NIEUW
Voor KATHOLIEKEN van
HAARLEM en OMSTREKEN.
M 35.
Zondag 26 Nov. 1876.
1*Jaargang.
J\
itaJl
SN>
it j
ID1
Uitgever W. XÜPPERS.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
Dit blad verschgnt Zaterdagavond.
ettert
idigej
N°l ii
ggebn
|V
A
A
H
OFFICIEEL NIEUWS.
Aan het Politie Bureau Alhier is gedeponeerd.
VREDE OF OORLOG
Wat zullen wij hebben, vrede of oor
log? Zal de Oostersche kwestie beslecht
worden in de raadkamer der Diplomaten
of op het oorlogsvelddoor de pen of door
het zwaard Dat is de vraagdie dag
op dag gesteld wordt, door Politici en
geldmannen, in tijdschriften en bizondere
bijeenkomsten. Telken dage neemt men
dobberend tnsschen hoop en vrees, zijn
dagblad op, en terwijl men het ontvouwt
is de eerste gedachte: Wat zal het zijn,
vrede of oorlog?
Ja, wat zal het zijn? 't Is moeielijk op
die vraag een antwoord te geven. De raad
kamers der Gouvernementen zijn goed ge
sloten, en wat geheim moet blijven lekt
niet zoo gemakkelijk uit. Wij kunnen dus
de plannen der Mogendheden niet kennen
en zelfs al kenden wij diedan zouden wij
daaruit nog met geene zekerheid tot vrede
of oorlog kunnen besluiten, daar die plan
nen nog telkens nieuwe wijzigingen kun
nen ondergaan. Wij kunnen alleen wijzen
op feiten, en daaruit tot eene meerdere of
mindere kans op vrede of oorlog besluiten.
En wanneer wij op die feiten letten,
dan meenen wij gerust te mogen zeggen,
dat het er tegenwoordig al vrij oorlogs
zuchtig uitziet. Er zijn dagbladen, die altijd
nog op eene vredelievende oplossing der
kwestie hopen, en den toestand als min
der ernstig voorstellen; wij deelen in die
optimistische beschouwing niet. En inder
daad: wanneer men de feiten nagaat, kan
men moeielijk meer in het behoud van den
vrede gelooven.
Wat pleit er voor het behoud van den vre
de? De vredelievende gezindheid van Rus-
lands Keizer, in de pers zoo hoog geroemd, de
vredelievende taal der Russische dagbladen
en de aanstaande Conferentie. Ziedaar alles.
De vredelievende gezindheid des Keizers,
Aangenomen al dat zij inderdaad zoo groot
is, als sommige bladen haar doen voorko
men, wat beteekent ze dan nog tegenover
de oorlogzuchtige stemming, die in geheel
Rusland heerscht? Zal de Keizer alleen
den geweldigen stroom kunnen tegenhou
den Maar daarenboven mag men met recht
vragen, of de Czaar wel zoo vredelievend
is; te Moskou ten minste sprak hij eene
taal, die alles behalve vredelievend klinkt,
en die zelfs den oorlogzuchtigsten Vorst
geen oneer zou aandoen.
Wat de vredelievende taal der Russische
dagbladen betreftdaar valt ook nog al
iets op af te dingen; en indien men eens
eene bloemlezing uit die bladen hield, zou
het er nog zoo vredelievend niet uitzien.
Maar al spraken zij ook woorden van
vredewie weet niet dat de persdie moet
dienen om de publieke opinie voor te lich
ten wel eens misbruikt wordt om de pu
blieke opinie te misleiden? Kan die taal
der Russische dagbladen niet moeten die
nen om tijd te winnen en den bestaauden
toestand te rekkentot Rusland gereed
of het voorjaar aangebroken is? Of ook
om Turkije, Engeland en andere staten
gerust te stellen, en minder voorzorgen
voor de toekomst te doen nemen?
Maar de Conferentie dan? Dat is onge
twijfeld een werk des vredes, want om
vrede te stichtenkomt zij bijeen. Maar
zal zij daarin slagen? Indien men ernstig
den vrede wilwaarom heeft het zooveel
moeite gekost haar bijeen te krijgen?
Waarom heeft Turkije eerst dezer dagen en
na herhaalden aandrang van Engeland zijne
toestemming tot de Conferentie gegeven?
Kan ook die Conferentie niet moeten die
nen om tijd te winnen Zal Rusland in
de raadzaal der Diplomaten zijne eischen
laten varen? En zoo niet, zal Turkije zich
laten afmaken? Zullen de Mogendheden
dood bedaard de erfenis deelen, en ieder
tevreden huiswaarts keeren Neener
zijn zooveel verschillende belangen in het
spel, en de toestand is allengs zoo inge
wikkeld geworden, dat men waarlijk geen
pessimist behoeft te zijn om zich van de
aanstaande Conferentie weinig of niets te
beloven.
Dat de Conferentie den vrede niet zal
brengen wordt te waarschijnlijker, wanneer
men de houding der Mogendheden nagaat.
Wie onder hen spreekt of sprak ernstige
woorden van vrede?
Italië, dat door den roof van zoovele
staten eene plaats in de rij der groote
Mogendheden gekregen heeft, schijnt Rus
land eer te begunstigen" dan tot vrede
aan te manen; en daar het annexeeren het
door merg en been zitzou het den oorlog
wellicht gaarne zien, in de hoop van ook
een goed deel in de erfenis te krijgenen
zijne grenzen ten koste van Oostenrijkbijv.
in Tyrol, te kunnen uitbreiden.
Frankrijk schijnt inderdaad vredelievend
en houdt zich slechts met zijne reörga-
nizatie bezig, maar om de bescheiden
plaats, die het tegenwoordig in de raad
kamer van Europa inneemt, houdt het
zich wijselijk van ernstige vertoogen
ten gunste van den vrede af, en kan dan
ook slechts een geringen invloed uitoefenen,
't Is voor Frankrijk te hopendat het bij die
staatkunde volhardten zich niet laat ver
leiden door het liedje van den vogelaar,
dat de Kölnische Zeitung dezer dagen zong
en waardoor het Frankrijk aanspoorde
krachtiger tegen Rusland op te treden.
Frankrijk zij voorzichtigdie tusschenkomst
kon het wel eens duur te staan komen.
Maar Oostenrijk en Duitschland dan?
Vergeten wij niet dat er een Drie-
keizersverbond bestaat. Wat dat verbond
inhoudtis natuurlijk voor den oningewijde
een geheim, maar dat er een verbond be
staat weet iederen dat Rusland zoo stout
moedig zou optreden als het tot dusverre
gedaan heeft, indien het niet op iemand
meende te kunnen rekenen, zal wel nie
mand gelooven.
Rusland moet dus steun hebben, waar
schijnlijk in Oostenrijk en Duitschland
misschien ook in Italië. Dit wordt te waar
schijnlijker, wanneer men de handel wijze
der twee eerstgenoemde Mogendheden na
gaat.
Oostenrijk heeft als grensstaat groot
belang bij de Oostersche kwestie. Vooral
omdat er van eene „Slavische zaak" spraak
is, moest Oostenrijk de natuurlijke tegen
stander van Rusland zijn. Toch is het dat
niethet deed geen ernstige vertoogen ten
gunste van den vrede, het gedraagt zich
bijna als ware zijne belangen bij de kwes
tie niet betrokken.
Duitschland is zoo mogelijk nog afgetrok-
kener. Zijn machtige Rijkskanselier, die
anders de eerste viool in Europa speelt,
doet niets van zich hooren. En tochindien
hij eens ernstig den vrede wildeGraaf
Moltke verklaarde eens in den Rijksdag,
dat het Duitsche Rijk krachtig genoeg is
om aan de geheele wereld vrede te gebie
den. Waarom spreekt het dan geen woor
den van vrede? Waarschijnlijk, omdat het
den oorlog wil. Dat zwijgen van den klui
zenaar van Varzin voorspelt niets goeds;
de stilte, die daar heerscht, is de stilte,
die een onweder voorafgaat.
Blijven over Turkije, Engeland en Rus
land. Daar vooral ziet het er alles behalve
vredelievend uit.
Turkije heeft steeds alle voorstellen met
excepties of met tegenvoorstellen beant
woord, en is eerst ter elfder uur tot de
Conferentie toegetreden. Waarom? Omdat
het zeer goed zietdat Rusland oorlog wil
en omdat het, overwinnaar zijnde, er niet
toe besluiten kan als overwonnene behan
deld te worden. Verzekerd zijnde, dat Rus
land op de Conferentie eischen zal stellen
die Turkije niet kan inwilligen, bereidt
dit land zich met alle kracht tot den strijd
toe en zendt reeds zijne legers den Rus-
sischen krijgsscharen te gemoet, liever de
oorlogskans willende wagen, dan op de
Conferentie afgemaakt te worden.
In zijn verzet wordt Turkije gesteund
door de hoop op Engelands hulp. En niet
ten onrechte. Engeland is Turkije's natuur
lijke bondgenoot, -want de belangen van
Engeland zijn met de Oostersche kwestie
ten nauwste verbonden. Engeland wapent
zich dan ook met krachten wanneer men
denkt aan de redevoering van Lord Beacons-
field aan de krijgstoerustingendie ge
maakt worden; en aan het belang, dat
Engeland bij het behoud van Turkije heeft
dan is er alle reden om te vreezen, dat
het weldra met het zwaard in de vuist tegen
over Rusland zal staan.
En nu Rusland Daar ziet het er uit,
alsof de oorlog reeds zeker is, en op het
punt staat van uit te breken. De hulp van
den beginne af in geld en troepen aan
Servië verleend; de hooge eischen door
Rusland aan Turkije gesteld; de nationale
geestdrift voor de Slavische zaak de oor
logzuchtige toespraak van den Czaar te
Moskoude organizatie van het zuiderleger
dat reeds kant en klaar is en weldra meer
dan 300,000 man sterk zal zijnhet requi-
reeren van zoo vele spoorwegen tot het
vervoeren van troepen en oorlogsmateriëel ;de
binnenlandscbe leening enz.dat alles doet
waarlijk niet veel hoop op den vrede over
blijven.
Ééne hoop zou er zijn, indien het na
melijk, gelijk „de Times" voorstelt, tot eene
Rus8isch-Engelsche alliantie kon komen.
Maar de eischen van Rusland zijn zoo lijn
recht in strijd met de belangen van Enge
land, dat de wensch van „de Times" allicht
tót de pia vota zal blijven behooren. En
al zou het ook tot eene alliantie komen,
dan zou het nog de groote vraag zijn, of
de andere Mogendheden zich daar dood
bedaard bij zouden nederleggen.
Na hetgeen wij daar nêerschreven zullen
wij er niet behoeven bij te voegendat wij
ons scharen aan de zijde van hen, die den
oorlog onvermijdelijk achten. Men zegge nu
niet: Si vis pacem para bellum, wilt gij
vredebereidt u ten oorlog voorwij voor
ons zien in die oorlogstoerustingen niets
anders als een toekomstigen oorlog.
WEKELIJKSCH OVERZICHT.
Epstein komtBismarck komtriep men
uur aan uur te Berlijn en den grooten man
is volgens telegraphische berichten met ge
volg aangekomen. Ook deelt men mede dat
hjj zich dadelijk op weg begaf naar het Mi
nisterie van Buitenlandsche zaken.
't Is dus te voorzien het stilzwijgen voor
bij is, en de nieuwsgierige te vreden of
teleurgesteld zullen worden:
Dat Lord Salisbury, de engelsche gevol
machtigde ter Conferentie te Constantinopel
voordat hij zich derwaarts begaf eerst
Berlijn zou aandoen, om de Duitsche re
geering (Bismarck) te polsen is een bewijs
de rentenier van Varzin zich op het tooneel
zal begeven en wee hem! die zich verme
tel durft verzetten tegen zijne bevelen. In
middels ontvingen wij bericht dat Lord Salis
bury te Berlijn is aangekomen en zich den
22 November Jl. in den voormiddag naar
het Ministerie van Buitenlandsche zaken
begeven heeft ter Conferentieook ontving
Z. M. de Duitsche Keizer des anderen
daags den Lord ten gehoore.
Aan het uit Engeland herwaarts gekomen
bericht uit Berlijn „dat er een plan zou
bestaanom een aanval op het leven des
Keizers te wagen"wordt hier geen geloof
gehecht. Toch zijn er terstond maatregelen
van voorzorg beraamd en genomen.
Te Marpingen waar den Cultuurkampf
HURLMSCH WEEKBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem75 Cents.
Buiten Haarlem franco per post85
Afzonderlijke Nommers6 yi
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 16 regels30 Cents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Zaterdag vóór 12 uur
's middags ingewacht.
A^jite ma non agitate.
WOD'1']
j v»
ide
,ii ?,r.
!if'
,6.5
Een gouden medaillon.
Een onderstuk van een gouden oorbel.
Een zilveren knipje met koralen beurs.
Een grijzen vrouwen omslagdoek.
Een R. C. Kerkboek.
Een boezelaar.
Een rekenboek.
Een notitieboekje.
Drie stukken uit een passerdoos.
Een liniaal.
Twee ledige vaatjesen
Eenige losse sleutels.
-I
-7.'
8.1