"buitenland. ijveraar niet om de geloofsvervolging, waaraan millioenen Katholieken blootstaan in zijn eigen land? Waarom bekommert hij zich niet om de verregaande brutali teit en ombeschaamdheidom de tirannie en roofzucht van kerk ver volgers, als de slachtoffers der vervolging Katholieken zijn? O, schandelijke huichelarij! Frankrijk. Parijs. De Russisch gezinde bladen versprei den het bericht, dat de Sultan rechtstreeksche onderhandelingen met de Europeesche Mogend heden had willen aanknoopen, doch dat Mid- hat-pacha zich tegen dat voornemen heeft verzet en dat de oud-Turken den Sultan heb ben willen dwingen de Constitutie ter zijde te stellen en Mahmud-pacha tot Groot-vizier te verheffen; voorts dat de val van Midhat- pacha een volkomen zegepraal was van den Russischen invloed in Turkije. Verder is hier het gerucht verspreid, dat de Porte en Servië het over de sluiting van den vrede eens zijn geworden. Midhat-pacha wordt in de volgende week hier verwacht. Duitschland. Berlijn. De Weser-Zeitung bevat cene beschouwing over het tegenwoordig stadium van de Oostersche quaestie, waarin wordt beweerd, dat een jongste circulaire-depêche van prins Gortschakoff, het duidelijkst bewijst dat Rusland volstrekt geen plan heeft, om zich bij het negatieve resultaat van de Con ferentie neder te leggen en zijne gemobiliseerde troepen dood eenvoudig naar huis te doen marcheeren. Men kan er vast op rekenen zegt het blad verder dat de lente den oorlog zal brengen en Rusland aan zijn leger een winter-veldtocht heeft willen besparen. Laatstleden Maandag was de Turksche zaakgelastigde op eene soirée bij den Engel- schen ambassadeur en verklaarde aldaar, het welslagen van Midhat's hervormingswerk met alle vertrouwen te gemoet zien. Hij zal dus wel vreemd hebben opgezien, toen hij, ver moedelijk nog vóór zich ter ruste te begeven, het telegraphisch bericht ontving dat Midhat gevallen was. Iets dergelijksch moet den Turk- schen gezant te Weenen zijn gebeurd. BINNENLAND. Amsterdam 7 Februari. De secretaris der Amsterdamsche Kanaal-maatschappij is giste ren wegens verduistering van geldentot een bedrag van pl. m. f120,000 in hechtenis ge nomen. Hij heeft reeds bekentenis afgelegd. 7 Februari. Een 15jarige knaap, die ten nadeele van den Staat der Nederlanden een postwissel vervalschte en zich daardoor 60 cents toeeigende, is tot 3 maanden Cel lulaire gevangenisstraf veroordeeld. Epe, 6 Februari. Het huis bewoond door H. van Egteren even Duiten het dorp brandde dezer dagen totaal af. Het vee is gered en de inboedel gedeeltelijk. Als oorzaak van den brand wordt genoemd dat een kat een petro- leum-lamp omver liepzoodoende in vlam geraakte en naar het achterhuis liep. Huis en inboedel waren verzekerd. OVERSTROOMINGEN. GEMENGD NIEUWS. Te Ambt Hardenberg is het 3jarig zoontje eener weduwe door het omvallen van een pe troleumlamp in brand geraakt en heeft zoo danige wonden bekomen, dat het is bezwe ken. Art is te Amsterdam zal spoedig verrijkt worden met een paar zeeleeuwen. Twee schoone exemplaren dezer kostbare en zeldzame dieren zijn onderweg uit Australië. Tegen h. t tijdstip dat zij in Artis kunnen worden verwacht, zal hun verblijf, voorzien van een groot waterbassin, gebouwd zijn. Uit Westzaan wordt gemeldDe brug over de Nauernasche Vaart, bij het Vrouweverdriet, was Woensdag opgehaaldzonder dat de sluitboom er vóór was gelegd. Twee meisjes traden, met een parapluie open, op de brug en vielen tegelijk van de brug in de vaart. De schipper, die er door moest varen dit ziende sprong dadelijk in zijn boot en redde met nog een paar mannen de beide kinderen, die ge lukkig ongedeerd aan wal werden gezet. Men leest in een Amerikaanse!» dagblad: De pêches uit Memphis berichtendat in die stad een stormregen is gevallendie bijzonder onaangenaam was op den rug te krijgen, daar het water vermengd was met kleine le vende en kronkelende slangen. Deze ki'uip- dieren waren tusschen één voet en achttien duim lang. De oudste bewoners der streek zijn door de reporters ondervraagd, en hebben verklaard dat zoo iets, bij huu weten nog nooit was gebeurd. Te 's Hage is door de politie aangehouden een man, die er zijn werk van maakte het lood van de daken zijner bui-en weg te nemen. De „Etoile" meldt dat een wisselagent in betrekking staande met een huis van Ant werpen vergeten heeft aan de liquidatie te denken van 31 Januari en sedert dien datum als een schaduw verdwenen is, zonder te zeg gen of hij nog terugkomt. Het tekort van dien agent beloopt 60,000 francs. Te Mid delburg is een 3jarig kind door het vuur eener stoof in brand geraakt en aan de gevolgen der bekomen bi'andwonden overleden. Een 13jarig meisje woonachtig in de van Berkel- straat te Rotteidam is levenloos uit een achter hare woning loopende moddersloot opgehaald. Voor zoover men kan nagaan, moet zij bij het spoelen eener dweil in het water zijn ge raakt. In het bedelaarsgesticht te Ommer- schans is dezer dagen ter verpleging opgeno men een 98jarigen grijsaard. Te Bommel heeft een zeer treurig ongeval plaats gehad, eenige baldadige jongens maakten zich mees ter va i een wagen en reden daarmede zoo onvoorzichtig, dat het 5jarig zoontje van I. H. letterlijk verpletterd werd en op de plaats dood bleef.Men meldt uit Velp: Gisteren avond is een onzer geachlte inwonersJhr. R. op een jammerlijke wijze overleden. Omstreeks half elf uur naar zijne woning gaandeis hij door de duisternis in het water geloopen en verdronken. De rechtbank te Deventer heeft een man, die eenige kluitjes turf ter waarde van ongeveer 10 cents had ontvreemd, tot een maand celstraf veroordeeld. Uit Genève wordt bericht dat de Duitsche Consul-generaal aldaar met de noorderzon naar Amerika ver trokken is, een deficit van fr. 1.000,000 ach terlatende. In het portaal van de R. G. Kerk in de Vondelstraat is het lijk gevonden van een als heer gekleed persoon vermoedelijk een Duitscher 30 a 35 jaren oud. Een pistoolschol had een einde aan zijn leven gemaakt. Naast het lijk lag een revolver, die nog met eenige kogels geladen was. Sedert Maandag-avond wordt te Lisse vermist een visscherdie in beschonken toestand dien avond een herberg te Haarlemmermeer vei'laten heeft. Zijn pel is drijvende gevonden in het Kanaalwaarom men vermoedt dat hy verdronken is. STEDELIJK EN GEWESTELIJK NIEUWS. Haarlem. Wij kunnen als zeker mededee- len, dat de vierde lezing voor Katholieken alhier zal gehouden worden door den Zeer Eerw. Pater B. van Meurs, Professor in het Seminarie te Culemborg. Dit bericht zal door velen met belangstelling en genoegen verno men wordende Eerw. Pater van Meurs toch is een van de meest gevierde sprekers, en wordt in de verschillende Katholieke Lees- vereenigingen van ons land als om strijd ge zocht. Met verlangen zien wij dan ook de volgende lezing te gemoeten durven den leden gerustelijk een genolvollen avond voor spellen. Maandag-namiddag is een begin van brand ontstaan op eene werkplaats in de Lange-Heerenstraat. Door spoedige hulp en de tegenwoordigheid van geest der aanwezen- den wist men den brand spoedig te blusschen. De gevolgen waren misschien anders niet te voorzien geweest. De wachtmeesters titulair Snouck-Hur- gronje, van Duui'en, Duym, van der Lek- de Glercq, Geel, van Randwijck, Waalewijn en van den Brandeler van den wetenschap- pelijken cursus der Cavalerie, alhier in gar nizoen hebben aan het voorloopig officiers examen voldaan. 6 Februari. Omtrent den loop der long ziekte onder het rundvee in de provincie Noord-Holland gedurende het jaar 1876, kan het volgende worden medegedeeld. Het getal runderen aangegeven als door gezegde ziekte aangetast bedroeg 47 tegen 25 in 1875. Van de 47 zieke runderen, aangegeven te Sloten 14, te NieuwerAmstel 10, te Amsterdam 8, te Diemen 4, te Aalsmeer 2; te Haarlemmer meer 2, te Middelie 2 en in elk der gemeen ten Schoten, Westzaan, Wormerveer, Zaan dam en Zuid- en Noordschermer 1. Van de aangegeven runderen is 1 gestorven(te Slo ten) en 1 door den eigenaar voor eigen re kening geslacht (te Amsterdam). De overigen 45 werden na onteigening afgemaakt. Wegens schadeloosstelling voor de onteigende zieke runderen is aan de veehouders betaald f4092,50. Voorts werden in 1876 als verdacht van long ziekte, op bevel van den minister van Bin- nenlandsche Zaken, in Nooi-d-Holland ontei gend en afgemaakt 357 runderenwaarvoor f66,438 als schadeloosstelling werd uitgekeerd. In 1875 werden onteigend en afgemaakt 151 verdachte runderen tegen eene schadeloosstel ling van f20,982. (H. C.) Te dezer stede is eene coöperatieve ver- eeniging opgericht tot het verkrijgen van eigen woningen voor ambtenaren enz. De op richters zijn alle ambtenaren. Het bestuur be staat uit de heeren J. F. S. Dingier, F. van Schelven, S. van Servellen, S. W. Jenny Weijerman, L. Rijneveld, J. P. Traanberg, en F. van der Gragt, allen te Haarlem. |Ll. Donderdagmorgen omstreeks half acht ure is uit de Nieuwe Gracht nabij de Sanderbrug opgehaald het lijk van den 60ja- rigen logementhouder en koopman V i v e e n Aan de Nieuwe-Staten-sluis bij Nieuw-Beerta, in den Eemspolder licht de ruïne van het hechte steenen gebouw, nog voor eenige dagen door den rijksopzichter inet zijn gezin bewoond. Daaromheen zijn de treurige overblijfsels verstrooid van de keten, die de opzichters en polderwerkers herbergden. De sluis met het eind dijk zijn uren lang het tooneel van de bangste vrees geweest. Al wat kon, vluchtte op die hoogte. Doch ook van daar werd men door de golven verdreven. Toen zocht ieder heil in het kleine huisje. Met woe dend geweld sloegen de golven de ramen in als men ze opende; en hield men ze dicht, dan dreigde men te stikken. Vijf en twintig personen waren daar op eengepakt Tot zeven uur in den morgen moest men nog wachten eer een schuit de ongelukkigen kon redden. Aan de Pruisische zijde, waarheen de wind alles dreef, heeft men een en twintig lijken opgevischt. Nog altijd werden er personen vermist; men sprak ook van kinderen. Mogelijk is het ook dat deze land waarts in geloopen zijn en bij een der herbergzame landbouwers zijn gehuisvest. Thans is de Eemspolder weder bijna droog. Kort bij den polder is op een stuk hout komen aandrijven een man, die daarop elf uren heeft doorgebracht; hij was meer dood dan levend; doch door geneeskundige hulp mocht men gelukkig slagen de levensgeesten weder op te wekken. Volgens zijn verklaring, be hoorde hij tot de equipage van een barkschip, ko mende van de Middellandsche Zee en bestemd naar Hamburg met stukgoederen. De overige equipage wasnaar hij meende verdronkenMet hem waren nog twee mannen op het vlot geweest, doch zij waren er afgeslagen. Volgens zijn verklaring was het schip in de Buiten Lauwers stukgeslagen. Het bezwijken van den nieuwen, buitengewoon zwaren Westpolderdijk gebeurde tusschen 11 en 12 uur en enkele oogenblikken later was de geheele polder aan de zee gelijk. Op wel twintig plaatsen is de dijk en soms over eene aanmerkelijke lengte geheel weggeslagenSlechts weinige bewoners van den polder hadden gelegenheid zich in veiligheid te stellen. De meesten zijn den volgenden ochtend met booten van de rondom in het water staande huizen afgehaald. Doch helaas, allen niet. Weêr, evenals in Maart 1874 bij "t begin der indijking van den polder, heeft men het verlies van menschenlevens te betreuren. Reeds 9 lijken zijn er gevonden en 3 worden er nog gemist. Een later bericht uit Vierhuizen meldt, dat het water met zóóveel spoed en kracht opzette dat de oppervlakte van den Westpolder alras daarmee over dekt was. Tal van schapen verdronken, ettelijke huizen werden als weggeschoren en, wat erger is, 14 personen verloren het leven. Ook de nieuwe dijk te Houtkamp brak door. Twee menschen verdronken daar. In den Reiderwolderpolder moesten de bewoners vluchten, zooveel mogelijk met have en goed. Hoe wel paarden en vee met levensgevaar door het water moesten worden geleid, heeft men van geen onge lukken gehoord dan alleen van een man A. H. Jan sen, die om anderen te redden zelf het slachtoffer werd, zonder dat nog zijn lijk weer gevonden is. Verscheidene polders in 't Noorden van Friesland liepen geheel onder. Het zeewater bereikte op som mige plaatsen de hoogte van 31 meter boven volzee. In een der polders verdronken 30 schapenDe schade is op vele plaatsen aanzienlijk. Het gerucht loopt, dat het postschip van Holwerd naar Ameland verongelukt en ren ander naarPaesens uiteengeslagen is. Te Oostmahorn is de loodsboot Frieschegat No 1, die aldaar aan het hoofd was gemeerd, door het uit werken der meerpaal tegen een due d'alf geslagen en gezonken. 2 personen der bemanning die de wacht aan boord haddenworden vermist en zijn waarschijn lijk omgekomen. De vrachtrijder van Leeuwarden naar Beetgum is Woensdag ochtead op den weg gevonden, zoodanig verkleund, dat hij eenige oogenblikken daarna is be zweken. Bij Hindeloopen en Stavoren zijn op verschillende plaatsen in de dijken gaten gewerkt. Onder Kampen zijn 2 koeien verdronken en van een boerenwoning en een arbeiderswoning stukken van de muren weggeslagen. Aan de Dronther bedijking moeten duizenden guldens ten koste gelegd worden. IJselmuiden en Grafhorst zijn gedeeltelijk overstroomd. Door de Kamper Courant wordt de schade, bij den watersnood door de stad Kampen geledenop ƒ300.000 geschat. Het aantal personendie bij den watervloed in den nacht van 30 op 31 Januari in de nabijheid van Weener (in Pruisen) zijn omgekomenwordt begroot op omstreeks 40. Den 3den dezer waren er reeds 28 lijken uit het water opgehaald. Ten gevolge eener dijkbreuk in de nabijheid van Leer zijn 14 personen verdronken. Toen de stoomboot Willem III, waarvan wij in ons vorig nummer melding maakte Dinsdag-middag te 5 uur op hare reis van Sneek naar Stavoren, in het Fluessenmeer in de nabijheid der Galama-dammen kwam, werden de passagiers in de kajuit naar boven gedreven door het water dat met geweld door de ge broken kajuitsramen naar binnen drong. Ten gevolge van de menigte personen op het dek, kantelde de boot nu eens naar de eene, dan weder naar de andere zijde en schepte telkens water, zoodat het niet lang duurde of allen stonden tot aan de heupen in het water. Hierbij kwam nog dat het roer brak en de boot heel spoedig aan den grond geraakte. Vreeselijke toestandHet geroep om hulp, door mannen en vrou wen aangeheven gedurende dien dag en den daarop- volgenden nacht, baatte niets. Eerst den volgenden morgen 9 uur, toen reeds meer dan één bezweken was ten gevolge van de koude, kwam er hulp opda gen. 29 personen waren nog levend en werden, de meesten in deerniswaardigen toestandnaar de Galama dammen gebracht. Tevens vond men aan boord 11 lijken; welk getal in den loop van den dag nog met drie vermeerderd werd. Volgens zeggen van de ge redden waren er ongeveer 50 passagiers aan boord. Een passagier voor ICoudum had te Sneek gewei gerd mee te gaan, wegens het gevaar van den storm op 't meer. Te Heeg was reeds een der raampjes gebroken. Bij het zwenken in den Koudummerhoek was de schroef stuk, brak het roef af en stroomde het water de glazen binnen. Er was maar voor wei nigen plaats op den stoomketel. Een matroos liep on ophoudelijk op het dek heen en weer en bleef zoo doende ongedeerd. Er waren, volgens later bericht, reeds zeventien lijken aangevoerd. De geredden zijn gelukkig allen in 't leven behouden. Nadere tijdingen van ooggetuigen houden de vol gende bijzonderheden in Uithoofde van den marktdag was het getal passa giers zeer groot en bedroeg ruim 40met de beman ning bevonden zich ongeveer 43 menschen aan boord waaronder 4 vrouwen. Met het oog op den steeds in kracht toenemenden storm, was men zoo spoedig mo gelijk vertrokkenzoodat nog eenige passagiers te laat kwamen en achter moesten blijven. Tot Heeg ging alles vrij goed; de storm was toen echter reeds zoo hevig, dat vele passagiers bedenkingen maakten, om bij dit weer de gevaarlijke Heeger Meer en de Fluessen over te steken. De meerderheid was er echter voor eene poging te wagenvelen werden dien avond thuis verwacht, anderen wenschten te Koudum eene ver gadering van Volksonderwijs bij te wonen, waar Mr. Kerdijk van 's Hage als spreker zou optreden; boven dien de meesten waren ervaren schippers en met het vaarwater volkomen vertrouwdSlechts één der pas- sigiers weigerde verder te gaan en bleef in Heeg achter. Later werd een voorstel om bij Gaastmeer binnen te loopen andermaal door de meerderheid verworpen. De kruispollen (in de Fluessen) werden bereiktdoch in plaats van het gebruikelijke vaarwater te volgen en tusschen de Kruispollen door te gaan besloot men den Heiden'schapper walkant te houden. Men hoopte daar gelegenheid te vindenzoo noodigop het zand te loopen en daar, vrij van den golfslagte blijven vast zitten. Dit laatste bleek echter onmogelijk; er was geen stoom genoeg om de boot ver genoeg op het zand te zetten. Naar sommigen beweren, werd het roer stukgesla gen, anderen meenen dat de schroefbladen bescha digd werden; zooveel is zeker, de boot kon niet lan ger gehoorzamen aan het roer en werd een speelbal van storm en golfslag. Twee der kajuitsramen be zweken voor den druk van het water; woedend dron gen de golven naar binnen; wel beproefde men het indringen weder te stuiten door de openingen met zakken te vullen, doch toen ook dit vruchteloos bleek, snelden alle pasagiers naar boven; door den wind ge dreven, begaven allen zich naar denzelfden kant; de ranke boot, door dit overwicht bezwaard, helde over; de kajuitsramen aan die zijde braken en nu was geen redden meer mogelijk. De boot begon te zinken en dreef tot nabij het Feitezand waar ze vast raakte. Het was ongeveer vijf uur in den avond, de storm woedde feller dan ooit Van uit Nijega en Oudega had men de boot zeer goed gezienen men begreep dat ze in gevaar moest verkeeren. Door schipper Kool uit Oudega, wiens zoon als stuurman op de boot dienst deed, werden nog pogingen aangewend om zijn schip te water te brengen, doch tevergeefs. Een vreeselijke avond en nog vreeselijker nacht volgden nude passagiers hadden op den voor- en achtersteven der boot een schuilplaats gezocht en klemden zich met de kracht der wanhoop aan de verschansing vast; door den storm voortgezweept, joe gen sneeuw- en hagelbuien hun in 't gelaat, terwijl de overboord slaande golven hen overstroomden. Reeds om 8 uur hadden twee passagiers den geest gegeven. Het waren een oude vrouw, de wed. Seekles-AIten- burg uit Oosterwierum, met hare dochter, die te Oudega, bij eene daar getrouwde dochter zou gaan logeeren; toen volgde A. R. Hoekstra van Lutkewierum (of Dozum); door koude bevangen zonken zij ineen en werden door den wind over het dek heengeslagen, zoodat hare lijken den volgenden dag bijna onken baar waren. S. Kleinsmit, woonachtig onder IJsbrech- tumdie hare ouders te Oudega zou gaan bezoeken sloeg over boordhaar lijk werd eerst na eenige da gen gevonden. Zoolang mogelijk had men getracht door schreeuwen de aandacht te trekken, doch te midden van het geloei van den storm hoorde men niets meer dan de laatste snikken der stervenden. G. F. v. d. Wal, van Nijega, bezweek omstreeks middernacht. Op de nog warme plaat naast den schoor steen had IJ. de Jong van Warns een plaatsje ge vonden; hij had het zoontje van D. IJ. Hoekstra van Koudum bij zich genomen en zoo goed mogelijk onder zijn jas geborgen. Toen Hoekstra zijn levens geesten voelden verdwijnenrichtte hij zich nog een oogenblik op: »de Jong, zorg voor m'n jongen;" riep hijen de Jong dekte de jas geheel over het knaapje heen, opdat hij niet zou zien hoe zijn stervende va der ineen zonken overboord sloeg. Eerst om 8 uur in den morgen daagde hulp, schip per Kool was de eerste, die de stoomboot bereikte en de nog levenden aan boord van zijn schip over bracht. Op Galama-dammen vond men de liefderijkste hulp en verpleging. De namen der omgekomenen zijn, be halve de reeds genoemden: F. Gerrits van der Wal, van Nijega; W. Feersma, van Warns; A. Felstra en P. Attema, van Stavoren; H. M. van der Sluis, van Langweer; S. Wiersma en P. Okkinga, van Koudum; en J. W. de Jong, van Molkwtrum. Men beweert dat het getal dooden op 17 moet wor den gebracht, zoodat er nog 3 lijken verloren zijn. Met zekerheid kan hiervan niets worden gezegddaar het juiste getal passagiers niet bekend was. De sche pen hebben de Meer in alle richtingen doorkruist, doch geene buiten de genoemden gevonden. Woensdag-middag werden de lijken der geblevenen naar hunne vroegere woonplaatsen gebracht; eenvreese- lijk schouwspel! Van de 6 passagiers voor Oudega- Nijega bereikte slechts een levend de plaats zijner bestemming; deze was A. Pruiksma. Tal van huisgezinnen zijn in diepen rouw gedom peld, daar de meesten vaders waren van talrijke gezinnen. Waarschijnlijk is bij Vlieland, met man en muis een buitenlandsch schip vergaan. Er is reeds een lijk aangespoeld. Ons bericht in ons voorlaatst nummer heeft zich bevestigd De Prins van Oranje uit Vlaardingenstuur man K. Groeneveld, is met 24 man vergaan. Ook vermoedt men dat een logger, stuurman Jb. van Heeningen, met zijne bemanning is vergaan. Het wordt bevestigd, dat bij Schokland een vaar tuig is gezonken, waarvan de opvarenden zijn omge komen. Vrijdag zijn door eenige visschers in het wrak twee lijken gevonden. Een derde is over boord ge slagen en nog niet gevonden. Er wordt berichtdat eene Urker vischschuit zoek is. De geheele visschersvloot uit Katwijk is thans be houden binnen. Door den jongsten storm is de houtzaagmolen van de heeren Maathuis te Sappemeer onbruikbaar ge worden: eene roede knakte en de andere werd voor een gedeelte afgerukt. De vlasfabriek van de gebroe ders Sikkens te Kleinemeer is ingestort, zoo ook de veeschuur van den heer Kreps te Borger-Compagnie In den geheelen stal bevond zich 72 stuks vee. Het achterste gedeelte, met 20 stuks, bleef staan. Den volgenden morgen bevond men tot zijne groote ver wondering, dat er slechts drie gedood en een tiental meer of minder ernstig gekwetst waren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1877 | | pagina 2