NIEUW M 21» Zondag 20 Aug. 1876. 1* Jaargang. Voor KATHOLIEKEN van HAARLEM en OMSTREKEN. BUITENLAND. Uitgever W. KÜPPERS. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. Dit bl ad verschgnt Zaterdagavond. OFFICIEEL NIEUWS. Aan het Politie Bureau Alhier is gedeponeerd. VOLKSBESCHAVING. Een mooi woord voorzeker. Wie zou er niet mee dweepen, wie acht het niet iets van het hoogste belang en alle opoffering waardig. Er wordt dan ook veel voor ge daan, in naam althans; maar waar blij de resultaten? Men wil de volksbescha ving alleen aankweeken en bevorderen door onderwijs en daarvoor worden duizenden en duizenden uitgegeven en men rekent de beschaving naar het aantal scholen dat men kan aanwijzen. Maar is dat voldoende om waarlijk het volk te beschaven Onder wijs, meer kennis en geleerdheid kunnen zeer zeker veel daartoe bijdragen, maar men moet niet onderrichting en beschaving met elkander verwarren en synoniem noe men. Wanneer dit het geval wasdan zou den wij waarlijk niet hoog behoeven te gaan op de resultaten van ons volksonder wijs in betrekking tot onze volksbescha ving. Er bestaat echter eene beschaving die ook vaak buiten onderwijs en kennis wordt aangetroffen en die veel meer uit werkt, veel degelijker is dan de aangeleerde die in vele gevallen niet meer is dan een uiterst dun laagje vernis over een onge schaafde, ruwe oppervlakte, waardoor wel uiterlijk en voor 't gevoel een weinig glans wordt verkregen, maar een glans die bij de minste wrijving of schuring verdwijnt en de ruwe oppervlakte in al haar oneffen heid bloot legt. Deze beschouwingen werden ons in de pen gegeven door het herhaaldelijk lezen van de ruwste daden van geweld, bar- baarschheid en ongevoeligheid, die bijna dag aan dag gepleegd worden, vooral op dieren. Nu eens wordt een paard met pe troleum begoten, aangestoken en levend geroosterd, dan vindt men vee in de weide op barbaarsche wijze verminkt en meer feiten van zulk een gehalte. Waarlijk dat pleit niet voor beschaving. Waarin vindt gewoonlijk ons Neder- landsch volk behagen. In flauwe, zoute- looze dingen, in liederen zonder beteeke- niszonder zin, vaak zeer dubbelzinnig of onkiescb. Men behoeft slechts eens een kermis langs te loopen, om dat gebrek aan innerlijke beschaving, aan gevoel, aan sentiment overal op te merken. Wij willen hier niet spreken over de bacchanaliën noch over het dienstige of niet dienstige der kermis, dat laten wij buiten bespre king maar wat vormt daar de hoofdtoon Zouteloosheid, naarheid, lafheid. Liederen die geen slot of zin bevatten, zonder geest of fleur, vaak gemeen; en weken lang worden ze nog langs de straten uitgegalmd en God betere het, den kinderen ingeprent. Dat doen de straatmuziekantenzegt men. Per fect. Maar die ambulante kermisartisten regelen hun spel of gezang naar den smaak van het publiek en vinden er baat bij. Maar wij hebben geen volksliederen, zegt wellicht een of ander. Inderdaad veel heb ben wij er niet, maar onze Heye heeft er toch zeer verdienstelijke gemaakt, maar wanneer hoort men ze?- Zeer zelden. Wij willen niet echter speciaal spreken over lie deren of liedjes, wij hebben dit slechts aangehaald als bewijs voor ons gemis aan ware volksbeschaving. Die kan er niet in geprent worden door den onderwijzer al leen, die leert men niet uit boeken, die moet als 't ware ingeboren zijn of met de moe dermelk worden ingezogen. In huisin de kinderkamer, in het dagelijksch verkeer moeten daarvoor de kiemen gelegd worden door een aanhoudenden krijg tegen ruw heid, straatschenderij, gebrek aan vormen en fatsoen. Wij Nederlanders hebben goede hoeda nigheden maar wij hebben er ook slechte; wij zijn echter gewoon altijd opgehemeld te* worden om het goede en willen dus het kwade niet inzien. Wij worden booskrie gelig, norsch wanneer men onze nationale of volksverkeerdheden onder het oog brengt, en blijven daardoor wat wij zijn, vaak ten spot en onder de minachting van den vreem deling. Men beklaagt zich wel eens dat de vreemdeling onze taal niet verstaat. In vele opzichten is dit zeker wel te betreuren, maar menigmaal is dit ook een gelukwant wanneer de vreemdelinghier te lande rei zende onze taal verstond, dan zou die kennis waarlijk geen aanwinst zijn, maar zeer ze ker ons nog meer in zijn achting en waar deering doen dalen. Gelukkig dat hij niet verstaat of begrijptwat hij langs de straat kan hooren, en lezen. En daarom, draag den zorg voor de ware beschaving niet alleen op aan onder wijzers, en leermeestersmaar dat een ieder het zijne er voor doe, dat allen de handen in elkander slaan en tot het eene doel medewerken, dan zullen wij misschien na verloop van lijd nog eens aanspraak kun nen- maken op den naam van beschaafde Nederlanders, en dit zal ons in het Bui tenland evenveel en meer nog de achting verwerven dan de zegepralen hier en daar op congressen of tentoonstellingen behaald. WEKELIJKSCH OVERZICHT. Over den oorlog in het Oosten valt wei nig bijzonders mede te deelen. De geruch ten over den toestand en het verlangen van Servië loopen nog al uiteen. Sommigen beweeren dat Belgrado, met den meesten* spoed wordt versterkt om zoo lang mogelijk verdedigd te kunnen worden en den aan- dringenden Turken het hoofd te kunnen bieden, en dat Vorst Milan, die inmiddels papa is gewordenden oorlog tot het uiterste wil doorzettenterwijl anderen zeggen dat Servië een wapenstilstand wil sluiten om gedurende dien tijd vredeson derhandelingen aan te knoopen. Men voegt er bij dat er weinig kans bestaat dat de vrede tot stand zal komen onder den vorm dien Servië er aan wil geven, nl. dat de oorlog maar stilletjes zal ophoudenen dat overigens de zaakjes zullen blijven zoo als zij voor het uitbreken der vijandelijkheden waren. Vorst Milan zou beheerscher blijven, echter onder de Suzereiniteit van den Sul tan, en men zou maar doen precies alsof er niets ware voorgevallen. Zoo echter wil de Porte het niet. Zij beschouwt Vorst Milan als een oproerige vasal, die zijn rechten op den troon heeft verbeurd, zijn geslacht moet dus van de regeering vervallen worden en de Servische volksvertegenwoordiging moet een nieuwen beheerscher kiezen; voorts zou Belgrado en nog een tweede vesting ontwapend en het staande leger van 13,000 op 6000 man verminderd moeten worden. Aan de ze eischen zal Servië natuurlijk geen gehoor geven, tenzij daartoe door den uitersten nood gedreven. Maar dan kan ook nog lang gevochten worden. De mogendheden houden zich nog buiten spel. Zij zullen wellicht slechts als bemid delaars optreden, wanneer het uiterste daar is. Inmiddels moet de toestand allerellen digst zijn. De gruwelen en wreedheden door beide partijen bedrevenzijn afschuw wekkend, de beschrijving er van zou on mogelijk zijn en het gevoel van den lezer kwetsen, maar wat te denken van onze eeuw, die zoo humaan heet te zijn, en waarin zulke dingen niet alleen kunnen gebeuren, maar zelfs kunnen gebeuren onder het oog van geheel het beschaafde Europa, dat toeziet, zonder pogingen in 't werk te stellen om daar een einde aan te maken. Dit zijn de wrange vruchten van de schoonschijnende non-interventie. Op het eiland Cretadat ook onder den Turkschen scepter zucht, dreigt eveneens een opstand uit te barsten. Ook daar heeft men van de regeering hervormingen ge- ëischt, die meer op gelijkheid van recht zijn gegrondvestmaar de Porte is en blijft doof. Op raad van Griekenland zal Creta de tusschenkomst der mogendheden in roepen om recht te verkrijgen, maar als de mogendheden even vlug voor Creta in de bres springen als zij het voor andere deden die om hulp verzochten, kan het misschien nog lang gekweld worden, om ten slotte, wanneer het uit wanhoop naar de wapens grijptvoor oproerig te worden uitgekreten. In Frankrijk gaat het er ook soms vreemd genoeg toenl. in de kamers. Do radicalen, republikeinen, conservatieven, Bonapartisten en de hemel weet wat al meer, doen hun best em elkander een vlieg af te snappen. In de laatste dagen hebben de radicalen weer een paar voordeeltjes behaald. De minister van oorlog de Cissey, die niet liberaal genoeg was, moest van de baan, lang heeft men daartoe pogingen aange wend, maar bij de laatste begrooting liep het te hoog, zoodat de minister zijn ontslag beeft genomen. Berthaut schijnt tot zijn op volger benoemd te zijn. Ook de verkiezing van den heer Dufaure tot senator voor zijn levenheeft bewezen dat de radicalen weer wat meer grond onder de voeten hebben. Na de vacantie zal men weer een strijd kunnen voeren over een nieuwen senator voor het leven, in laats van den heer Wolowsky die nu toch inderdaad dood schijnt te zijnwant vroeger werd rèeds zijn overigden meegedeeld, doch later weersproken. In Engeland is ook de va cantie voor de regeeringshuizen aange broken, nadat weer en herhaalde malen de toestand van het Oosten ter sprake was gebracht. Engeland's staatslieden houden steeds Turkije de hand boven het hoofd, en hebben derhalve weinig ooren voor de interpellaties, die door dezen of genen wor den gedaan. Engeland is bang voor de uitbreiding van Rusland en denkt dus Amour bien ordonnécommence par soi-mème. Frankrijk. De Maarschalk-President heeft maarschalk Canrobert uitgenoodigdde groote herfst ma noeuvres bjj te wonen. Z. K. H. Grootvorst Constantijn van Rus land heeft den Maarschalk-President een sou venir aan zijn verblijf te Parijs toegezonden, namelijk zijn levensgroote buste in malachiet en aan mevrouw Mac Mahon een zeer fraai servies met haar naamcijfer voorzien, uit de fabriek van Tula. Den 20n dezer zal te Arenenberg een bijeenkomst plaats hebben van Bonapartistische Senatoren en Afgevaardigden. In diplomatieke kringen loopt het gerucht dat de Keizerlijke Prins verloofd zal worden aan de nicht van een Vorst van een groot Europeesch Rijk; hij zou daardoor met drie regeerende geslachten worden vermaagschapt. De prins is te Arenenberg aangekomen om den naamdag van den overleden Keizer te vieren. Over den overleden senator Volowski leest men de volgende bijzonderheden: Hij is in 1810 te Warschau geborenzijn vader was voorzitter geweest van den Poolschen Land dag. Zijn opleiding ontving hij te Parijs. Bij den opstand van 1830 streed hij met zijn land- genooten en na hel eindigen van den opstand vestigde hij zich in Frankrijk. In 1835 werd hij daar genaturaliseerd. In 1839 werd hij aan het Conservatoire des arts et métiers hoog leeraar in de staatswetenschappenen in 1848 werd hij door het departement der Seine tot lid van de Constituante gekozen. Hg sloot zich aan bij de gematigd democratische partij. In 1852 stichtte hij te Parjjs de eerste maat schappij voor grondcredietwaaruit later het IAIMIMI WEEKBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem75 Cents. Buiten Haarlem franco per post85 Afzonderlijke Nommers6 PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Zaterdag vóór 12 uur 's middags ingewacht. Agite ma non agitata. Een kinderzak waarin eene portemonnaie 2 witte zakdoeken en een paar witte handschoenen. Een grijs kinderhoedje. Een lap zwart en wit katoen. Een manshemd. Een grijze overrok van een japon. Een zijden dasje. Een blaauwe kindersokje. Een voorschoot van een japon. Een zwart luster boeselaar. Een paarsch jak. Een lombard briefje van een jas. Twee boekjes en een sigarenkoker. Een kinderportefeuille. Een handschroef. Een ijzeren rijtuigmoer. Twee sleuteltjes aan een touwtje', en lïenige losse sleutels. Alles op straat gevonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1876 | | pagina 1