NIEUW M 37. Zondag 10 Dec. 1876. 11 Jaargang. Voor KATHOLIEKEN van HAARLEM en OMSTREKEN. Uitgever W. KÜPPERS. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. Dit blad verschgnt Zaterdagavond. aan OFFICIEEL NIEUWS. Aan het Politie Bureau Alhier is gedeponeerd. HET MINISTERIE EN DE ALGEMEENE BESCHOUWINGEN OP DE STAATSBEGR00T1NG. Verleden week begonnen in de Tweede Kamer de algemeene beschouwingen op de Staatsbegrooting van 1877. De eerste dag de beste was een heete dag voor bet Ministerie, dat een gewel digen aanval te verduren had. En die aanval kwam nu niet van de Liberale partij, van de oppositie, maar zonderling genoeg, van de vrienden der Regeering. In volle wapenrusting traden zij hunne geestver wanten aan de groene tafel tegenen sloegen rechts en links met hunne wape nen, tot verbazing, en misschien tot hei melijk genoegen van het vijandig kamp, dat in doodsche stilte den zonderlingen strijd aanzag. De aanval kwam van alle zijden te gelijk Conservatieven, Antirevolutionairen, Katho lieken, alle groepen der Rechterzijde na men er deel aan. Van Conservatieve zijde was de aanval meer uitsluitend tegen de Koloniale politiek der Regeering gericht; van de anderevooral van Katholieke zijde gold hij het regeeringsbeleid in het alge meen. De aanval der Conservatieve partij was heftig en algemeen; die der Antire volutionaire partij flauwer en tot een kleiner getal strijders beperkt terwijl een hunner (van Wassenaer Catwijck) verklaarde in den strijd niet mede te doen van Katho lieke zijde evenzeer tot een paar strijders beperkt (Haffmans en Heijdenrijck)maar niet minder heftig, daar de eerste de Re geering verweet liberaal te regeeren onder Conservatieve vlag, terwijl de tweede de algemeene beweering van den Heer Haff mans in bizondere daden van het Ministerie nader trachtte aan te toonen. De tweede dag bracht eene nieuwe ver rassing. Van Katholieke zijde trad nu ook de Heer van der Hoeven in het strijdperk, maar om eene lans te breken voor de Re geering. Hij toonde aan dat zulk een aan val als den vorigen dag op het Ministerie gedaan werdonverdiend wasen nam een voor een de aanvallers geducht on derhanden. Van dat oogenblik nam de strijd merkelijk afnu en dan hoorde men nog wel eens een kogel afschieten, maar allengs hield het oorlogsgedruisch geheel op. Nu de strijd geëindigd is, willen wijde vraag stellen: was hij gerechtvaardigd? Wij beginnen al aanstonds met te er kennen, dat de grieven van verschillende zijden tegen het Ministerie aangevoerd, niet ongegrond zijn. De Conservatieven hebben een wezenlijke grief in de benoe ming van den Heer Alting-Mees en in de Koloniale politiek; de kerkelijke partijen in meer dan ééne regeeringsdaad men denke hier, om slechts iets te noemen aan de Wet op het Hooger Onderwijs. Daaren boven kan het moeielijk betwist worden, dat de Regeering min of meer in liberalen zin handelt; en de Heer Haffmans, die dit aantoonde, is noch door den Heer van der Hoeven noch door den Minister weder- legd. 't Is overigens een feit, dat de Libe rale partijdie vroeger den Minister Heemskerk zoo vinnig bestreedgeen enkele grief tegen het algemeen regee ringsbeleid heeft ingebracht. Dat geeft zeker veel te denken. Maar al heeft nu de Rechterzijde, gelijk wij gaarne erkennenmeer dan ééne ern stige grief tegen het Ministerieis daarom zulk een aanval, wij herhalen de vraag, te rechtvaardigen? Naar onze bescheiden meening, neen. Men zegt: wij hebben een Conservatief Ministerie, dat in liberalen zin regeert. De Minister ontkent dit, en zegt het tot eene eer te rekenen, dat hij tot de Con servatieve partij behoort. Wie heeft gelijk Wat is Conservatisme, waar zijn zijne grenzen De Minister vroegwat is Conservatief, wat is Liberaal? En noch hij, noch iemand anders waagde het een antwoord op die vraag te geven. Men heeft de Conservatieven wel eens vermomde Li beralen geheeten; men zou hen beter toe komstige Liberalen genoemd hebben. Naar onze meening liggen het zoogenaamd Con servatisme en het Liberalisme op den zelfden weg; het een is slechts een eind verder gevorderd dan het ander. Alleen de Katholiek dunkt ons kan waarlijk Conser vatief zijn; want niet alleen is zijne Kerk waarlijk Conservatief, in den echten zin van het woord, maar zij vordert ook in hare kinderen conservatieve beginselen zoowel op kerkelijk als op politiek gebied. Tegenover deze beginselen staan de prin ciepen der Hervorming, en die van 1789, die allen op Liberalismus en Radikalismus uitloopen. Het Protestantsche beginsel van het Vrije onderzoek is een volbloed sloo- pingsbeginseldat op kerkelijk gebied tot Modernismus, op politiek gebied tot Ra dikalismus brengt. De beginselen van 1789 zijn uit het Protestantsche beginsel geboren, en leidentot de uiterste consequentie doorgezetin het godsdienstige tot ongeloof, in de politiek tot omverwerping der Maat schappij. Van deze beginselen nu zijn allendie buiten de Katholieke Kerk staan, min of meer doortrokkenen van dat min of meer hangt de naam af. Conservatisme, Liberalisme, Radikalisme zijn slechts ver schillende schakeeringen, niets meer. Con servatisme zou men de beginselen van 89 in de winsels, Liberalismus in de jonge lingsjaren Radikalismus in den mannelijken leeftijd kunnen noemen. Op grond hiervan zeggen wijdat noch Conservatieven noch Antirevolutionairen een ernstig verwijt tegen het Ministerie richten. Zij mogen het betreurendat men aan de groene tafel verder gaat dan zij wel wenscheneene beschuldiging van on trouw aan beginselen kunnen zij moeielijk doen gelden. Bij de vraag: of de aanval tegen het Ministerie gerechtvaardigd was, moet men ten andere vooral ook den toestand in het oog houdenwaarin het Gouvernement zich bevindt. Vragen, of de Ministers de Wet op het Hooger Onderwijs niet liever hadden moeten intrekkenof zij dezen zomer bij hun verzoek om ontslag niet hadden moeten volharden, komt nu niet meer te pas. Men moet alleen oog hebben voor den tegenwoordigen toestand, en dan weet iederdat het Kabinet staat tegenover eene Liberale meerderheid. Wil het stok stijf aan eigen opvatting vasthouden, dan is het natuurlijk gevolg, dat het eene ne derlaag leidten eene nieuwe ministerieele crisis het raderwerk van den Staat doet stilstaan. Is dat wenschelijk? Is het niet beterdat men met voorzichtigheid en beleid tusschen de klippen heenvare, en hier en daar wat toegeve, waar men dit zonder opoffering van beginselen kan doen Transactie is noodzakelijk, zeide de Heer Schimmelpennincken hij heeft gelijkhet Kabinet moet wat geven en nemen, anders is in deze omstandigheid regeeren onmo gelijk. Wij willen natuurlijk hiermede alle da den van het Ministerie niet vergoelijken; maar constateeren alleen, dat men in het beoordeelen van die daden de moeielijke positie, waarin de Regeering geplaatst is, niet mag uit het oog verliezen. Ook op grond van die positie meenen wij te mogen besluiten, dat zulk een strijd tegen de Regeeringals door de Rechterzijde gevoerd is, niet kan gerechtvaardigd worden. Men kon zijne grieven blootleggen, zijne wen schen uitenmaar door een hevigen aanval de moeielijke positie der Regeering nog moeielijker maken, was zeker van de zijde harer vrienden niet billijk. Er is een derde punt, waarop wij de aandacht vestigende gevolgen van dien aanval. Voor de gevolgen zijn de aanval lers zelf teruggedeinst. De aanval was vooral van Conservatieve en Katholieke zijde zoo hevig, dat het scheen tot eene formeele breuk te moeten leiden. Toch is het zoover nog niet gekomen; niemand bleek eene minis terieele crisis te durven of te willen uit lokken. En men deed welde Rechterzijde heeft bij eene verandering van Ministerie niets te winnen, veel te verliezen; en wij geloovendat al hare leden het woord van den Heer Schimmelpenninck zullen hebben beaamd, dat de Rechterzijde van deze Re geering meer te wachten heeft, dan van een liberaal Kabinet. Maar wilde men geene crisis, waartoe dan zulk een aanval? Was het geen roe keloos spel, dat men speelde? Indien de Regeering den langdurigen strijdeerst door de Liberalen, nu door hare vrienden gevoerd, eindelijk moede, nu eens zelfbij de eerste gelegenheid de beste wilde heen gaan wat dan Dan zou de Rechterzijde de eerste zijn, om hare handelwijze als eene politieke onhandigheid te veroordee- lenen al de gevolgen van die handelwijze zouden op hare rekening komen. Er is nog iets anders. Een nieuw wets ontwerp op het Lager Onderwijs is op het punt door dit Ministerie bij de Kamer te worden ingediend. Nu moge men daarover geen groote verwachtingen koesteren, dit zal men wel toegeven, dat wij in zake het Onderwijs meer te wachten hebben van een Ministerie-Heemskerkdan van een Ministerie-Kappeyne. Ook met het oog op dat Wetsontwerp was zulk een hevige aanvalals gedaan isonberaden. Het was nu allerminst de tijd, om de vrienden aan de groene tafel te verbitteren. Naar ons inzien had men moeten wachten, tot dat Wetsontwerp aan de orde kwamen indien het dan bleek, dat aan onze grieven niet werd te gemoet gekomendat men de rechten der Minderheid niet eerbiedigde, en het gelijk recht van alle burgers, door de Grondwet gewaarborgdeen doode letter mocht genoemd worden, dan ware strijd gerechtvaardigd, want dan gold het beginselendie wij niet mogen prijs geven; dan zouden wij de eerste zijn om ieder onzer vrienden toe te roepen: Fais ce que doit, Advienne que pourra. Op grond van een en ander meenen wij te mogen betwijfelenof zulk een hevige aanval tegen de Regeering wel gerecht vaardigd was. Wij geloovendat onzerzijds de Heer van Nispen het meest blijk van politiek doorzicht gaf. Niet alleen betreurde die spreker de gehouden discussie en ge loofde, dat ieder die het wél meent met het Vaderland in zijn leedwezen zou deelen, maar hij maande ook dringend aan, de vrienden aan de groene tafel in de goede richting te blijven houden, er zelf ook te blijven handhaven de goede beginselenen de onweerswolk, die zich meer en meer vertoont, niet over zich te doen uitstorten. Met dit advies vereenigen wij ons vol komen. WEKELIJKSCH OVERZICHT. De Köln. Ztg. en andere bladen verha len ons in 't lang en breed wat Bismarck over de Oostersche kwestie gezegd heeft in het parlementair dinée, dezer dagen te Berlijn gehouden. Men moet zoo pas uit de steppen komenom eenige waarde te hechten aan de woorden van dien man. Talleyrand zei in zijn tijdDe woorden zijn linilllHSdl WEIKBIAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem75 Cents. Buiten Haarlem franco per post85 Afzonderlijke Nommers6 PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Zaterdag vóór 12 uur 's middags ingewacht. Agite ma non agitate. Twee portemonnaie's met geld. Eene ledige dito. Een Pr: Gezangenboekje. Twee R. C. Kerkboekjes. Een dames handmof. Een zwart zijden parapluie. Twee nieuwe jongennpetten Een witte tulen muts. Een zakspiegeltje. Twee duimstokken. Een knipmes. Een witte kinderzak, waarin een paar wanten. Een lombardbriefje, en Eenige losse sleutels. Voorts te bevragen. Een lot in een Buitenlandsche loterij. Alles op straat gevonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1876 | | pagina 1