NIEUW HJ M 33. Zondag 12 Nov. 1876. 1Jaargang. Voor KATHOLIEKEN van HAARLEM en OMSTREKEN. In in J* gei 'del Uitgever W. KÜPPERS. BUREAUSt. Jansstraat Haarlem. (SI* Dit blad verschgnt Zaterdagavond. OFFICIEEL NIEUWS. Aan het Politie Bureau Alhier is gedeponeerd. Uit Rome kwam' de treurige tijding- dat kardinaal Antonelliin den nacht van den 5n op den 6n dezer overleden is. Wij behoeven niet te zeggen, welk zwaar verlies door de Kerk en speciaal door Z. H. den Paus in J et afsterven van dezen schranderen en 'ijkbegaafden staatssecretaris geleden wordt. Zijn roem toch is alom verkondigd, en niet het minst door zijne vijanden zeiven, die hem zóó zeer vreesden, dat zij sinds jaren met onmiskenbaar leedvermaak van liet vermin- P'ieren zijner lichamelijke krachten notitie na men en hem in hun ijver zelfs herhaaldelijk dood verklaarden. De kardinaal-diaken Jacobus Antonelli *erd den 2u April 1806 te Sonuino, bij Terracina aan de Na- pelsche grenzen, geboren; hij was dus ruim 70 jaar oud. Reeds op jeugdigen leeftijd studeerde hij aan het seminarie te Rome Toen hij diaken was gewijd èn in den pre- latenstand verheven, werd hij als delegaal achtereenvolgens naar Orvieto, Viterbo en Macerata gezonden en in Juni 1847 tot het kardinalaat verheven. Pius IX benoemde hem tot onder-secretaris van Binnenlandsche Zaken en tot minister van Financiën of Opper-schat- meester der tweede Apostolische Kamer. Spoe dig echter ging laatstgenoemde waardigheid over aan Mamiani en vervolgens aan Rossi, wiens verraderlijke vermoording den meesten onzer lezers nog levendig voor den geest zal staan. Kardinaal Antonelli volgde in 1848 den ontvluchten Paus naar Gaëla, waar hij tot staatssecretaris van Buiteniandsche Zaken benoemd werd. Als staatsman werd hij spoe dig zoozeer geacht, dat aan zijne adviezen door de geheele Europeesche diplomatie groote waarde werd gehecht. Steeds was hij de ge trouwe raadsman en vriend van Pius IX, die, ofschoon 14 jaar ouder dan hij, hem toch nog overleven mocht. DE VRIJMETSELARIJ. De Goddelooze Voltaire schreef eens aan d' Alembert: „Er moeten honderden van handen zijn welke het monster (het Christendom) door steken, zoodat het onder duizend verdub belde slagen valt." „Maak deneerlooze (Christus) beschaamd; stoot toe, maar verberg de hand die het doet." Ziedaar ook de ware bedoeling van het licht-schuwend monster de vrijmetselarij die ook, overal waar zij de kans schoon ziet, met den giftigen dolk naar het Christendom steekt, doch onder het zijden gewaad van gehuichelde deugd, de hand verbergt, die het doet. Terwijl zij den mensch zijn kostbaarsten schat, zijn geloof, zoekt te ontroovén spreekt zij hem van „humaniteit" en verbergt, echter kwalijk, achter dat schoonklinkend woord, haar Satanische boosheid. Onlangs schreef een vrijmetselaar (Alex ander Adam). „De vrijmetselarij tracht, vóór alle din gen, de vrienden der menschheid tot een groot bondgenootschap te vereenigen." Zeker; honderden van handen moeten, eenmaal gevangen in de strikkendie de Vrijmetselarij zoo listig weet te spannen, en in hare macht, willens of onwillens, het Christendom doorsteken. Dat het daarom te doen is, blijkt ten duidelijkste uit dien zelfden schrijver als hij zegt „Ons Koninkrijk is wel van deze wereld. „In dit opzicht onderscheidt zij (de vrij metselarij) zich van iederen in Kerkvorm zich openbarenden Godsdienst, welke slechts ten doel heeftden mensch op deze aarde tot de zaligheid van een beter en hooger leven aan de overzijde van het graf, voor te bereiden, en hem daartoe tot vroomheid en goeddoen aanspoort; de belofte van een eeuwig leven in hemelsche gewesten voorstellende, als de onbedriegelijke be- looning van een rechtzinnig en rechtschapen aardsch leven. „Aan zulk eene belofte is de vrijmetse larij vreemd." Wat kan men meer verlangen dan deze verklaring, om de vrijmetselarij als een Goddelooze, het Christendom gansch en al vijandige zaak te brandmerken. Wat is zij naar deze verklaring anders dan de bepaalde tegenstandster van Christus Mijn rijk zegt Christus is niet van deze wereld. Mijn rijk zegt de vrijmetselarij, is wel van deze wereld. Men zietZij staat in verhouding tot het Christendom als het Ja, tot het Neen. Wij hebben moeielijke dagen doorleeft; niet altijd scheen de Zon even helder, wij hebben geworsteld tegen de woedende ele menten, onder het gehuil van den wind, het geraas van den donder, en het flik keren van den bliksem, dobberende met onze zwakke hulk, op de woeste golven van de stormachtige zeedie men wereld noemt. Hoe menigmaal dachten we te vergaan; doch in die benarde oogenblikken, wan neer menschelijke hulp ijdel bleek, dan namen wij onze toevlucht tot God, wij baden. Eene gedachte vervulde onze ziel „Wie op den hoogen God vertrouwt Heeft zeker op geen zand gebouwd." Dan voelden wij al biddende onzen moed en ons vertrouwen vermeerderenen al zagen we de redding nog niet, wij wis ten zeker dat zij komen zou, omdat wij Christus op zijn woord geloofden. En zij kwam. Het noodweêr bedaarde, onze hulk kwam behouden de haven binnen; altijd, altijd werden we gered, en dikwijls won derbaar: GERED DOOR ONS GELOOF. En wat schrijft nu Br.-. Adam? „Alleen de zwakke en lafhartige mensch bouwt zijne hoop op eene bovenaardsche hulp." Kan het goddeloozer? Ónnoozele bloed! Gij waantu sterk. Gij waant U krijgsman en zijt blijkbaar nim mer in het vuur geweest. Wij zullen zien wat en wie gij zijt, als gij eens uw vermogen verliest, van uwe vrienden en kennissen wordt verlatenziek en hulpeloos daar neder ligtof als de dood u aangrijnst en de eeuwigheid naar u gaapt. Meent gij een van deze dingen te kun nen voorkómen ODan zijt gij niet op de hoogte en wee n als gij in elk van die gevallen uwe hoop niet bouwt op eene bovenaarsche hulp. Dat uitsluitend steunen op eigen krach ten dat schitterende sterren van den Hemel heeft doen vallen, is wel een bewijs van den hoogmoed, waarmee de vrijmetselarij bezield is, en tevens de oorzaak van hare stekeblindheid en haar haat. Zij kan de nederigheidde voornaamste les van Christus, als zijn bepaalde tegen standster niet verdragenvan daar dat altijd schelden en razen op de voornaamste dra gers van het Christendom, de katholieke Priestersdeze bestempelt zij o. a. met den naam van „bende". Waar heeft de aarde ooit aanschouwt, eene vergadering zoo grootsch, zoo indruk wekkend, zoo eerbiedwaardig als het jongste Vaticaansche Concilie, met den grootenen edelen Pius IX aan het hoofd? En dat noemt Br.-. Adam een ben de!!... Wij vragen: Is dat geen mod der naar de zon gooien? Men zegt dat de hoogmoed den mensch krankzinnig kan makenen gelooven wer kelijk, dat er, bij sommige vrijmetselaars reeds sporen van waanzin te ontdekken zijn. Óm dit te staven zullen we nog even het boekje, alias modderbakje van Br.-. Adam inzien; wij lezen: „Zijde vrijmetselarij wil de aarde tot een Paradijs van gelukzaligheid maken". Derhalve geen armoedegeen ziektegeen dood zelfs meer; want de gedachte dat men ieder oogenblik sterven kan, en de natuurlijke vrees voor de onbekende eeu wigheid sluiten de gelukzaligheid uit. 't Is kras niet waar? Zou men niet mogen vooronderstellen dat; het denkbeeld van „aardsche geluk zaligheid" ontleend is aan het brein vau een of anderen bewoner, van een krank zinnigen gesticht Als het waar is wat sommige beweren, dat de vrijmetselarij ook Katholieken onder hare leden telt; wat moet men dan wel van zulke Katholieken denken WEKELIJKSCH OVERZICHT. Omtrent de laatste oogenblikken van kar dinaal Antonelli wordt bericht: De hooge lijder behieldondanks de vreeselijke smar ten, welke hij leed, tot de laatste oogen blikken zijn buitengewone zielesterkte. In strijd met den raad zijner geneesheeren weigerde hij het bed te houden, en ging voort den Paus dagelijks te bezoeken, om met Z. H. te arbeiden. Den nieuwen franschen gezant baron Baude ontving hij drie dagen vóór zijn dood nog in audiëntie; den vol genden dag was hij wederom bij den H. Vader toen hij eensklaps een hevige pijn in de borst gevoelde en naar .zijn vertrek ken moest gedragen worden. De lijfartsen van Z. H. bevonden den toestand van den lijder hopeloos en kondigden Antonelli aan dat hij sterven ging. Aanvankelijk wilde de kardinaal hen niet geloovendoch weldra stemde hij er in toe dat hem de laatste H. H. Sacramenten werden toegediend. In den nacht van zijn sterven bracht dé H. Vader hem tweemaal een bezoek. In eene depêche aan de Times wordt ge zegd dat toen het overljjden van den kar- dinaar bekend werd, de Paus in tranen uitbarstte en, op de knieën zinkende, ge beden voor hem ten hemel opzond. Hij wenschte het lijk nog te zien maar dit werd hem ontraden. Alle Katholieken zullen van harte in de smart deelnemen, die het verlies van dien trouwen minister aan Pius IX baartallen zullen voorzeker ook aan den kardinaal Antonelli den tol hunner gebeden betalen en door hunne gebeden kracht en sterkte voor den Heiligen Vader van den Hemel afsmeken. De onder-staatssecretaris Mgr. Vanu- telli is ad interim met de waarneming der functiën van wijlen kardinaal Antonelli belast. Een paar uren na den dood van kardinaal Antonelli stierf een ander Italiaan van naam, prins Ruspoli, voormalig brigade-generaal in het pauselijk leger. De hertogin van Aostagemalin van den ex-koning Amadeuswier gezondheids toestand sedert haar vlucht uit Spanje steeds wankelend was is overleden. Men is het nog niet eens over de stad waar een Conferentie in zake de Oostersche ruzie gehouden zal worden. Constanlinopel, is door Engeland als plaats van bijeenkomst gesteld en de onschendbaarheid van het Turksche grondgebied zal door Engeland als punt van uitgang onvoorwaardelijk geëischt worden. Dat Constantinopel de plaats der te houden Conferentie zal wezen schijnt buiten twijfel; ook bevestigt zich, dat Engeland het initiatief voor een pro gramma genomen heeft. Rusland zal dus zijn annexatie-lust moeten afleggen. "A ItAlIEIKOI VK1KBLAA ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem75 Cents. Buiten Haarlem franco per post85 Afzonderlijke Nommers6 PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Zaterdag vóór 12 uur 's middags ingewacht. A.gite ma non agitate. Een gouden oorknop. Een zilveren vingerhoed. Eene portemonnaie met geld. Eene bruin, zijden parapluie, een katoenen dito. Een bloedkoralen oorbel. Een paar evalisten vrouwenpantoffels. Een bril. Een breukband. Een busking pet Een blauwe zijden, halsdoekje. Een roodgestreepte doek. Twee kindermutsjes. Twee wollen kinderkousjes. Een blauwe kous. Een blauw polsmofje. Een zwarte vrouwenmuts. Een gekleurde zakdoek. Een witte dito. Een paternoster. Een dubbelde sclioollei Eenige notarieelo acten Een mand met gereedschap. Een wagen met ledige kist. Eert knipmesje. Alles op straat gevonden Voorts te bevragen. Een zandschuiten Een plank ff

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1876 | | pagina 1