NIEUW Voor KATHOLIEKEN van HAARLEM en OMSTREKEN. M 23. Zondag 3 Sept. 1876. leJaargang. i Uitgever W. KÜPPEES. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. Dit blad verschijnt Zaterdagavond. m (1 Aldegene die zich met 1 October op dit blad abonnee- ren, ontvangen de nog voor dien datumverschijnende num mers gratis. Bij dit blad behoort een Bijvoegselbe vattende Feuilleton, Buitenlandsohe- en Laatste Berichten. OFFICIEEL NIEUWS. Aan het Politie Bureau Alhier is gedeponeerd. VOLKSWELVAART. Toen wij kinderen waren hebben wij ons menigmaal vermaakt met schaduw beelden op den muur. De ijdele beelden op den wand verrukten ons, wij kenden ze, wij gaven ze een naam, de vormen wa ren ons eigen en in onze onnoozelheid grepen wij er naar en bevondentot onze teleurstelling en spijtdat het beelden, niets dan ijdele schaduwen waren en dat zij werden voortgebracht door voorwerpen, die bijna geen vorm en samenhang hadden en slechts door den invloed en inwerking van licht, een bepaalden vorm aannamen. Nu wij groot zijn en de kinderschoenen ontwassen, lachen wij met onze begoocheling van toen, en zouden wij ons bijna schamen te beken nen, dat wij ons ook door zulke schadu wen hebben laten misleiden. In onze waan wijsheid zien wij echter niet, dat wij ook uu nog met hetzelfde vuur en met den zelfden ijver naar even groote en soms grootere schijngestalten grijpen. Ons oog, door het licht onzer bevooroordeelde en kunstmatig opgeleide meening verblind, houdt voor echte en degelijke waarheid wat wij spoedig voor valsch en idealistisch zouden erkennen, indien eene dwaze en belachelijke wijsheid ons niet vrijwillig de oogen deed sluiten. In onzen tegenwoordigen tijd vooral, laten wij ons veelvuldig door zulke voortbreng selen onzer verbeelding begoochelen, en roepenvol verrukking en vreugde, over het schoone en degelijke er van. Onder het woord „volkswelvaart" roepen wij telkens, en telkens weer, zulk een schijnbeeld te voorschijn, en dommer dan wij in onze jeugd warengeven wij ons de moeite niet te onderzoeken, in hoeverre dat schaduw beeld werkelijkheid is en goede vormen heeft. Wij zijn er gewoon aangeraakt, niet meer zelfstandig te denken en vinden het veel gemakkelijker dat door andere voor ons te laten doen, en de soms dwaze en verkeerde resultaten van dat -nadenken van anderenemen wij aan als de vrucht onzer eigen nasporingen en stemmen met volle borst meê in het groote koor der niet denkers. Zoo is het ook gegaan met het begrip van volkswelvaart. Door het woord van beschaving en vooruitgang begoocheld en verblind, hebben wij alle voortbreng selen en werken van den nieuweren tijd met ingenomenheid begroet als een mach tige schrede vooruit op den baan van al- gemeer.e welvaarter wij zouden ons schamen te erkennen dat nog ergens ar moede beslaat. "Wy zien met minachting neèr op vervlogen eeuwendie wij donker barbaarsch en onontwikkeld noemenen die wij slechts bekeken hebben door den bril van onwetendeonwaarheidlievende en bevooroordeelde schrijvers, en wij willen maar volstrekt niet aannemen dat het „pau perisme" nog steedsbestaatjainhoogere mate bestaat dan in die tijdendie wij zoo verachten. Waar is de vorst in Europa of liever op de gansche wereld, die met een koning van Frankrijk kan getuigendat er in zijn geheele rijk geen mensch is die niet, al thans des Zondags een kippetje in den pot kan hebben. De man, die zijn pot met erwten en spek omver wierp, omdat dat geen eten was voor iemand die een braspenning daags verdient, moge een mythe zijnmaar eveneens mag men het een mythe noemenwanneer men beweerde dat iedere handwerksman van onzen tijd dagelijks nog erwten met spek kan krijgen. Het zou ondankbaar en onredelijk zijn, indien wij de groote uitvindingen en den vooruitgang van onzen tijd zouden willen negeeren, of van geen nut verklaren. On getwijfeld hebben deze veel nut en naast veel kwaad ook veel goed verspreidmaar dat goede mag ons niet zoodanig verblin den, dat wij naar schaduwbeelden blijven grijpen en ons daarmee te vreden blij ven stellen, zonder te onderzoeken of dat alles wel zuivere waar en geen begooche ling is. Het verblijven in die illusie zou ons misschien en te laat, duur te staan komen. Wij zoudenwanneer ons eindelijk den blinddoek werd afgenomenterugdein zen voor den afgrond, die voor onze voe ten gaapt en wij zouden, naar redding grij pende, verkeerde middelen aanvatten. Ook in Duitschland heeft men zich lang laten verblinden door het schaduwbeeld van volkswelvaarten daarop bouwende, leefde men onbezorgd van den eenen dag in den anderen voort. Eindelijk viel de blinddoek en nu bleek hetdat achter dat schoonschijnende beeld, armoede en gebrek verborgen was. Het eenige redmiddel zou zijnterugkeeren tot eenvoudiger en arbeidzamer leven, maar de schoonschijnende en valschblinkende volkswelvaart had behoeften in 't leven ge roepen die men vroeger niet kendemaar die men, eenmaal er aan gewoon zijnde, niet meer kan ontbeeren. Nu zoekt men naar andere redmiddelen en vindt die nog slechts in het denkbeeld, dat de eene klasse boven de andere is be voorrecht, en dat er meer gelijkheid moet komen; dat het onbillijk is dat de werk man, die hard werkt voor zijn meester, minder heeft en zich minder gemak en weelde kan verschaffen dan zijn meester, en daaruit vloeien tal van onheilen voort, waaronder allen lijden, maar het meeste zij, die zich door illusiën op een dwaal spoor hebben laten brengen. Vpor een zestal jaren brandde, plun derde en moordde meu iu Parijsouder de kreet „leven de proletariërs" en diezelfde kreet weerklonk voor weinige dagen in Duitschland op het congres der sociaal-de mocraten. En wie zijn het die den zooge- naamden proletariërs dien kreet in den mond gaven? Misschien dezelfde lieden, die het meest, door de schoonschijnende schaduw beelden van volkswelvaart, hebben bijge bracht tot volksverval en volksarmoede. EEN WAARSCHUWING. In ons vorig nommer hebben wij mede gedeeld wat wij wisten omtrent onze mi- nistrieele crisis en hoe aan den Heer Kap- peyne van de Coppello de formatie voor een nieuw kabinet was opgedragenwelke op dracht door genoemden Heer echter niet was aangenomen. Dat wij ons daarin verheu gen behoeven wij zeker niet te vermelden want een ministerie Kappeyne kon ons niet zeer naar den zin zijn, evenmin als elk ander liberaal ministerie. Door die weigering zullen wij misschien daarvan verschoond blijven, en bestaat er kans, dat het ministerie Heemskerk het bewind zal behouden Wy zijn niet de eenige, die niet hoog loopen met den Heer Kappeyne als minis ter, ook andere, niet Katholieke bladen, verheffen daartegen hun stem, zooals uit het navolgende blijkt. De Wekstem nl. behelst het volgende, ge titeld: De leider der liberalen. Naar het Vaderland ons verzekertis mr. J. Kappeyne van de Coppello tot leider der liberalen gekozen." „Deze heer is ontegenzeggelijk een zeer bekwaam rechtsgeleerde. Daarom wordt zijn raad van heinde en ver gezocht en zeer gewaardeerd." „Ook de schrijver van dit stukje heeft voor dien heer, als rechtskundige, hooge achting en stelt zijn advies, zijn raad en medewerking als advocaat der Hervormde gemeente te St. Annaparochie, in de zeer moeielijke Bildsche quaestie, op hoogen prijs." „Als Minister begeeren wij hem echter „niet. De reden ligt voor de hand." „Mr. J. Kappeyne van de Coppello heeft „geen oog en hart voor de rechten van „het geweten der voorstanders van de vrije „schooL" Hij huldigt staatsalmacht. Wij de vrij- „heid van consciëntie." „Zijn woord, nog niet lang geleden tot dr. A. Kuyper in de Tweede Kamer ge sproken: Gij zijl de vlieg, die de zalf des apothekers bederft," bewijst geDoeg, wat de anti-revolutionairen van hem te duchten hebben, als hij geroepen wordt om de han gende schoolquaestie op te lossen." „Een vlieg, een hinderlijke, bedervende vlieg knijpt men dood." „Mr. J. Kappeyne van de Coppello is als advocaat ons best; als staatsman, als Mi nister is, vreezen wij, zijn optreden het sein tot meerdere verdrukking der minder heid, tot uitvaardiging dei* scherpe Reso lutie." „Anti-revolutionairen, waakt!" WEKELIJKSCH OVERZICHT. De geruchten omtrent den vrede en eene bemiddeling der mogendheden in den strijd tusschen Turkije en Servië, zijn weer aan de orde van den dag en hebben nu eene bepaalde gedaante aangenomen. Raadsel achtig blijft echter de beweegreden die daartoe aanleiding zou gegeven hebben. Volgens de meeste en algemeene berichten, zou vorst Milan zich tot de consulaire ver tegenwoordigers der mogendheden hebben gewend, opdat deze stappen bij de Porte zouden doen om tot een vrede te geraken. Na den zesdaagschen strijd te Alexinac, waar de Serviërs in het voordeel heetten te zijn, schijnt het wel wat vreemd dat de vraag naar vrede van den overwinnaar uitgaat, maar er is in deze geschiedenis zooveel vreemds, dat wij over een weinig meer niet verwonderd behoeven te zijn. De mogendheden schijnen de vraag van Ser vië welwillend aangenomen en reeds stap pen bij de Turksche regeering gedaan te hebben, want bij de bijeenkomst der drie Keizers was bepaald, dat alleen dan sprake kon zijn van bemiddeling wanneer een der oorlogvoerende partijën daartoe het verlan gen te kennen gaf. Dit is nu door Servië gedaan en tout va pour le mieux dans, le meilleur des mondes. 't Muisje heeft echter een staartje, en dat staartje is: dat de Porte, naar men zegt van geen bemiddeling wil hooren, omdat Servië aan haar en niet aan de mogend heden om vrede had moeten vragen. Italië zou namens de mogendheden de bemiddelende partij moeten zyn tusschen de Porte en haar vasal; maar als Italië daar even zoo weinig in orde weet te brengen als binnen eigen grenzenziet het er niet rooskleurig uit, en kan er nog lang onderhandeld wordenvooral als de Porte wat veel complimenten maakt. Er zijn er ook die beweeren dat dat juist het zoeken van Servië is, omdat de verantwoordelijkheid van den langen duur van den oorlog op Turkije zou vallen, en de mogendheden ten slotte een voorwendsel zouden vinden om gewapenderhand te komen bemiddelen. Behalve deze gissing omtrent de neven DURUM WEIKBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem75 Cents. Buiten Haarlem franco per post85 Afzonderlijke Nommers6 PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Zaterdag vóór 42 uur 's middags ingewacht. Agite ma non agitate. Eene portemonnaie met 2 gouden oorbellen. Eene portemonnaie met geld. Een gouden ringetje. Een koperen broche geëmailleerd. Een zilveren vingerhoed. Een koperen horologieketting Een bloedkoralen kinderoorbel. Een bril in etui. Een zwart moirée boeselaar. Een zwart luster boeselaar. Een vrouwenzak met ledige portemonnaie en zakdoek. Een bruine parasol. Een schoolboek. Een duimstok. Een ijzeren fornuisdeksel. Een stuk leder van een ezeltuig. Een pendule- en horologiesleutel, en Eenige losse sleutels. Voorts te bevragen: Een zwart krulhondje Alles op straat gevonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1876 | | pagina 1