NIEUW M 20. Zondag 13 Aug. 1876. 1*Jaargang. Voor KATHOLIEKEN van HAARLEM en OMSTREKEN. Uitgever W. KÜPPERS. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. Dit blad verschijnt Zaterdagavond. OFFICIEEL NIEUWS. Aan het Politie Bureau Alhier is gedeponeerd. EEN OPMERKING. Er is veel, zeer veel geschreven over het laatste vrijmetselaarsfeest en de daarbij gehouden redevoeringen. De Polemiek, daar over gevoerd, kenmerkte zich door krasse bewoordingen en zeer gegronde tegenwer pingen want t is niet te ontkennen dat de katholieke bladen en de liberale, der vrijmetselarij goedgunstige, hier scherper dan ooit als vijandig tegenover elkander stonden. Het was ons doel volstrekt niet, ons, hoe dan ook, in dien strijd te men gen, niet omdat de zaak ons niet aanging of ons van te weinig gewicht scheenmaar eenvoudiglijk omdat wij meenden dat er reeds genoeg over was geschreven en wij van oordeel zijn dat door die polemiek weinig meer wordt gewonnen, nadat de katholieke bladen hun leedgevoel en ver ontwaardiging over het in de Loge ge sprokene hadden te kennen gegeven en hun protest tegen den daar aangekondigden krijg tegen den katholieken godsdienst had den openbaar gemaakt. Nu het echter schijnt dat men nog maar langer bij dat thema wil blijven, om daar door de gelegenheid te hebben nog eens goed tegen het ultramon- tauisme ten velde te trekkenen sommige bladen er vermaak in scheppen als resumé al die lieflijkheden op nieuw op te dischen brengt onze plicht het mede, daar niet langer geheel en al het stilzwijgen over te bewaren. In het jl. Maandag nommer van de „Op rechte Haarlemsche" vinden wij bvb. een verkorten inhoud van een artikel uit „Het Vaderland" dat natuurlijk overvloeit van zoetelijkheden aan het adres der ultramon- tanen. Wij willen eenige zinsneden uit dat artikel releveeren. Het Vaderland, schijnt zich te verbazen over de woede tegen den heer Lenting, naar aanleiding van diens rede bij het vrijmetselaarsfeestin welke rede de heer Lenting opeulijk den oorlog- verklaarde aan en predikte tegen het ultra- montanismedaar toch door dien heer de zelfde beginselen worden voorgestaan als lid van de Tweede Kamer. Wij hebben nooit uit de verslagen der zittingen ver nomen dat de heer Lentink zoo openlijk aan de katholieken den oorlog verklaarde wel dat die heer hun niet zeer genegen is. Wanneer echter het Vaderland verklaart dat die weinige genegenheid van den heer L. tegen de Katholieken dezelfde beteekenis heeft als zijn opene verklaring in de Loge, dan vinden wij het zeker Wel treurig dat een man, die in een regeeringscollege zit ting heeft om daar de welvaart en het geluk van het land te bevorderenvan zijn mandaat gebruik maakt om verdeeldheid te verwekken en aan te moedigen, waar door het welzijn en het geluk van den Staat zeker niet zullen bevorderd worden en wij meenen dan ook dat zulk een man zijn verplichtingen tegenover het land zeer slecht begrijpt of verkeerd in toepassing brengt. In elk geval kan zoo iemand geen aanspraak maken op vertrouwen of achting en alleen blinde haat tegen een aanzienlijk gedeelte der bevolking kan zulk een man nog vergoelijken. Wil de heer Lenting zijn oorlog tegen de Katholieken in de Loge prediken, dat is zijn zaak, en daar hoort zoo iets ook te huismaar te moeten ver nemen dat dit ookhoewel onder meer be dekte termen in 's lands vergaderzalen plaats heeft en geduld wordt, is verre van op beurend en verblijdend. Het gaat niet op zich, te verschuilen achter het zeer subtiele voorwendsel dat die krijg niet de Katholieken maar de Ultramontanen geldt. Wanneer er ook al, zooals het Vaderland c. s. zegtduizende Katholieken (sic) zijn, die niets van het Ultramontanisme willen weten, er zijn daar tegen over 11 millioen die het wel willen niet natuurlijk in de perfide beteekenis, die Vaderland c. s. er aanhecht maar die Katholiek zijn in hart en ziel en die niet met het liberale sop zijn overgoten. Het Vaderland zal natuurlijk er tegen zijn dat het geloof in de Raadzaal wordt overgebracht, natuurlijk, het ziet er liever het ongeloof op den zetel, maar zoover is het nog niet gekomen. Een oud spreek woord, dat misschien wel niet zeer dich terlijk ismaar niet temin vaak zeer waar zegt, de pot verwijt de ketel dat hij zwart is. Het Vaderland verwijt de Katho lieke bladen dat zij van het Ultramontanisme gebruik makenom daarmee te veroordee- len, allen die niet geheel en al met de politiek en den godsdienst van den Clerus overeen stemmen, maar zouden de liberale bladen, met het Vaderland inclusivo, niet eveneens het ultramontaansche schrikbeeld gebruiken, om haat en afkeer tegen het Katholicisme op te wekken Indien zij dit niet wilden, zouden zij hunne lezers eens goed op de hoogte moeten brengen waar aan men een katholiek en waaraan men een ultramontaan kan kennenwant anders zullen zij immers geloofsverdeeldheid ver wekken, waar zij zoo tegen zijn. Maar dit is het zoeken niet, de liberalen weten zeer goed dat ultramontaan katholiek en katholiek ultramontaan isen dat het kud- deke katholieken volgens hun geestluttel klein is. Zij kunnen dit weten, het wordt hun dikwijls genoeg aangetoond, maar: WEKELIJKSCH OVERZICHT. Naar het zich laat aanzienzal het einde van den oorlog in het Oosten weldra daar zijn. Zoo althans is de algemeene opinie, welke haar oorsprong vindt in den benarden toestand waarin Servië zich bevindt. De Turken toch hebben in de laatste dagen aanmerkelijke voordeelen behaald, de Ser viërs in een drie daagsch gevecht verslagen en zijn nu reeds ver in Serviën doorge drongen, zoodat de hoofdstad reeds be dreigd wordt. De laatste strijdkrachten zullen bijeen worden gevoerd, ten einde een beslissenden slag te kunnen leveren, maar men voorspelt zich voor de Serviërs niet veel goeds van den uitslag. Het schijnt dat Servië, nu het in den nood zit en zich niet weet te redden, de bemiddeling van Oostenrijk heeft ingeroe pen om een wapenstilstand te verkrijgen, om daarna vredesonderhandelingen te kun nen aanknoopen. In de Herzegowina is de positie der Turken echter minder gunstig. Moekthar- Pacha is nog steeds ingesloten en zijn leger schijnt aan gebrek ter prooi te zijn. Zoo het niet mag gelukken hem te ontzetten of ondersteuning te verleenen, ziet het er treurig genoeg met hem uit. Maar al be halen de opstandelingen hier ook eenig voordeelveel zal hun dit niet baten wanneer de zaken in Servië zoo slecht staan. Immers hebben de Turken hier gezegepraald, dan zal het niet zoo heel veel moeite kosten om ook de Herzegowina ten onder te brengen, en dan ook zal Montenegro niet veel voordeel behalen uit de onlangs verworven zegepraal. 't Is nu de vraag nog slechts of de Ser viërs eenigen kans op bemiddeling en voor spraak hebben van den kant der mogend heden. Van een interventie, hoe vaak ook ter sprake gebracht, hoort men niets; wellicht acht men het oogenblik nog niet gekomen om op de Porte in te werken misschien ook wil men afwachten hoe de Turksche regeering zich na de overwin ning zal gedragen. Begrijpt de Porte haar belang, dan zal zij het recht van den overwinnaar niet te zwaar doen gevoelen aan de ten onder gebrachte staten. Met een milde en zachte behandeling zal Turkije de sympathie van Europa verwerven, ter wijl zijn kracht en prestige door het ten onderbrengen der opstandelingen aanmer kelijk zal gewonnen hebben. Men meent dan ook dat de positie der vasalstaten geen verandering zal ondergaan en zij in dezelfde verhouding tegenover Turkije zul len verblijven als voor den oorlog. Maar wat zal nu na het eindigen van den oorlog van het memorandum geworden, dat men bij de Porte wilde indienen voor dat Murad den troon beklom. Zullen nu inderdaad de verwachte hervormingen in Turkije plaats hebben? Veel hoop bestaat er waarlijk niet op, de Sultan op wien men zulke schoone verwachtingen bouwde blijkt geheel ongeschikt te zijn om te re- geeren, hoewel men zich alle moeite geeft om zijn toestand zoo gunstig mogelijk af te schilderen. En de ministers? Och, in een land als Turkije zitten de ministers minder vast nog dan elders op hunne ze tels en een serailintrige werpt soms de beste mannen van hun kussen. Bovendien is de inwendige toestand feitelijk erger geworden. De oorlog heeft de laatste krach ten der staatskist uitgeput, de landerijen zijn vernield, dorpen en steden verbrand, van den oogst komt weinig te recht, en den winter staat voor de deur, misschien met hongersnood en pest. Bovendien heeft Turkije een bende van het laagste en af schuwelijkste canaille gewapenddie slechts van plundering en diefstal leeft, en die, eenmaal de wapenen in handen hebbende, ze niet zoo spoedig na den vrede zal af leggen, en de grootste onveiligheid over het land zullen brengen. Ziedaar hoe wij over den toestand van Turkije denken. Gunstig is die opinie niet, maar misschien zeer waar. De oostersche kwestie blijft dus nog in statu quo, maar zal dan ook steeds als het zwaard van Damocles over Europa blijven zwevenslechts opgehouden door den zijden draad van den onderlingen naijver der mogendheden. Wij moeten echter nog gewag maken van een sensatie-bericht in the Daily News, waarin wordt gezegddat Rusland, om Servië voor geheelen ondergang te be waren, de wereld door een stoute inter ventie zal verrassen. Wij geven dit bericht voor hetgeen het is. L' In dep. Beige zegter niet aan te geloovenmaar zeker is het voor het trotsche Rusland een ge voelige slag geweest, dat het zoo in zijn plannen omtrent het Oosten is gedwars boomd. Aan het zelfde Belgische blad wordt echter nog medegedeeld dat de toestand van Sultan Murad wanhopig is. 't Is echter, zoo als wij reeds in een vorig nommer opmerkten, een groot raadselspel, die ge- heele oostersche geschiedenis. Deze week hebben in Belgie wederom verkiezingen plaats gehad van afgevaar digden voor de Kamermet name te Leuven. De katholieke candidaat verkreeg een meerderheid van 533 stemmen. De liberalen hielden zich zeer rustig, zij schenen als het ware verpletterd door dien uitslag. De baldadigheden en onlusten die na de ver kiezing in Junij in AntwerpenBrussel en elders hebben plaats gehad, hebben het liberalisme in Belgie onmogelijk gemaakt. Het heeft door die schandalen zich zelf den doodslag toegebracht. Voor verdere berichten verwijzen wij naar het „Buitenland" en de laatste berichten. HMRIlllSIH WIIKBMR ABONNEMER TSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem75 Cents. Buiten Haarlem franco per post85 afzonderlijke Nommers6 PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Zaterdag vóór 12 uur 's middags ingewacht. -A-glte ma non. agitate. Een gouden oorbel. Een zilveren vingerhoed. Een witte vrouwenzak waarin zilveren knip enz. Een dito dito waarin koperen knip met geld. Een zwarte broche met 2 dito oorbellen. Een beenen broche. Eene portemonaie met geld. Een broche van dof staal draadwerk. Een bruin zijden paraplui. Drie witte kinderslaapmutsen. Een paar katoenen handschoenen. Een wandelstok met zilveren knop. Een bril. Een lederen koker en streng van een paardentuig. Een bril. Een koperen hangstokje. Een duimstok. Een Bijbelsche almanak. Twee notitieboekjes en een sigarenkoker. Eene ring met 7 sleuteltjesen Eenige losse sleuteltjes. Voorts te bevragen. Een bloedkoralen armband met koperen sluiting. Alles op straat gevonden. Wat helpt een uil toch kaars of bril, Als 't beestje niet en zien en wil.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1876 | | pagina 1