Een bijzonder bedieningsdoosje
De nieuwe aanwinst van een bedieningsdoosje uit 1648 van de Haarlemse
zilversmid Gerrit Pietersz Pauw (1605/06-Haarlem 1648) vorig jaar ver
worven door het Frans Hals Museum te Haarlem, was een goede aanlei
ding om me eens te verdiepen in het leven en het werk van deze zilver
smid.1'
Er is weinig gedocumenteerd over Gerrit Pietersz Pauw. We kennen wel
zijn meesterteken namenlijk een sleutel.2' Het vroegst bekende werk van
Gerrit Pietersz Pauw is een kelk in bezit van de Rooms-katholieke paro
chie Hl. Maria Magdalena in de Wormer uit 1633.3' De stam is typisch voor
Haarlem opgebouwd uit verschillende onderdelen bijeengehouden rond
een trekstang die in de voet en in de kelk is vastgemaakt met een klein
moertje. Vergelijkbare vormen vindt men in twee kandelaars van Outgert
Arisz Akersloot.1' In de ornamentiek is eveneens sterke verwantschap,
zoals in de ovale nodus van de stam waarin een gedreven versiering van
gevleugelde engelenkopjes, die herhaaldelijk op Haarlemse monstransen,
cibories en kandelaars terugkeert. Het drijfwerk in de gewelfde zes-lobbi
ge voet is eenvoudig en bestaat uit druppelvormen afgewisseld door ge
graveerde gestileerde bladranken. De kelk is met soortgelijke bladranken
gegraveerd.
Hetzelfde type versiering met bladranken wordt herhaald op een
ziekendoosje uit 1640 dat zich in Rooms-katholiek kerkbezit bevindt
te Alkmaar. Daar vormen ze de omlijsting van twee cartouches met een
gegraveerde voorstelling. Het doosje heeft een cilindrische vorm en een
eenvoudig gewelfd deksel. De gravure is in simpele belijning uitgevoerd
zonder verfijnde detaillering.
Het meest indrukwekkende stuk in het oeuvre van Gerrit Pietersz
Pauw is een ciborie uit 1641, die eveneens in eigendom is van de Rooms-
katholieke parochie in Alkmaar. De acht-lobbige gewelfde voet is versierd
met drijfwerk met druppelvormen en blad- en bloemenornamenten van
86
PIETER BIESBOER