NIEUW M 34. Zondag 19 Nov. 1876. r Jaargang. Voor KATHOLIEKEN van HAARLEM en OMSTREKEN. Uitgever W. KÜPPERS. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. Dit blad verschijnt Zaterdagavond. OFFICIEEL NIEUWS. Aan het Politie Bureau Alhier is gedeponeerd. DE VRIJMETSELARIJ EN HET CATHOLICISMS Terwijl de vrijmetselarijgelijk wij onzen lezers in ons vorig Nummer aantoonden, in lijnrechte tegenspraak is met het Chris tendom; terwijl zij den mensch zijn ge loof aan een veropenbaarden Godsdienst en zijn vertrouwen op God zoekt te ont- rooven en dwaselijk verkondigt, dat zij vreemd is aan eene belofte van een eeuwig leven, in Hemelsche gewesten; dat haar rijk wel van deze wereld isen dat zij deze aardeOch armetot een paradijs van gelukzaligheid wil maken; willen wij onzen lezers eens eene heerlijke lezing ver schaffen uit de „Notions philosoph'iques" en daardoor de verhevenheid van het Catho- licisme, in tegenstelling van de laagheid der vrijmetselarijin het licht stellen. Wij zijn zoo vrij onzen goedgunstigen lezers te verzoeken het volgende aandachtig te lezen „Wat zouden Plato, Aristoteles en andere geleerden der oudheid gedacht hebbenware het dat zij, gelijk wij, verlicht door de openbaring voor hunne oogen hadden ge zien de Stichting eener Gods vereering, die door het verhevene harer leerstukken zeker het Opperwezen alleszins waardig is die, door de wijsheid harer zedeleer, den menschen allernuttigst is; die, door hare beweegredenen, voor ieder in het bizon der de allertroostelijkste is: de Stichting eener Gods vereering, die den geest ver licht, en de verhevenste en bevoegdste gevoelens, omtrent de Godheid inboezemt; die het hart bemoedigt; de edelmoedigste en nitmuntendste denkbeelden instort; die onze gedachten en begeerten zelfs regelt; onze plichten aanwijst en alle Staten hei ligt: eene Godsvereeringdie den grooten der aarde den ootmoed oplegt; die de losma king van het aardscbe, aan het hart der rijken beveelt; die de matigheid aan de gelukki gen de berusting in den wil des Hemels aan de ellendigen aanprijsteene Godsvereering die den mensch naar de goede orde, die de schakels van ondergeschiktheid vormt; die het menschdom bekend maaktmet de middelen van algemeene bevordering van het welzijn der staten en rijken met den ingeschapen wensch naar het ge lukmet het verlangen van alle menschen naar de onsterfelijkheid. „Die reine Godsvereering vordert dat wij eene liefde van algemeene voorkeur boven alles; eene liefde die onze geheele ziel vervult en al hare neigingen betengeit; en eenen grenzeloozen eerbied zullen koesle ren voor dat wezen, dat ons aan het niet onttoog en dat zij ons vergunt onzen vader te noemen. „Die Godsvereering stelt deze eischen op den voorgrond: dat wij voor alle men schen, welke zij tevens onze broeders heet, eene liefde over hebben, die zich tot allen uitstrekt, ook tot de kwaden, tot de on dankbaren ja zelfs de onderdrukkers niet uitgezonderd. „Die gelukkige mensch, welke dezen Godsdienst nauwkeurig beoefent, is van dien oogenblik af, een belangrijk en nuttig mensch in de wereld; is welgevallig aan de maatschappijis een goed vader des huisgezins; is een goed meester; is een goed onderdaan; een goed vriend en een braaf burger: hij is oprecht in zijne be woordingen; onbaatzuchtig in zijne raadge vingen; wijs in voorspoed; standvastig in tegenspoed; onbekwaam tot lafhartigheid, door verhevenheid van ziel; bekwaam tot vergeven, ja tot weldoen aan zijne vijan den. De Godsdienstige is onderdanig aan de wetten; bemint de orde; bemint het Vaderland; vreest niets, dan God; is geen ander slaaf dan van zijne plichten; is met niets gierig, dan met zijnen tijd; is niet meêdoogend, dan voor anderen; is niet streng, dan tegen zichzelven. Indien hij de ondeugd verachtdan verontschuldigt hij de gebre ken hij prijst de verdienstealleen hij acht niets dan de deugdzijn geweten ver wijt hem nietshij behoeft voor de men schen niet schaamrood te worden; behoeft zich niet voor God te verontschuldigen; behoeft geen wisselvallighedengeene gee- sels des Hemels, geene onheilen der aarde, geen ziektengeenen onverwachten dood te duchten. Bewaakt door de oogen der Voor zienigheid, rust hij in den schoot des Al- machtigen. Den Meester van het Heelal heeft hij tot vriend; hij leeft in rust; hij lijdt als een held; sterft als een heilige. O, hoe gelukkig is hij! Hoe gelukkig zouden de menschen zijn indien zij zich naar de grondregels van die Godsvereering voegden! Welke zuiverheid zoude er in de zeden heersehenWelk eene heuschheid van gedrag! Welk eene oprecht heid in woorden! Welk eene aangenaam heid in de samenleving! De eenvoudigheid zoudeten platten lande de goede trouw in de steden de vredein de huisgezin nen de zekerheidin den handel de trouwin de huwelijken de oprechtheid in de vriendschap geboren wordenvoor zitten ja heersehende oversten des volks zouden in gerustheid regeeren en de vaders hunner onderdanen wezen zulke onderda nen zouden wederkeerig zulke bestuurders zegenen. Men zoude dan geene klachten ten hemel hooren stijgentegen kneve lende belastingen, noch tegen de onder drukkers van weduwen, wezen en behoef- tigen; men zoude hem, die alleen is, die geenen beschermer heeft, die zwak is, met één woordalle ellendigen uit hunnen nood verlossen; iedereen zoude van zijne kant, alles doen, alles nalaten, om het geluk des evennaasten te bewerken, te voltooien te bevestigeneene onderlinge liefde zou ons allen verbroederenaltijd recht, altijd welda dig, altijd deugdzaamen zoo gelukkig als men op aarde zijn kanaltijd zuchtende naar het grooter geluk des hemels, zouden wij onze dagen in rust, in deugd, alhier overbren gen, in de verwachting van die met nog betere, in de blijde onsterfelijkheid te ver wisselen." Wij willen aan deze schets van het ge luk, dat Christus aan de wereld schonk, en dat de verlichters der Negentiende eeuw gezworen hebben, bij het menschdom uit te dooven, door hen met klatergoud van schoone uitdrukkingen en met schijndeug den te misleiden, niets toevoegen; alleen willen wij vragenHoe is het mogelijk dat een menschdie gezond verstand en een goed hart heeft, zijn heil zoekt in de dwaas heden der vrijmetselarij Hoe is het mo gelijk dat iemand den Kath. Godsdienst kan haten, die zoo verhevenzoo troost- en ze genrijk is? Een verward brein, een bedorven hart of onbekendheid met de leer van het Ca- tholicisme kunnen daarvan alleen de oor zaak zijn. v ANTONELLI. De liberale dagbladen deelen algemeen mede, dat de vader van kardinaal Antonelli hout hakker en veehoeder is geweest; de »Nieuwe Rotterdamsche Courant" in navolging van de »Köln. Zeitung» voegt er nog de bizonderheid bij dat de kardinaal ook struikroovers onder zijne voorouders telde. Deze merkwaardigheden moeten natuurlijk dienen om den doorluchtigen overledene, die zich volgens het «Vaderland» door eenen on- aangenamenstuwen glimlacheen koelen wantrouwenden blik en vrij slordige kleeder dracht onderscheiddein minachting te bren gen bij het anti-katholieke publiek. Het geeft zeker al reeds weinig blijk van fatsoen, zulk eene lijkrede te houden bij een versch gedolven graf, doch welke benaming verdient niet zoodanige handelwijze wanneer men zich daarbij voorbedachtelijk van laster taal bedient? Antonelli zou er zeker niet min der groot en beroemd om zijn wanneer zijn vader hout gekloofd en achter de koeien geloopen had, doch dit is slechts een verzinsel. De vader was een zeer vermogend man, stamde af uit een oud geslachtdat tal van bekwame rechtsgeleerden, geschiedschrijvers en strijders voor de ware onafhankelijkheid van Italië heeft opgeleverd, bezat aanzienlijke landerijen en werd door Paus Gregorius XVI. in den adelstand verhevenmet den titel van graaf. Dat hij rijk moet geweest zijn, blijkt uit het feitdat Antonelli in 1830indeprelatuurvan justitie werd opgenomen, tot welke waardigheid niemand wordt verheven, die niet van onberispelijke familie iseen vlekkeloos leven leidt en een persoonlijk jaarlijksch inkomen heeft van 7 a 8000 francs. Antonelli was toen 24 jaar verdiende geen geld en moest dus een per soonlijk vermogen van zijne ouders ontvangen. Wij hebben nocit gehoord of gelezen dat kar dinaal Antonelli struikroovers onder zijn fami lie telde; 't is echter wel algemeen bekend dat de mannen der loge eens, uit haat, een sluipmoordenaar op hem afzonden, eene bi zonderheid waarvan echter de liberale bladen geen melding maken, waarschijnlijk om de ingeboezemde verachting voor den gehaten doode niet te verminderen. »Hyenagebroed kan nooit de lijken sparen." WEKELIJKSCH OVERZICHT. Dat het Conferentie-plan in zaken de Oostersche-quaestie door alle mogendheden is aangenomen schijnt zeker te zijn, maar of het plaats zal vinden met een gunstig resultaatis zeer onzeker. Als Rusland maar geduld heeft De Czaar rust zich toe omdat hij den oorlog niet wil? De mobi lisatie gaat inmiddels vergezeld van een volledig plan van Kriegsbereitscha/ten vol gens berichten is het Russische leger ge reed te velde te trekken. Rusland verlangt, dat de Sultan aan zijn Christen-onderdanen dezelfde rechten als aan zijn Mahomedaansche toekenne. Voor hem die Rusland kent, geeft deze verkla ring veel te denken. Zonder eenige over drijving kan men beweren, dat het be ginsel van gelijkheid van rechten in Turkije een veel breeder toepassing heeft gevon den dan in Rusland. De Israëlieten bijv. genieten in Turkije dezelfde rechten als alle overige onderdanen des Sultans; in Rusland daarentegenzijn zij nog gedurende het laatste tiental jaren tot voorwerp van Aziatische willekeur gemaakt. Uit alle land streken werden zij verdreven, op alle mo gelijke wijzen werden zij vervolgd en ver drukt in hun burgerlijk levenja in hun kleederdragt gehinderd. De Russische adel juichte den Keizer toetoen hij te Moskou sprak, en geen wonder: in volle kracht bestaat in Rusland nog het groote onrecht, dat de adel en de rijk bevoorrechte klasse in het geheel geen personeele belasting be talen en die alleen van de arme klasse wordt afgeperst. En waar te eindigen als wij aan het verdrukte Polen denken? Men vreest dat de Conferentie zal mis lukken. In dat geval zal de oorlog wor den hervat en zal Rusland te velde trek ken. De Czaar zou verklaren dat hij alles gedaan heeft om langs minnelijken weg waarborgen te verkrijgen en gedwongen is geworden tot de wapenen zijn toevlucht te moeten nemen, om voldoening te erlangen. Engeland wil zich echter den pas niet laten afsnijden naar Constantinopel. De Globe verneemt uit goede bron dat 21 bataillons voetvolk, 7 regimenten kavallerie en 80 stukken geschut bestemd zijnom als eerste engelsch legercorps naar het Oosten ge zonden te wordenindien zulks noodig we zen mocht. De Nat. Zeitung zegt: De sluier wordt opgeheven, die het Oostersche vraagstuk nog bedekte, en men ziet Engeland en Rusland, de twee mededingers naar de heerschappij in Azië, tegenover elkander HAARLMSCH WEEKBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem75 Cents. fluiten Haarlem franco per post85 Afzonderlijke Nommers6 PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels30 Cents Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Zaterdag vóór i2 uur 's middags ingewacht. Agite ma non agitate. Een bloedkoralen kettinkje met gouden sluiting. Een onderstuk van een gouden oorbelletje. Eene portemonnaie met geld. Een streng touw. Een witte vrouwenmuts. Een wit borduurwerk. Een wit boezelaar. Een witte zakdoek. Een rood bonte dito. Een wollen polsmofje. Een gezangboekje. Twee kolenzakken, en Drie losse sleutels. Alles op straat gevonden Voorts te bevragen. Een grenen balk. Een zware ijzeren ketting.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1876 | | pagina 1