verantwoordelijk was. Dat hier een landmeter bij betrokken was blijkt wel aan de aangegeven maten van de te verkopen percelen. Van ieder perceel werd precies aangegeven hoe diep het was en hoe breed het aan de straatkant en aan de achterkant was. Dat was exact aangegeven tot op een halve voet (een voet is 31,4 cm) of duim (2,6 cm) toe. Parallel met de (verlengde) Raamgracht en de St. Annastraat ontston den zo enkele lange straten (Lakenstraat, Raamstraat, Bereidersstraat) die onderling verbonden werden door de bestaande straten (Doelstraat, Wol straat) te verlengen. De nieuwe wijk werd voor de verkoop ingedeeld in blokken gemerkt a tot en met m met daarin meestal veertien percelen, die blok voor blok werden verkocht. De breedte van de percelen was steeds omstreeks 22 voet, de diepte varieerde van 61 tot 66 voet. In de nieuwe Lakenstraat wa ren enkele huizen 34 x 40 voet; de kleinste kavels lagen aan de Bereiders straat met een oppervlak van 22 x 45 voet. In totaal kwamen er 181 kavels in de verkoop. De stad ging aan de slag met het aanleg der straten en het verlengen van de Raamgracht. De leiding daarvan zal wel in handen hebben gelegen van de stads metselaar Lieven de Key en de stads timmerman Claes Pie- tersz. Lieven kreeg in 1610 een verdubbeling van zijn honorarium van 72 naar 150 per jaar. Het salaris van de directeur en opzichter van de stadsfa- briek, de rentmeester (van de geestelijke goederen) Jacob Jansz ging tege lijkertijd omhoog van 150 naar 200.29' Hij was degene die iedere week de werklieden uitbetaalde. In zijn weekstaten komen ook iedere week de de claraties van de stads metselaar en timmerman voor.30' Die konden hoog oplopen, maar de details daarvan zijn niet bewaard gebleven. Zouden zij daarin ook werkuren hebben berekend? In 1610 gaf de stadsfabriek 33.307 uit.31' Voor dat bedrag zullen ook links: Een kaartboek van de bezittingen van het Elisabeth's Gasthuis toont tegenover de Schutterstoren het gebied waarop de stad de nieuwe ramen liet bouwen. JAAP TEMMINCK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2014 | | pagina 73