"buitenland.
ijveraar niet om de geloofsvervolging,
waaraan millioenen Katholieken blootstaan
in zijn eigen land? Waarom bekommert
hij zich niet om de verregaande brutali
teit en ombeschaamdheidom de tirannie
en roofzucht van kerk ver volgers, als de
slachtoffers der vervolging Katholieken
zijn? O, schandelijke huichelarij!
Frankrijk.
Parijs. De Russisch gezinde bladen versprei
den het bericht, dat de Sultan rechtstreeksche
onderhandelingen met de Europeesche Mogend
heden had willen aanknoopen, doch dat Mid-
hat-pacha zich tegen dat voornemen heeft
verzet en dat de oud-Turken den Sultan heb
ben willen dwingen de Constitutie ter zijde
te stellen en Mahmud-pacha tot Groot-vizier
te verheffen; voorts dat de val van Midhat-
pacha een volkomen zegepraal was van den
Russischen invloed in Turkije.
Verder is hier het gerucht verspreid, dat
de Porte en Servië het over de sluiting van
den vrede eens zijn geworden.
Midhat-pacha wordt in de volgende week
hier verwacht.
Duitschland.
Berlijn. De Weser-Zeitung bevat cene
beschouwing over het tegenwoordig stadium
van de Oostersche quaestie, waarin wordt
beweerd, dat een jongste circulaire-depêche
van prins Gortschakoff, het duidelijkst bewijst
dat Rusland volstrekt geen plan heeft, om
zich bij het negatieve resultaat van de Con
ferentie neder te leggen en zijne gemobiliseerde
troepen dood eenvoudig naar huis te doen
marcheeren. Men kan er vast op rekenen
zegt het blad verder dat de lente den oorlog
zal brengen en Rusland aan zijn leger een
winter-veldtocht heeft willen besparen.
Laatstleden Maandag was de Turksche
zaakgelastigde op eene soirée bij den Engel-
schen ambassadeur en verklaarde aldaar, het
welslagen van Midhat's hervormingswerk met
alle vertrouwen te gemoet zien. Hij zal dus
wel vreemd hebben opgezien, toen hij, ver
moedelijk nog vóór zich ter ruste te begeven,
het telegraphisch bericht ontving dat Midhat
gevallen was. Iets dergelijksch moet den Turk-
schen gezant te Weenen zijn gebeurd.
BINNENLAND.
Amsterdam 7 Februari. De secretaris der
Amsterdamsche Kanaal-maatschappij is giste
ren wegens verduistering van geldentot een
bedrag van pl. m. f120,000 in hechtenis ge
nomen. Hij heeft reeds bekentenis afgelegd.
7 Februari. Een 15jarige knaap, die
ten nadeele van den Staat der Nederlanden
een postwissel vervalschte en zich daardoor
60 cents toeeigende, is tot 3 maanden Cel
lulaire gevangenisstraf veroordeeld.
Epe, 6 Februari. Het huis bewoond door
H. van Egteren even Duiten het dorp brandde
dezer dagen totaal af. Het vee is gered en
de inboedel gedeeltelijk. Als oorzaak van den
brand wordt genoemd dat een kat een petro-
leum-lamp omver liepzoodoende in vlam
geraakte en naar het achterhuis liep. Huis
en inboedel waren verzekerd.
OVERSTROOMINGEN.
GEMENGD NIEUWS.
Te Ambt Hardenberg is het 3jarig zoontje
eener weduwe door het omvallen van een pe
troleumlamp in brand geraakt en heeft zoo
danige wonden bekomen, dat het is bezwe
ken. Art is te Amsterdam zal spoedig
verrijkt worden met een paar zeeleeuwen.
Twee schoone exemplaren dezer kostbare en
zeldzame dieren zijn onderweg uit Australië.
Tegen h. t tijdstip dat zij in Artis kunnen
worden verwacht, zal hun verblijf, voorzien
van een groot waterbassin, gebouwd zijn.
Uit Westzaan wordt gemeldDe brug over de
Nauernasche Vaart, bij het Vrouweverdriet,
was Woensdag opgehaaldzonder dat de
sluitboom er vóór was gelegd. Twee meisjes
traden, met een parapluie open, op de brug
en vielen tegelijk van de brug in de vaart. De
schipper, die er door moest varen dit ziende
sprong dadelijk in zijn boot en redde met nog
een paar mannen de beide kinderen, die ge
lukkig ongedeerd aan wal werden gezet.
Men leest in een Amerikaanse!» dagblad: De
pêches uit Memphis berichtendat in die stad
een stormregen is gevallendie bijzonder
onaangenaam was op den rug te krijgen,
daar het water vermengd was met kleine le
vende en kronkelende slangen. Deze ki'uip-
dieren waren tusschen één voet en achttien duim
lang. De oudste bewoners der streek zijn door de
reporters ondervraagd, en hebben verklaard dat
zoo iets, bij huu weten nog nooit was gebeurd.
Te 's Hage is door de politie aangehouden
een man, die er zijn werk van maakte het
lood van de daken zijner bui-en weg te nemen.
De „Etoile" meldt dat een wisselagent in
betrekking staande met een huis van Ant
werpen vergeten heeft aan de liquidatie te
denken van 31 Januari en sedert dien datum
als een schaduw verdwenen is, zonder te zeg
gen of hij nog terugkomt. Het tekort van
dien agent beloopt 60,000 francs. Te Mid
delburg is een 3jarig kind door het vuur eener
stoof in brand geraakt en aan de gevolgen
der bekomen bi'andwonden overleden. Een
13jarig meisje woonachtig in de van Berkel-
straat te Rotteidam is levenloos uit een achter
hare woning loopende moddersloot opgehaald.
Voor zoover men kan nagaan, moet zij bij
het spoelen eener dweil in het water zijn ge
raakt. In het bedelaarsgesticht te Ommer-
schans is dezer dagen ter verpleging opgeno
men een 98jarigen grijsaard. Te Bommel
heeft een zeer treurig ongeval plaats gehad,
eenige baldadige jongens maakten zich mees
ter va i een wagen en reden daarmede zoo
onvoorzichtig, dat het 5jarig zoontje van I.
H. letterlijk verpletterd werd en op de plaats
dood bleef.Men meldt uit Velp: Gisteren
avond is een onzer geachlte inwonersJhr. R.
op een jammerlijke wijze overleden. Omstreeks
half elf uur naar zijne woning gaandeis hij
door de duisternis in het water geloopen en
verdronken. De rechtbank te Deventer heeft
een man, die eenige kluitjes turf ter waarde
van ongeveer 10 cents had ontvreemd, tot
een maand celstraf veroordeeld. Uit Genève
wordt bericht dat de Duitsche Consul-generaal
aldaar met de noorderzon naar Amerika ver
trokken is, een deficit van fr. 1.000,000 ach
terlatende. In het portaal van de R. G. Kerk
in de Vondelstraat is het lijk gevonden van
een als heer gekleed persoon vermoedelijk een
Duitscher 30 a 35 jaren oud. Een pistoolschol
had een einde aan zijn leven gemaakt. Naast
het lijk lag een revolver, die nog met eenige
kogels geladen was. Sedert Maandag-avond
wordt te Lisse vermist een visscherdie in
beschonken toestand dien avond een herberg
te Haarlemmermeer vei'laten heeft. Zijn pel
is drijvende gevonden in het Kanaalwaarom
men vermoedt dat hy verdronken is.
STEDELIJK EN GEWESTELIJK NIEUWS.
Haarlem. Wij kunnen als zeker mededee-
len, dat de vierde lezing voor Katholieken
alhier zal gehouden worden door den Zeer
Eerw. Pater B. van Meurs, Professor in het
Seminarie te Culemborg. Dit bericht zal door
velen met belangstelling en genoegen verno
men wordende Eerw. Pater van Meurs toch
is een van de meest gevierde sprekers, en
wordt in de verschillende Katholieke Lees-
vereenigingen van ons land als om strijd ge
zocht. Met verlangen zien wij dan ook de
volgende lezing te gemoeten durven den
leden gerustelijk een genolvollen avond voor
spellen.
Maandag-namiddag is een begin van
brand ontstaan op eene werkplaats in de
Lange-Heerenstraat. Door spoedige hulp en
de tegenwoordigheid van geest der aanwezen-
den wist men den brand spoedig te blusschen.
De gevolgen waren misschien anders niet te
voorzien geweest.
De wachtmeesters titulair Snouck-Hur-
gronje, van Duui'en, Duym, van der Lek-
de Glercq, Geel, van Randwijck, Waalewijn
en van den Brandeler van den wetenschap-
pelijken cursus der Cavalerie, alhier in gar
nizoen hebben aan het voorloopig officiers
examen voldaan.
6 Februari. Omtrent den loop der long
ziekte onder het rundvee in de provincie
Noord-Holland gedurende het jaar 1876, kan
het volgende worden medegedeeld. Het getal
runderen aangegeven als door gezegde ziekte
aangetast bedroeg 47 tegen 25 in 1875. Van
de 47 zieke runderen, aangegeven te Sloten
14, te NieuwerAmstel 10, te Amsterdam 8,
te Diemen 4, te Aalsmeer 2; te Haarlemmer
meer 2, te Middelie 2 en in elk der gemeen
ten Schoten, Westzaan, Wormerveer, Zaan
dam en Zuid- en Noordschermer 1. Van de
aangegeven runderen is 1 gestorven(te Slo
ten) en 1 door den eigenaar voor eigen re
kening geslacht (te Amsterdam). De overigen
45 werden na onteigening afgemaakt. Wegens
schadeloosstelling voor de onteigende zieke
runderen is aan de veehouders betaald f4092,50.
Voorts werden in 1876 als verdacht van long
ziekte, op bevel van den minister van Bin-
nenlandsche Zaken, in Nooi-d-Holland ontei
gend en afgemaakt 357 runderenwaarvoor
f66,438 als schadeloosstelling werd uitgekeerd.
In 1875 werden onteigend en afgemaakt 151
verdachte runderen tegen eene schadeloosstel
ling van f20,982. (H. C.)
Te dezer stede is eene coöperatieve ver-
eeniging opgericht tot het verkrijgen van
eigen woningen voor ambtenaren enz. De op
richters zijn alle ambtenaren. Het bestuur be
staat uit de heeren J. F. S. Dingier, F. van
Schelven, S. van Servellen, S. W. Jenny
Weijerman, L. Rijneveld, J. P. Traanberg,
en F. van der Gragt, allen te Haarlem.
|Ll. Donderdagmorgen omstreeks half
acht ure is uit de Nieuwe Gracht nabij de
Sanderbrug opgehaald het lijk van den 60ja-
rigen logementhouder en koopman V i v e e n
Aan de Nieuwe-Staten-sluis bij Nieuw-Beerta, in
den Eemspolder licht de ruïne van het hechte steenen
gebouw, nog voor eenige dagen door den rijksopzichter
inet zijn gezin bewoond. Daaromheen zijn de treurige
overblijfsels verstrooid van de keten, die de opzichters
en polderwerkers herbergden. De sluis met het eind
dijk zijn uren lang het tooneel van de bangste vrees
geweest. Al wat kon, vluchtte op die hoogte. Doch
ook van daar werd men door de golven verdreven.
Toen zocht ieder heil in het kleine huisje. Met woe
dend geweld sloegen de golven de ramen in als men
ze opende; en hield men ze dicht, dan dreigde men
te stikken. Vijf en twintig personen waren daar op
eengepakt Tot zeven uur in den morgen moest men
nog wachten eer een schuit de ongelukkigen kon
redden. Aan de Pruisische zijde, waarheen de wind
alles dreef, heeft men een en twintig lijken opgevischt.
Nog altijd werden er personen vermist; men sprak
ook van kinderen. Mogelijk is het ook dat deze land
waarts in geloopen zijn en bij een der herbergzame
landbouwers zijn gehuisvest.
Thans is de Eemspolder weder bijna droog. Kort
bij den polder is op een stuk hout komen aandrijven
een man, die daarop elf uren heeft doorgebracht; hij
was meer dood dan levend; doch door geneeskundige
hulp mocht men gelukkig slagen de levensgeesten
weder op te wekken. Volgens zijn verklaring, be
hoorde hij tot de equipage van een barkschip, ko
mende van de Middellandsche Zee en bestemd naar
Hamburg met stukgoederen. De overige equipage
wasnaar hij meende verdronkenMet hem waren
nog twee mannen op het vlot geweest, doch zij waren
er afgeslagen. Volgens zijn verklaring was het schip
in de Buiten Lauwers stukgeslagen.
Het bezwijken van den nieuwen, buitengewoon
zwaren Westpolderdijk gebeurde tusschen 11 en 12
uur en enkele oogenblikken later was de geheele
polder aan de zee gelijk. Op wel twintig plaatsen is
de dijk en soms over eene aanmerkelijke lengte geheel
weggeslagenSlechts weinige bewoners van den polder
hadden gelegenheid zich in veiligheid te stellen. De
meesten zijn den volgenden ochtend met booten van
de rondom in het water staande huizen afgehaald.
Doch helaas, allen niet. Weêr, evenals in Maart 1874
bij "t begin der indijking van den polder, heeft men
het verlies van menschenlevens te betreuren. Reeds
9 lijken zijn er gevonden en 3 worden er nog gemist.
Een later bericht uit Vierhuizen meldt, dat het
water met zóóveel spoed en kracht opzette dat de
oppervlakte van den Westpolder alras daarmee over
dekt was. Tal van schapen verdronken, ettelijke
huizen werden als weggeschoren en, wat erger is, 14
personen verloren het leven.
Ook de nieuwe dijk te Houtkamp brak door. Twee
menschen verdronken daar.
In den Reiderwolderpolder moesten de bewoners
vluchten, zooveel mogelijk met have en goed. Hoe
wel paarden en vee met levensgevaar door het water
moesten worden geleid, heeft men van geen onge
lukken gehoord dan alleen van een man A. H. Jan
sen, die om anderen te redden zelf het slachtoffer
werd, zonder dat nog zijn lijk weer gevonden is.
Verscheidene polders in 't Noorden van Friesland
liepen geheel onder. Het zeewater bereikte op som
mige plaatsen de hoogte van 31 meter boven volzee.
In een der polders verdronken 30 schapenDe schade
is op vele plaatsen aanzienlijk.
Het gerucht loopt, dat het postschip van Holwerd
naar Ameland verongelukt en ren ander naarPaesens
uiteengeslagen is.
Te Oostmahorn is de loodsboot Frieschegat No 1,
die aldaar aan het hoofd was gemeerd, door het uit
werken der meerpaal tegen een due d'alf geslagen en
gezonken. 2 personen der bemanning die de wacht
aan boord haddenworden vermist en zijn waarschijn
lijk omgekomen.
De vrachtrijder van Leeuwarden naar Beetgum is
Woensdag ochtead op den weg gevonden, zoodanig
verkleund, dat hij eenige oogenblikken daarna is be
zweken.
Bij Hindeloopen en Stavoren zijn op verschillende
plaatsen in de dijken gaten gewerkt.
Onder Kampen zijn 2 koeien verdronken en van
een boerenwoning en een arbeiderswoning stukken
van de muren weggeslagen.
Aan de Dronther bedijking moeten duizenden guldens
ten koste gelegd worden. IJselmuiden en Grafhorst
zijn gedeeltelijk overstroomd.
Door de Kamper Courant wordt de schade, bij den
watersnood door de stad Kampen geledenop ƒ300.000
geschat.
Het aantal personendie bij den watervloed in den
nacht van 30 op 31 Januari in de nabijheid van
Weener (in Pruisen) zijn omgekomenwordt begroot
op omstreeks 40. Den 3den dezer waren er reeds 28
lijken uit het water opgehaald. Ten gevolge eener
dijkbreuk in de nabijheid van Leer zijn 14 personen
verdronken.
Toen de stoomboot Willem III, waarvan wij in ons
vorig nummer melding maakte Dinsdag-middag te
5 uur op hare reis van Sneek naar Stavoren, in het
Fluessenmeer in de nabijheid der Galama-dammen
kwam, werden de passagiers in de kajuit naar boven
gedreven door het water dat met geweld door de ge
broken kajuitsramen naar binnen drong. Ten gevolge
van de menigte personen op het dek, kantelde de
boot nu eens naar de eene, dan weder naar de andere
zijde en schepte telkens water, zoodat het niet lang
duurde of allen stonden tot aan de heupen in het
water. Hierbij kwam nog dat het roer brak en de
boot heel spoedig aan den grond geraakte. Vreeselijke
toestandHet geroep om hulp, door mannen en vrou
wen aangeheven gedurende dien dag en den daarop-
volgenden nacht, baatte niets. Eerst den volgenden
morgen 9 uur, toen reeds meer dan één bezweken
was ten gevolge van de koude, kwam er hulp opda
gen. 29 personen waren nog levend en werden, de
meesten in deerniswaardigen toestandnaar de Galama
dammen gebracht. Tevens vond men aan boord 11
lijken; welk getal in den loop van den dag nog met
drie vermeerderd werd. Volgens zeggen van de ge
redden waren er ongeveer 50 passagiers aan boord.
Een passagier voor ICoudum had te Sneek gewei
gerd mee te gaan, wegens het gevaar van den storm
op 't meer. Te Heeg was reeds een der raampjes
gebroken. Bij het zwenken in den Koudummerhoek
was de schroef stuk, brak het roef af en stroomde
het water de glazen binnen. Er was maar voor wei
nigen plaats op den stoomketel. Een matroos liep on
ophoudelijk op het dek heen en weer en bleef zoo
doende ongedeerd. Er waren, volgens later bericht,
reeds zeventien lijken aangevoerd. De geredden zijn
gelukkig allen in 't leven behouden.
Nadere tijdingen van ooggetuigen houden de vol
gende bijzonderheden in
Uithoofde van den marktdag was het getal passa
giers zeer groot en bedroeg ruim 40met de beman
ning bevonden zich ongeveer 43 menschen aan boord
waaronder 4 vrouwen. Met het oog op den steeds in
kracht toenemenden storm, was men zoo spoedig mo
gelijk vertrokkenzoodat nog eenige passagiers te laat
kwamen en achter moesten blijven. Tot Heeg ging
alles vrij goed; de storm was toen echter reeds zoo
hevig, dat vele passagiers bedenkingen maakten, om
bij dit weer de gevaarlijke Heeger Meer en de Fluessen
over te steken. De meerderheid was er echter voor
eene poging te wagenvelen werden dien avond thuis
verwacht, anderen wenschten te Koudum eene ver
gadering van Volksonderwijs bij te wonen, waar Mr.
Kerdijk van 's Hage als spreker zou optreden; boven
dien de meesten waren ervaren schippers en met het
vaarwater volkomen vertrouwdSlechts één der pas-
sigiers weigerde verder te gaan en bleef in Heeg
achter.
Later werd een voorstel om bij Gaastmeer binnen
te loopen andermaal door de meerderheid verworpen.
De kruispollen (in de Fluessen) werden bereiktdoch
in plaats van het gebruikelijke vaarwater te volgen
en tusschen de Kruispollen door te gaan besloot men
den Heiden'schapper walkant te houden. Men hoopte
daar gelegenheid te vindenzoo noodigop het zand
te loopen en daar, vrij van den golfslagte blijven vast
zitten. Dit laatste bleek echter onmogelijk; er was
geen stoom genoeg om de boot ver genoeg op het
zand te zetten.
Naar sommigen beweren, werd het roer stukgesla
gen, anderen meenen dat de schroefbladen bescha
digd werden; zooveel is zeker, de boot kon niet lan
ger gehoorzamen aan het roer en werd een speelbal
van storm en golfslag. Twee der kajuitsramen be
zweken voor den druk van het water; woedend dron
gen de golven naar binnen; wel beproefde men het
indringen weder te stuiten door de openingen met
zakken te vullen, doch toen ook dit vruchteloos bleek,
snelden alle pasagiers naar boven; door den wind ge
dreven, begaven allen zich naar denzelfden kant; de
ranke boot, door dit overwicht bezwaard, helde over;
de kajuitsramen aan die zijde braken en nu was geen
redden meer mogelijk. De boot begon te zinken en
dreef tot nabij het Feitezand waar ze vast raakte.
Het was ongeveer vijf uur in den avond, de storm
woedde feller dan ooit Van uit Nijega en Oudega
had men de boot zeer goed gezienen men begreep
dat ze in gevaar moest verkeeren. Door schipper
Kool uit Oudega, wiens zoon als stuurman op de
boot dienst deed, werden nog pogingen aangewend
om zijn schip te water te brengen, doch tevergeefs.
Een vreeselijke avond en nog vreeselijker nacht
volgden nude passagiers hadden op den voor- en
achtersteven der boot een schuilplaats gezocht en
klemden zich met de kracht der wanhoop aan de
verschansing vast; door den storm voortgezweept, joe
gen sneeuw- en hagelbuien hun in 't gelaat, terwijl
de overboord slaande golven hen overstroomden. Reeds
om 8 uur hadden twee passagiers den geest gegeven.
Het waren een oude vrouw, de wed. Seekles-AIten-
burg uit Oosterwierum, met hare dochter, die te Oudega,
bij eene daar getrouwde dochter zou gaan logeeren;
toen volgde A. R. Hoekstra van Lutkewierum (of
Dozum); door koude bevangen zonken zij ineen en
werden door den wind over het dek heengeslagen,
zoodat hare lijken den volgenden dag bijna onken
baar waren. S. Kleinsmit, woonachtig onder IJsbrech-
tumdie hare ouders te Oudega zou gaan bezoeken
sloeg over boordhaar lijk werd eerst na eenige da
gen gevonden. Zoolang mogelijk had men getracht
door schreeuwen de aandacht te trekken, doch te
midden van het geloei van den storm hoorde men
niets meer dan de laatste snikken der stervenden.
G. F. v. d. Wal, van Nijega, bezweek omstreeks
middernacht. Op de nog warme plaat naast den schoor
steen had IJ. de Jong van Warns een plaatsje ge
vonden; hij had het zoontje van D. IJ. Hoekstra van
Koudum bij zich genomen en zoo goed mogelijk
onder zijn jas geborgen. Toen Hoekstra zijn levens
geesten voelden verdwijnenrichtte hij zich nog een
oogenblik op: »de Jong, zorg voor m'n jongen;" riep
hijen de Jong dekte de jas geheel over het knaapje
heen, opdat hij niet zou zien hoe zijn stervende va
der ineen zonken overboord sloeg.
Eerst om 8 uur in den morgen daagde hulp, schip
per Kool was de eerste, die de stoomboot bereikte en
de nog levenden aan boord van zijn schip over
bracht.
Op Galama-dammen vond men de liefderijkste hulp
en verpleging. De namen der omgekomenen zijn, be
halve de reeds genoemden: F. Gerrits van der Wal,
van Nijega; W. Feersma, van Warns; A. Felstra en
P. Attema, van Stavoren; H. M. van der Sluis, van
Langweer; S. Wiersma en P. Okkinga, van Koudum;
en J. W. de Jong, van Molkwtrum.
Men beweert dat het getal dooden op 17 moet wor
den gebracht, zoodat er nog 3 lijken verloren zijn.
Met zekerheid kan hiervan niets worden gezegddaar
het juiste getal passagiers niet bekend was. De sche
pen hebben de Meer in alle richtingen doorkruist,
doch geene buiten de genoemden gevonden.
Woensdag-middag werden de lijken der geblevenen
naar hunne vroegere woonplaatsen gebracht; eenvreese-
lijk schouwspel! Van de 6 passagiers voor Oudega-
Nijega bereikte slechts een levend de plaats zijner
bestemming; deze was A. Pruiksma.
Tal van huisgezinnen zijn in diepen rouw gedom
peld, daar de meesten vaders waren van talrijke
gezinnen.
Waarschijnlijk is bij Vlieland, met man en muis
een buitenlandsch schip vergaan. Er is reeds een lijk
aangespoeld.
Ons bericht in ons voorlaatst nummer heeft zich
bevestigd De Prins van Oranje uit Vlaardingenstuur
man K. Groeneveld, is met 24 man vergaan.
Ook vermoedt men dat een logger, stuurman Jb.
van Heeningen, met zijne bemanning is vergaan.
Het wordt bevestigd, dat bij Schokland een vaar
tuig is gezonken, waarvan de opvarenden zijn omge
komen. Vrijdag zijn door eenige visschers in het wrak
twee lijken gevonden. Een derde is over boord ge
slagen en nog niet gevonden.
Er wordt berichtdat eene Urker vischschuit zoek is.
De geheele visschersvloot uit Katwijk is thans be
houden binnen.
Door den jongsten storm is de houtzaagmolen van
de heeren Maathuis te Sappemeer onbruikbaar ge
worden: eene roede knakte en de andere werd voor
een gedeelte afgerukt. De vlasfabriek van de gebroe
ders Sikkens te Kleinemeer is ingestort, zoo ook de
veeschuur van den heer Kreps te Borger-Compagnie
In den geheelen stal bevond zich 72 stuks vee. Het
achterste gedeelte, met 20 stuks, bleef staan. Den
volgenden morgen bevond men tot zijne groote ver
wondering, dat er slechts drie gedood en een tiental
meer of minder ernstig gekwetst waren.