NIEUW
li
Voor KATHOLIEKEN van
HAARLEM en OMSTREKEN.
M 24.
Zondag 10 Sept. 1876.
1'Jaargang.
rke"'
Uitgever W. KÜPPEES.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
Dit blad versehgnt Zaterdagavond.
OFFICIEEL NIEUWS.
Aan het Politie Bureau Alhier is gedeponeerd.
EEN WOORDJE OVER SCHOLEN.
In eene reeks artikelen, heeft de Maas
bode een overzicht geleverd van den stand
van het onderwijs in ous land, en be
handelt in het vierde vervolg voornamelijk
den toestand der Hoogere Burgerscholen.
Dit artikel verdient zoo ten volle de op
merkzaamheid van allen en betreft zoozeer
allendat wij niet na kunnen lateneenige
gegevens daaruit in ons blad op te nemen.
De Maasbode opent haar artikel met eene
lijst van een 40tal plaatsen in ons land,
waar rijks- of gemeente Hoogere Burger
scholen zijn, en voegt achter die namen
verschillende kolommen aanwijzende het ge
tal leerlingendat elk dier scholen bezoekt,
de uitgaven, subsidiën en ontvangsten der
schoolom eindelijk in de laatste kolom
aan te toonen hoeveel elke leerling per
jaar aan de betrokken gemeente of aan het
rijk kost. De M, noemt die kosten zeer
eigenaardig en karakteristiek cadeaux, die
aan de leerlingen worden gegeven. De cij
fers van die cadeaux zijn waarlijk verba
zend hoog ofschoon niet overal gelijk. Zoo
ontvangt elke leerling der Hoogere Burger
school te Winterswijk jaarlijks 500; te
Enkhuizen 600; te Tilburg 700; te
Hoorn 800 en te Warffum, het wereld
beroemde Warffum noemt M. het, zelfs ƒ1197
cadeau om te studeeren. Dat beteekent
nog al zoo iets; en de schreeuwende on
rechtvaardigheid van die handelwijze springt
ten duidelijkste in 't oog, wanneer men
de zaak een weinig nauwkeurig beschouwt.
Wij zullen eerst wat beter dat zaakje
bekijken en ons bepalen tot die plaats die
ons natuurlijk het meeste belang inboezemt,
nl. Haarlem, ofschoon de verhouding daar
niet zoo buitengewoon groot is als in an
dere plaatsen, vooral het werelberoemde
(sic) Warffum niet. De Hoogere Burger
school met ójarigen cursus hier ter stede
wordtvolgens de opgave in de Maasbode,
aan wie wij dan ook en met vertrouwen
de verantwoordelijkheid voor de juiste op
gave overlaten, bezocht door 123 leerlin
gen. De onkosten voor die school bedragen
jaarlijksch 21.362,82^, het rijk verleent
bovendien eene jaarlijksche subsidie van
7000 gulden, het schoolgeld dat die 123
leerlingen betalen bedraagt slechts 7.602,50
zoodat er elk jaar 20.760,32 bijgepast
moet worden. Dat bagatelletje op die 123
jongelui verdeeld, geeft tot een uitkomst het
cijfer van ƒ168, dat elke leerling jaarlijks
cadeau krijgt. Men ziet hetHaarlem maakt
het nog al schikkelijk; maar 't is| toch
te veelwant wie moet die twintigduizend
zevenhonderd zestig gulden en twee en
dertig en een halve cent betalen? Natuur
lijk de burgerij, want dat moet uit de in
komsten der stad betaald wordenen deze
inkomsten worden bezorgd door de belas
tingen die de burgers moeten betalen.
Uit de lasten die de burgerij dus moet
opbrengengeeft de gemeente aan eiken
leerling van die school jaarlijks 168
cadeau. Maar dat is zeker nog niet het to
tale bedrag. Die scholen hebben voor het
bouwen, in orde brengen en meubileeren
ook heel wat gekost, en die kosten en de
rente van die sommenmoeten ook nog door
de gemeente, dus door de belasting-beta
lende burgers gedekt worden, en dat zal
ook al zoo iets bedragen. Maarwerpt mis
schien deze of gene belanghebbende opdat
komt allen ten goede, allen kunnen er van pro-
teeren, allen kunnen er hunne kinderen heen
zendenen dus van het onderricht genie
ten, om zich door de daar verworvene kun
digheden later een fasoenlijke of deftige
positie in de maatschappij te verwerven. In
theorie is dat argument machtig mooimaar
in de praktijk hapert er iets aan. n.l. dit.
Ieder burger is lang niet bij machte om
voor zijn zoon, of zoo hij er meer heeft,
voor elk zijner zonen, jaarlijks een 60
schoolgeld te betalenwat toch ten naastebij
aan alle Hoogere Burgerscholen zoowat
de som van het leergeld is, behalve nog
den aankoop van de soms zeer dure leer
boeken die men jaarlijks ook nog wel op
40 a 50 kan rekenen. Dat is dus al een ar
gument voor het niet bruikbare dier scholen
voor alle kinderen, want ƒ100 schoolgeld
kan er bij zeer veel lieden niet op overschie
ten, wat door het geringe getal leerlingen
aan die inrichtingen van onderwijs, genoeg
zaam wordt gestaafd, 't Is dan ook een
bewezen waarheid, dat die cadaux meest
al ten voordeele komen van de ge
goede of rijke lieden en dit maakt de on
billijkheid des te grooter, omdat door het
vaak zuurverdiende en met moeite en veel
arbeid verworven geld van vele burgers,
voordeelen worden bezorgd aan hen, die
het meest met tijdelijke goederen zijn be
deeld en er de minste behoefte aan hebben.
De Maasbode maakt nog op een andere
bijzonderheid opmerkzaam, die niet min
der de aandacht verdient en nog meer de
onbillijkheid van dien toestand aanwijst.
Zij is namelijk deze: dat de Hoogere Bur
gerscholen dikwijls nog bezocht worden
door Kinderenwier ouders in eene andere
gemeente wonen, en die dus zelve niet
het minsto bijdragen in de inkomsten der
gemeenten waar hunne kinderen ter school
gaan. Daaruit vloeit dan voortdat de bur
gers van eene, met een Hoogere Burger
school gezegende gemeente, moeten betalen
voor kindereu uit een geheel vreemde ge
meente. Om zich van de waarheid van dat
feit, ook in onze stad te overtuigen, be
hoeft men slechts tusschenbeide een blik te
werpen in het spoorwegstation, waar men
verscheidene dier kinderen op het vertrek
der treinen ziet wachten, om huiswaarts
te keeren.
Wij hebben daar straks gezegd, dat het
hooge schoolgeld voor vele ouders een be
letsel is om voor hunne kinderen van de
Hoogere Burgerscholen gebruik te maken.
Behalve dezen motief is er nog een an
der, die nog meer gewicht in de schaal
legten dat is de strekking van het onderwijs
op vele dier scholen. Dat onderwijs is nament-
lijk zeer dikwijls, ja, wij mogen zeggen
bijna altijd ongeloovig, anti-christelijk,
anti-godsdienstig, neutraal noemt men dat,
maar die neutraliteit is van verkeerd en
valsch allooi en maakt het geheel en al on
geschikt voor de jeugd en vooral voor de
Katholieke jeugd. 'tZou ons te ver voeren,
indien wij hierover in nadere bijzonderhe
den en in uitvoerigheid wilden tredenmaar
dit is waar en zeker, dat dat zoogenaamde
neutrale onderwijs niet deugt, en dat die
zoogenaamde neutraliteit een adder onder het
gras is.
Wij resumeeren dusDe gemeente geeft
jaarlijks uit de inkomsten die de burgerij
haar verschaftcadeautjes aan de kinderen
van hen, die het minst er om verlegen,
zijn, en onderhoudt zeer dure scholen ten
bate van zeer weinigen, en waaraan verreweg
het grootste gedeelte der burgerij niets heeft
dan dat zij weet dat zij het mag betalen.
Er wordt dus voortdurend een zeer groote
onbillijkheid gepleegd.
Maar wat is daar aan of tegen te doen
Ja, wat is er juist tegen te doen? Hierop
blijven wij voorloopig het antwoord schul
dig. Voor heden zij het genoeg dat wij op
dit feit hebben gewezen, er de aandacht
op getrokken hebben, wellicht hebben wij
later gelegenheid om er op terug te komen
ten einde te zien of er wat aan te doen is.
DE OPLOSSING DER CRISIS.
Eindelijk zijn wij dan ten deele uit de on
zekerheid over onze ministrieele crisis ver
lost. De Staatscourant bevat n.l. het
volgende
„Bij besluit van den 5e September
1876, No. 12, heeft zijne Majesteit goed
gevonden
„le niet te verleenen het onslag gevraagd
door Hoogstdeszelfs minister van Binnen-
landsche zaken, van Justitie, van Buiten-
landsche zaken, van Marine en van Fi
nanciën;
„en met ingang van den lln Septem
ber, e.k.
„2o op hun verzoekeervol ontslag
te verleenen aan Jhr. G. J. G. deKlerck,
Hoogstdeszelfs minister van Oorlog, en
aan Mr. W. baron van Goltstein, Hoogst
deszelfs minister van Koloniënonder dank
betuiging voor de vele en gewichtige dien
sten, door hen aan den Koning en aan den
lande bewezen;
„3e aan Hoogstdeszelfs minister van Ma
rine, W. F. van Erp Taalman Kip, tijde
lijk de functiën van minister van Oorlog
op te dragen tot den 30n September e.k. en
„4e tot minister van Koloniën te benoe
men mr. F. Alting Meeslaatstelijk presi
dent van het Hooge Gerechtshof van Ne-
derlandsch Indië."
Voorlopig zullen wij het dus nog zon
der minister van oorlog moeten redden,
maar men verwacht dat de portefeuille ook
zal bezorgd zijnvoordat die kamers haar
werkzaamheden zullen hervatten. De mini
ster van Koloniën iszooals men zietver
vangen. Over zijn opvolger zegt het D. v.
Z.H. en 'sG. het volgende:
„De heer Alting Mees is een op poli
tiek gebied nieuw man. Is hij tevens een
man, die een langdurige en eervolle loop
baan in Indië, trouwens meerendeels op
regtskundig en finantieel gebied, achter
zich heeft en van wiens karakter slechts
lof wordt gesproken, wij hopen dat het
hemhoe ook genomenniet aan een hel
der inzicht moge ontbreken om te beseffen
wat de ontredderde toestand van Indie
meer dan ooit dringend vordert."
WEKELIJKSCH OVERZICHT.
Wij hebben in de „Laatste Berichten"
van ons laatste nommer reeds medege
deeld dat Turkije andermaal een nieuwen
beheerscher heeft verkregen. De ongeluk
kige Murad, wiens troonsbestijging met
gejubel werd begroet, en wien men zulke
uitmuntende hervormingen had toegedacht,
de ongelukkige Muraddie later ziek
krankzinnig en aan dilirium lijdendewerd
onmogalijk gemaakt, heeft zijn zetel moeten
ruimen voor Abdul-Hamid II. Zulke ver
anderingen gaan in Turkije nog al gemak
kelijk naar het schijnt. Met den koran in
de bandbewijst men dat Murad niet
deugt, en dus vervangen moet worden
van dat besluit wordt den zieken mandie
nu waarlijk ziek was, kennis gegeven.
Goed- of kwaadschiks wordt hij naar een
ander paleis overgebracht en de nieuwe
Sultan neemt op den troon plaats, tot
datja tot hoe lang Misschien wordt
die vraag ook wel spoedig door den groo
tenraadsel oplosser, den tijd, beantwoord.
Wat er' inmiddels van Murad is geworden
weet men niet zekermen zegt dat hij naar
een naburig eiland in een paleis opgesloten
is. Of men uit zijne nabijheid alle scharen
heeft verwijderd, wordt niet bericht, maar
het zal zeker niemand verbazen, wanneer
hij binnenkort hoort, dat de ongelukkige
onttroonde vorst zich bij ongeluk door een
of ander middel heeft van kant gemaakt.
Yeel gejuich en gejubel was er niet
bg de uitroeping van den nieuwen Sultan,
alles is zeer stilletjes in zgn werk gegaan
misschien vermoedt de bevolking wel, dat
er nog eens eene troonsverandering kan
komen en dat zij dan aan het jubelen zou
kunnen big ven. Gebrek aan Sultans zal er
wel niet zijn, want mocht deze weer eens
van het tooneel verdwijnen, dan big ven er
lliRlMHdH WEIKffiUn
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem75 Cents.
Buiten Haarlem franco per post85
Afzonderlijke Nommers6
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Zaterdag vóór 12 uur
's middags ingewacht.
-A-gite ma non agitate.
Een gouden broche zonder speld.
Een dames omslagdoek.
Een glazen flacon met koperen dop.
Een wit katoenen borstrok.
Een zwartstroo jongenshoedje.
Een luster boeselaar.
Een paar katoenen handschoenen.
Een ceintuur.
Een overschoen.
Een roode zakdoek.
Een linnen zak gemerkt J. H. V.
Een knipmes.
Drie schoolboeken en een schrijfboek.
Een ring met zes sleuteltjes, en
Eenige losse sleutels.
Voorts te bevragen
Een gouden medaillon met dames portret.
Alles op straat gevonden.