NIEUW M 3. Zondag 16 April 1876. le Jaargang; Voor KATHOLIEKEN van HAARLEM en OMSTREKEN. m i BUITENLAND. Uitgever W. KÜPPERS. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. Dit bl ad verschijnt Zaterdagavond. OFFICIEEL NIEUWS. Aan het Politie Bureau Alhier is gedeponeerd: EEN GROOT VERLIES. De oorlog met Atchin die ons land reeds zoo ontzachelijk veel offers aan geld en bloed heeft gekosten waarvan het einde nog niet te voorzien is heeft onlangs we derom een groot offer van het vaderland geëischt en een waar verlies aan hetzelve toegebracht. Voor weinige weken kwam namenlijk de treurmare dat de bevelhebber te Atchin generaal-majoor Pel plotseling was over leden. Nadere bijzonderheden ontbraken als toen. Later kwamen meer volledige be richten dienaangaande en werden de om standigheden bekend, waaronder dit ver lies plaats had. Dewijl ieder persoon die zich voor land en volk verdienstelijk heeft gemaakt, alle aanspraak heeft op onze erkentelijkheid en waard is meer in 't bijzonder bij allen be kend te worden, deelen wij hier in korte trekken den levensloop mede van generaal Pelte meer daar de overledene krijgsman door dienstijver en dapperheid van af den minsten rang op wist te klimmen tot den hoogen graad dien hij bij zijn overigden be kleedde, en dus het gezegde van Napo leon I bevestigdedat elk soldaat den maarschalkstaf in zijn randsel draagt. Johannes Ludovicus Jacobus Hubertus Pelzoon van Jacobus Pel en Maria Gijs- berta de Goeij den 16den Januarij 1823 te Maastricht geboren, trad op achtienja- rigen leeftijd in 1841 als soldaat bij het wapen der infanterie van het Nederland- sche leger in militairen dienst. Na achtereenvolgens den graad van kor poraal, fourier en sergeant-majoor te hebben behaaldvertrok hij in 1846 naar Indie waar hij in Juni 1848 tot 2den luitenant bij het wapen der infanterie benoemd werd. In 1853 tot lsten luitenant en in 1857 tot kapitein bevorderdnam hij in dien rang in 1859 deel aan de beide Bonische expeditiënen wel bij de 2de expeditie als toegevoegd aan den chef van den staf, ter wijl hij voor zijn moedig gedrag bij den eersten Bonischen veldtocht zich mocht be noemd zien tot ridder 4de klasse van de Militaire Willemsorde- In 1865 tot majoor bevorderdwerd hij belast met de betrekking van directeur der Militaire school te Meester-Corneliswelke hij, ten gevolge zijner bevordering tot lui tenant-kolonelslechts tot April 1870 kon waarnemen. Na in laatstgenoemden rang gedurende ruim een jaar te zijn belast geweest met het kommandement van Palembang werd hem wegens ziekteeen tweejarig verlof naar Nederland verleendvan welk verlof hij in 1873 terugkeerde. Nauwelijks was hij twee maanden plaat selijk kommandant te Soerabayaof hij werd bij de 2de expeditie tegen het Rijk van Atchin als kommandant van het 14de bataljon infanterie bij de tweede brigade ingedeeld, als hoedanig hij zich onder ver schillende omstandigheden van de gunstig ste zijde deed kennen. Door het buiten gevecht raken zijner beide brigade-komman danten bij den staf dier brigade overgeplaatst zag hij zich in Februari 1874 tot kolonel der infanterie bevorderd. Bij den terugkeer van de hoofdmacht der expedite in April 1874, viel hem op aanwijzing van den luitenant-generaal Van Swieten de onderscheiding te beurt van met het militair en civiel gezag te Atchin te worden belast. Volkomen berekend voor deze zwaar wichtige taak, gelukte het hem onze mili taire positie te Atchin door het herhaalde lijk afslaan van den vijanddoor het nemen van diens om Kotta-Radja gelegen verster kingen en door het overwinnen van de menigvuldige moeielijkheden, waarmee hij bestendig te kampen had, van lieverlede zoodanig te bevestigen, dat een tweetal maanden geleden tot eene offensieve bewe ging op groote schaal kou besloten wor den. Na den vijand eene reeks van gevoelige nederlagen te hebben toegebracht en de westelijk en zuidelijk gelegen IV, VI en IX Moekims veroverd te hebben, rukte hij den 13den dezer Oostwaarts tegen de XXVI Moekims op, waar hij zijn krach tig en beleidvol optreden door een even schitterend succès aanvankelijk bekroond mocht zien. Het eind van zijn programma nabijbe zweek hij eensklaps ten gevolge van de bovenmatige zorgen en inspanning in de laatste twee jaren, waarin hij zich bovenal kenmerkte door zijne voorbeeldelooze toe wijding aan den dienst van den Staat. Door den Koning achtereenvolgens ver eerd met het ridderkruis 3de klasse en het kommandeurs-kruis der Militaire Willems orde, en bij keuze tot generaal-majoor bevorderd, mocht hij nog kortelings bij telegram de betuiging ontvangen van Zr. Ms. bijzonder welbehagen. Verliezen Koning en vaderland in gene raal-majoor Pel den voornaamsten grond legger van het Nederlandsch gezag in het voormalige Rijk van Atchin, waartoe hem door het welslagen van de 2de expeditie en vooral door den val van den kraton de weg was bereid, het dappere Indische leger, dat hem met onbegrensd vertrouwen aanhing, ziet zich een uitstekend krijgs overste ontvallen, een waar toonbeeld van militaire deugden. WEKELIJKSCH OVERZICHT. Het meest belangrijke vraagstuk van den dag is zeker wel de opstand in de Herzo- gewina en die belangrijkheid neemt van dag tot dag toe. Koesterde men nog eenige hoop hoe gering dan ook, dat de wapen stilstand tot vrede zou kunnen leidenook deze verwachting is beschaamd en feller dan ooit wordt de worsteling voortgezet. De insurgenten waren te veel eischend in hunne vorderingen en zij vertrouwden te weinig op de mooie beloften van T urkye en wilden waarborgen hebben van de mo gendheden. Aangezien deze niet gegeven konden worden en hunne eischen geen gehoor vonden, zijn de onderhandelingen afgebroken en begint het vechten opnieuw. Ook Bosnië begint zich meer en meer in de zaak te mengen en steunt uit alle machten de opstandelingen, en het tijdstip is niet ver meer verwijderd waarop ook Servie zich in den strijd zal moeten men gen. Zooals wij in een vroeger nommer mededeelden, had men vorst Milan de belofte van onzijdigheid afgeperst, maar 't is niet mogelijk voor den vorst om zijne beloften na te komen. De zoogenaamde volkspartijdat wil zeggen, de partij die den oorlog tegen Tur- kye wil, wordt van dag tot dag machtiger en onstuimiger in haar eischen en weldra zal de vorst, wil hij zijn kroon behouden, aan de volkspartij moeten toegeven. Reeds hebben te Belgrado onlusten plaats gehad en verzamelde zich een volksoploop voor het gebouw van den Oostenrijkschen consuler werden bij die gelegenheid twee personen, tot het consulaat behoorende, door steenworpen verwond. Deze zaak brengt Servie in nog meer moeilijkheden en men ziet dan ook spoedig grootere verwikke lingen te gemoet. Hiermede in verband komen nu ook aller hande artikelen in de buitenlandsche cou ranten voorover de onderlinge verhouding der groote mogendheden. Oostenrijk en Ruslandals de mogendheden die het mees te belang bij het oostersche vraagstuk heb ben en dus den meesten kans hebben om in conflict te komengeven elkander zoete woordjes, daar Oostenrijk verklaart meer belang te hebben bij de vriendschap met Rusland dan met die van Duitschland. Dit laatste rijk betoogt in eenige dagblad artikelen dat het, hoe zeer ook op de vriendschap van Rusland gesteldtoch machtig genoeg is om zich zelve te ver dedigen en staande te houden. Deze berich ten staan ook nog in verband met het vroeger medegedeelde over een troonsaf stand van den Russischen Keizer. Wel werd die tijding gelogenstraft en als een ver zinsel uitgekreten, maar het schijnt wel of er eenigen grond heeft bestaan voor dat gerucht, hoewel de Czaar voorloopig niet verder over zijn plan spreekt. Kortomheel vredelievend ziet het er in Europa niet uit, ofschoon er toch nog geen reden bestaat om reeds over een aanstaan den of waarschijnlijken algemeenen oorlog te sprekenevenwel is er tegenwoordignu de gewapende vrede in de mode is, niet zoo heel veel toe noodig om een oorlog te doen ontstaan. In Frankrijk is weinig belangrijks aan de orde. Parlementaire kibbelarijenpogin gen om de verkiezingen te vernietigen van eenige niet republikeinsche leden van de Nat. Vergadering en geestdriftvolle ar tikelen over de republiek a la Gambetta, ziedaar in hoofdzaak wat de Fransche bladen ons mededeelen. Evenzoo in Duitsch land. Discussien en beraadslagingen over de overname van een aantal spoorwegen door het rijk, maken scheuring en inslag van de binnenlandsche politiekterwijl het eenige merkwaardige feit nog de inlijving van het Hertogdom Lauenberg bij het Duitsche rijk betreft. De bewoners van het hertogdom hadden er wel is waar niet veel zin in, en bleven liever een zelfstandig rijkje vormen, waarvan de Duitsche Kei zer hertog wasmaar dat heeft hun weinig gebaat. Toen Oostenrijk hen vroeger aan deu Duitschen Keizer verkochtheeft men niet op hun protest gelet, evenmin heeft men nu acht geslagen op hun protest tegen hunne inlijving bij Duitschland. In onze eeuw is Slaven handel verboden, maar men mag gerust geheele landen en vol keren tegen hun zin vcrkoopen. 't Blijft de oude geschiedenis van Allexander den Grooten en den zeeroover. Alexander vroeg nl. aan een gevan gen genomen zeerover, hoe hij het toch had durven wagen zeeroof te bedrijven. Deze antwoordde: „Ik heb niet anders ge daan dan gij, maar ik doe het met een klein schip en weinig manschappen en mij noemt men zeerovergij neemt echter met groote legers geheele landen en u noemt men den overwinnaar." Zoo is het. In de Nieuwe-Wereld is ook weer eens oproer, en wel in Mexico. Hier omtrent echter iets in het buitenlandwaarheen wij verwijzen. Engeland. H. M. de Koningin zal waarschijnlijk niet over Cherbourg en Portsmouthmaar over Ca lais of Bologne naar Engeland terugkeeren. Z. K. H. de Prins van Walis is woensdag aan boord van de Serapis van Malta naar Gi braltar vertrokken, waar hij a. s. zaterdag wordt verwacht. Een gedeelte van 's Prinsen gevolg is reeds te Portsmouth gearriveerd; daar is namelijk het transportschip Malabar aangekomen, aan boord waarvan zich de dieren bevinden, den Prins door de Indische Vorsten ten geschenke gegeven. Een tiental jaren geleden vertrok de schoe ner Emma van Port Walcot naar Fromantle. Het schip strandde op de noord-west-Kaap en HAARLMSLH WEEKBLAD. ABONNEME NTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlen75 Cents. Buiten Haarlem franco per post85 Afzonderlijke Nommers6 PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Zaterdag vóór 12 uur 's middags ingewacht. -A-gite ma non agitate. Een bril in étui. Een dito, waarvan het huisje defect. Een oude jas. Een zweep. Eene portemonnaie met geld. Een schilders stopmes. Een beitel. Twee witte halfhemden. Een glazen oorbel. Een paar witte kousen. Een witte zakdoek. Twee differente glacé handschoenen Een wandelstokje. Een Paternoster Een vierkant slot. Een blok van een hooiwagenen Eenige losse sleutels. Alles op straat gevonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1876 | | pagina 1