NIEUW Voor KATHOLIEKEN van HAARLEM en OMSTREKEN. M 30. Zondag 22 Oct. 1876. 1*Jaargang. Uitgever W. KÜPPERS. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. Dit blad verschijnt Zaterdagavond. OFFICIEEL NIEUWS. Aan het Politie Bureau Alhier is gedeponeerd. HOOGMOED. Onder de vele kwalen waaraan de heden- daagsche maatschappij laboreertis er eene die de oorzaak van zoovele anderen is en op de langzame genezing der lijderes een zeer grooten invloed ten nadeele uitoefent. De titel, dien wij boven dit artikel plaatsten is tevens de naam der ziekte in kwestie: de hoogmoed, Kent gij hem Hebt gij hem wel eens ontmoet in de verschillende vormen waarin hij zich voordoet nu krui pend en fleemend; dan terugstootend en koel, dan weer van achter de schermen het spel regelende, dat slechts een voorspel heet te zijfl* van het drama, dat de toe schouwers in eene angstige opgewondenheid houdt? Doch welk masker zijn gelaat ook onkenbaar maakt, aan de gestalte herken nen wij hem toch en niet zelden geeft dat verbergen van het gelaat ons eene zeker heid, die een verder onderzoek naar den waren naam overtollig maakt. Met recht noemden wij den hoogmoed eene ziekte die aan het leven der maatschappij knaagt hare beste levenskrachten langzamerhand doet afnemen en weinig hoop op herstel geeft omdat zij, door die ziekte zich hoe langer zoo meer van de bovennatuurlijke geneesmidde len verwijdert deze verwijdering dankt zij dan ook den slependen gang, waarin zij zich bevindt. Wat is toch de oorzaak van den hoogmoed? Waar ontmoeten wij hem? Laten wij op den voorgrond deze ver klaring plaatsen, dat met den hoogmoed waar wij over sprekenniet bedoeld wordt een rechtmatigen trots, dien ieder mensch hebben mag en moet een billijk gevoel van eigenwaarde maar dien hoogmoed welke het hart ongevoelig en verstokt en niet vatbaar meer voor goede indrukken maakt. Hij ontstaat uit gebrek aan ge loof. De mensch is van nature geneigd tot verzet en wil zijne onafhankelijkheid ten opzichte van een ieder handhaven, doch is hij te trotsch om zich te onderwerpen aan de boven hem gestelde macht die recht heeft om wetten te stellen, bepalin gen te maken ten gerieve van 't algemeen welzijn of is zijn verzet niet feitelijk zoodat het niet in daden overgaat en be paalt het zich tot een gemor en inwendi- gen afkeer van onderdanigheid, omdat hij niet onderdanig en gehoorzaam wil zijndan treffen we hier den man aan, hoogmoedig in zijn hart en deze hoogmoed ontstaat wel degelijk uit gebrek aan geloof dat toch zegtdat een ieder onderdanig zij aan alle gezag omdat alle macht van God komt. Van dien opstand en dat verzet heeft elke eeuw haar deel gehad en tevens de treu rige ondervinding opgedaan dat ze slechts jammer en ellende aanbrengen. Was, om iets te noemen, de revolutie op 't eind der vorige eeuw niet de verschrikkelijke getuige van deze waarheid? Doch was de hoofd oorzaak van deze revolutie niet de hoog moed toen hij in zijn ongeloof tegen het wettig gezag in opstand kwam? De Hoogmoed, uit ongeloof geboren, heeft in zijn gevolg nog andere ondeugden, waardig' de sWrHr<.nC.a+ Is de eerzucht niet eene dusdanige? Zij die zich verheven waant boven alle recht, die het waagt zich te verrijken met het onrechtvaardig bezit van datgene wat krach tens eeuwen oude wetten en instellingen een ander behoort? In onzen tijd zien we hoe machtige rijken de hand uitstrekken om de grenzen van het eigen grondge bied te verbreeden. Hunne eerzucht houdt de volken in gespannen verwachting van de dingendie komen moeten en hunne houding is zoo, dat men waarlijk geen profeet behoeft te zijnom de dingen te voorspellen die komen zullen. Dat is eerzuchteen andereEenige jaren ge leden gelukte het een Rooverkoning de Eeuwige Stad te naderendoor samenloop van gebeurtenissenwaaraan nu wijlen de balling van Chislerust niet onschuldig was, werd de in bezitneming van Rome een fait accompli: Wat daar ten lande geschiedde, had in ons Neerland een echo gevonden in de terugroeping van onzen gezant, en de bres in de Porta Pia, en net besluit op het Binnenhof was als zoovele to nen waaruit het lied der vervolging tegen de Kerk kon worden saamgesteld. Dat was de haat, die uit eerzucht ont staat wier beider moeder ongeloof en hoog moed is. Waar een einde te vinden in de opsomming van feiten die voor den ver- derfelijken invloed van den hoogmoed spre ken! 't Is te bejammeren dat de mensch zich zoo gaarne leent tot inwilliging van eischen die hij zoo driestweg stelt. Verschrikkelijk evenwel als de hoogmoed is, zal zijne straf niet geringer zijn in de verblindheid die er op volgt, en geen wijsheid van geleerden, en geen gevolg trekkingen uit de moderne wereldbeschou wing van het" denkend deel dèr natie, kunnen zich onttrekken aan de gevolgen, die uit de voortdurende worsteling van meergenoemde machten voortspruiten. Hoog moed kweekt hoogmoed haat kweekt haat, en wee der Maatschappij wanneer uit dien krater van woelende driften de vlam opslaat, die het sein tot eene algemeene uitbarsting geven zal. Naast de ziekte het geneesmiddel. Doch geen gezondheid voor de wereldtenzij In den tempel stond de Parizeertrotsch op zijne bezittingen en nog trotscher op het goede dat hij deed, zag hij met verachting neder op den armen tollenaar. En deze in diepgebogen houding bekende hij schuld en ging gerechtvaardigd naar huis. Ook de wereld zal niet tot orde en rust, niet tot haar vorigen toestand terugkeeren. Voordat zij zich in allen ootmoed voor God heeft vernederd en weer van haar geloof belijdenis heeft afgelegd. DE EVANGELISCHE MAATSCHAPPIJ. Onder voorzitterschap van dominé F. G. A. Pantekoek isden 12 September 1876 te Alk maar, de 24e Algemeene vergadering der Evangelische Maatschannii orpBonden. door ongeveer 60 leden en afgevaardigden. Under de voornaamste punten van werkzaamheid, waarschijnlijk het voornaamste van alle, werd de stelling behandeld: doortastende uitvoering van de grondwet is in Nederland de aange wezen koninklijke weg ter wering van het Ultramontanisme. «De heer J. Hooykaas Herderschee leidt deze «discussie in. Volgens spreker zijn er, die te- «genover het Ultramontanisme het standpunt «der onbepaalde vrijheid innemen; van dezen «huldigen sommigen het Laissez taireanderen «het doctrinarismedat uit een historisch en «nationaal oogpunt de vrijheid predikt ook «tegenover den gevaarlijksten vijand. «Spreker wil den weg inslaan, door destel- «ling uitgesproken. Hoofdstuk VI der grondwet «moet strikt gehandhaafd wordenbepaaldelijk «dat artikel, waarbij voorgeschreven wordt, «dat de koning wake, dat alle Kerkgenootschap- «pen zich houden binnen hunne aangewezen «grenzen. Onze Grondwet staat tegenover het «Ultramontanisme, dat zich op zijn beurt met «die grondwet niet vereenigen kan. Zulk een «Grondwet is Rome een doorn in 't oog. Het «wil over den Staat heerschen, niet onderden «Staat staan. Als de Grondwet consequent uit- «gevoerd wordt, zal lo. de gelijkheid van alle «kerkgenootschappen onbeschroomd opgevat en «geen bevoorrechting van het eene genootschap «boven het andere worden geduld, en 2o als «de Regeering waakt, zal zij zich verplicht ge- «voelen aan geen aanhangers van het Ultra- «montanisme eenig staatsambt toe te vertrou- «wen. «De Ultramontaan zoo eindigt spreker «is een vreemdeling in en een vijand van «Nederland." Dit referaat lokte een korte dis- «cussie uit. Een spreker vraagt wat men moet «doen, wanneer de Regeering dien koninklijke «weg niet betreedt en het Ultramontanisme «door begunstiging in de hand werkt? Een «ander waarschuwt er tegen dat wij Protes- «tanten, ons zeiven niet schuldig maken aan «het euvelwaarvan men de Regeering be- «schuldigt. Vele Protestanten nemen bij benoe- «mingen van onderwijzers enz. de godsdienstige «belijdenis in aanmerking. Dat moest men niet «doen. Ook wordt er gewezen op een zeer «wenschelijke verandering van de kieswet «waarbij de kiesbevoegdheid wordt verleend «aan hetintellect; dan zou er eene andere «en betere partij groepeering gevormden de «Regeering gedwongen worden haar taak ge- trouwer te volvoeren. «Eene tweede stelling luidtde Ev. M. moet «zoowel het Confessionalisme als het Ultra- «montanisme bestrijden. De heer P. Hugenholtz «Jr bespreekt haar en wijst op de overeen- komst van het Confessionalisme en het Ul- «tramontanisme. Hel eerste is evenmin pro- «testantsch als het laatste. Wie die gevaarlijkste «macht buiten de protestantsche Kerk willen be sstrijden, moeten ook die andere macht binnen «die Kerk bestrijden. Zoodra een confessie ver beven wordt als grondslag eener Kerk en voor «altijd blijvend en verbindend wordt vastgesteld, «is die Kerk in beginsel roomsch. «Dit woord vindt weinig of geen tegenspraak. «Een spreker vraagt echter of de bestrijding «van het Confessionalisme wel ligt op den weg «der Evangelische Maatschappijdie volgens «hare statuten alleen geroepen is om waarheid «en godzaligheid onder de Katholieken te ver- «spreiden. Ook releveert een der sprekers, dat «het Confessionalisme een meer piötistisch dan «dogmatisch karakter heeft. Nok wordt er ee- «werkkring der Maatsch. uit te breidenmaar «om per se het Confessionalisme te bestrijden, «wanneer men het Ultramontanisme wil be sstrijden Het eerste is een middel om het «laatste te bereiken. Nadat deze discussie af- «geloopen waswordt de vraag ter sprake ge- «bracht of de Vergadering ook practische maat- «regelen kan nemen tegen het Ultramontanisme »b. v. door een petitionnement aan de Regee- «riug, waarin sommige feiten worden blootge- «legddie zoo hier en daar plaats hebben en «bewijzen leveren voor begunstiging van het «Ultramontanisme. Dit voorstel vindt ondersteu- «ning, een spreker verlangt zelfs een algemeen «petitionnement, waartoe ook niet-leden der «maatschappij meêwerken. Een ander wil dit «door al de Departementen doen plaats heb- «ben. Dit laatste wordt aangenomen en aan «het hoofdbestuur de samenstelling van zulk «een adres opgedragen. «Nog wordt op de verschijnselen des tijds in «België gewezen, bepaaldelijk op de stad Gent «en de onlangs aldaar gehouden feesten. Zou «de Ev. M. de beweging aldaar ook kunnen «steunenzoo wordt er gevraagd waarbij de «katholieke dorpsgemeente gemémoreerd wordt «die zich geheel afgescheiden heeft en het Pro- «testantisme aanhangt. Andere feiten bewijzen «dat dezelfde geest ook elders sluimert. Deze «zaak vindt instemming en wordt opgedragen «aan het Hoofdbestuur. «Een der leden wijst nog op de belangrijke «toeneming van het grondbezit in katholieke «landen, en meent, dat daarnaar wel eens een «onderzoek mag plaats hebben en eene waar- «schuwing daartegen van de Maatschappij uit- »gaan." Daarna wordt de vergadering gesloten. Zoo verspreidt de Evangelische Maat schappijnaar hare leuswaarheid en god zaligheid onder de Katholieken. De Ultramontaan is een -vreemde ling in en een vijand van Nederland. Als men dolhuispraat ernstig behandelen wilde, dan zou men in de eerste plaats vra gen, op welk recht durven de nazaten van de roovers der 16 eeuwaltijd nog in het bezit van geroofde goederen en titels, den eisch gronden, deD beroofden ook het weinige nog dat hun gelaten is, te ontstelen? Of is de HAARLM ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem75 Cents. Binten Haarlem fianco per post85 Afzonderlijke Nommers6 WEEKBLAD. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Zaterdag vóór 12 uur 's middags ingewacht. -A.gi.te ma non agitate. Eene ketting van een snoer blaauwe koralen met gouden sluiting. Een zilveren vingerring. Eene portemonnaie met geld. Eene kinder portemonnaie met eenige centen. Een stuk van een clarinet. Twee rijtuigkrukken Een schilders stopmes. Een nieuwe zakdoek met handschoen. Een zijden zakdoek met blaauwe streep. Een roode zakdoek. Een koperen oorbel. Een zwarte oorbel. Een overhemd. Een tandenborstel Een koperen 5 hektogram Eene ring met 5 sleutels, en Een losse sleutel. Alles op straat gevonden. Voorts te bevragen. Twee manden met appelen, en Een paar lederen kinderlaarsjes. oi»o vcjii vlC/iCn «wezeu up uc nuuuza&enjh.iieiumei um ubn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1876 | | pagina 1