NIEUWE No. 19. Zondag 22 April 1877. 2e Jaargang. v Italiaansche Correspondentie." HAARLMSCHI HU RUT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden yoor Haarlem75 Cents. Buiten Haarlem franco per post90 Afzonderlijke Nummers6 Hit blad verschijnt twee maal per week. In half formaat 'S WOENSDAGS AVONDS. In geheel ZATERDAGS BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. HMMTlESPRÏrmj. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regels80 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie ik Contant. Advertentiën worden uiterlijk Zaterdags en Woensdags vóór 12 uur 's middags ingewacht. Uitgever W. KUPPERS. VOOR HET GOUDEN FEEST VAN Z. H. PIUS IX. Bedrag der vorige opgavenf 83.11 Onder dit opschrift komen van tijd tot tijd in de Nieuwe Rotterdamsche Courant artikelen voor, die heeten uit Italië gezon den te zijn, en die schijnen ons hier op de hoogte te moeten brengen van hetgeen daar voorvalt, maar die in werkelijkheid de strekking hebben om met de meeste onbeschaamdheid en zonder eenigen eer bied voor waarheid en recht, voor gezag en godsdienst te verguizen, wat ons Ka tholieken het dierbaarste is. Booze tongen zeggen dat die „Italiaan sche Correspondent" zoomin in Italië woont als gij of ik, maar dat de zoogenaamde „Italiaansche correspondentiën" dood een voudig gefabriceerd worden in de Witte de Witstraat te Rotterdam. Er zijn lieden die beweren, dat de booze tong, die dat geheim verklapt heeft, in casu de Maas bode, het wel weten kan. En het schijnt inderdaad dat het blad het goed weet want het vertelt het aan ieder, die het hooren wilen de N. R. C.die anders nog al wat durft gelijk aanstonds zal blij ken, heeft de Maasbode nog niet weder- legd. Om eerlijk te zijn moeten wij er bij voegen, dat de Maasbode maar een ultra- montaansch blad is; en zulke bladen ver dienen immers geen geloof. Wij voor ons zijn echter zoo dom meer geloof te slaan aan het bericht van de Maasbode, dan aan de officieële „Italiaansche Correspondentie" van de N. R. C.en 't is juist omdat wij gelooven, dat die zoogenaamde „Correspon denties" in de Redactie-bureaux der N. R. C. geschreven worden, dat wij er eens de aandacht op willen vestigen hoe sommige bladen hier te lande gelukkig slechts sommige twee vijfden van Neêrlands be volking durven grieven, in wat het dier baarste is. Wij doen het echter slechts ééns; want waarlijk het walgt ons zulke taal te lezen, en het verwondert ons niet dat een Busken Huët de N. R. C. het niet zeer vleiende compliment maakte, dat zij in „kazerne-taal" geschreven wordt. Ieder fatsoenlijk mensch moet er van walgen. Wij hebben hier vier nommers van het blad voor ons liggen; No. 79, 80, 86 en 103. Hieruit eenige aanhalingen. Wij beginnen met het laatste nommer. Wanneer de Romeinen, die hun wetti gen Yorst, Pius IX, trouw gebleven zijn, naar den H. Yader gaan om hun instem ming te betuigen met de jongste Allocutie heet dat „clericale woelingen." De adel, die aan deze manifestatie deel namde prinsen de Campagnanode Viano Lancellotti, Rospigliosi, Chigi, de markies Theodoli en meer andere worden genoemd „wandelende mummiën, die geen andere „glorie hebben in deze wereld, dan de „brieven van adeldom, tot loon voor slaaf- „sche onderdanigheid hun door dezen of „genen Paus geschonken." Maar 't mooiste komt achteraan. De dag bladen hebben dezer dagen bericht, dat eene bende Internationalisten zich te Bene- vento vertoond heeft/ Verbeeld u, lezer, dat waren geen commune-mannenzelfs geen liberalen van het allooi van de N. R- C.maar vermomde ultramontanen. Hoor maar wat de „Correspondent" schrijft: „Eene gewapende bende van ongeveer vijf- „tig personen vertoonde zich dezer dagen in „de omstreken van Benevento. Dit volkje „voerde de roode vlag van de Internationalen. „Doch er kan wel geen redelijke twijfel aan „zijn, of zwart was hunne kleur. Hoe toch „zouden er zoo plotseling vijftig commune- „mannen uit den grond gerezen zijn te Bene- „ventowaar landbouw do éénige tak van be- staanfabriekwezen een onbekende factor is „Inderdaad, deze oproerstokers (thans bijna „allen in de gevangenis) waren voor een goed „deel niet eens Italianen. Zij bezaten de nieuwste „aehterlaadgewerón, overvloed van ammunitie „en veel geld. Commune-mannen zijn in den „regel zoo rijk niet toegerust." In No. 79, 80 en 86 komt voor wat wij nu gaan afschrijven, en waarbij het bovenstaande maar eene kleinigheid is. Pius IXhet geëerbiedigde hoofd der Katholieke Kerk, door millioenen in dè geheele wereld als hun vader bemind, als de plaatsbekleeder van Christus op aarde geeerd, heet: „de Afgod van Rome." Vooral de jongste Allocutie van Z. Hei ligheid heeft de woede van den „Corres pondent" gaande gemaakt en doet hem over den H. Vader op eene wijze spreken, die alle grenzen te huiten gaat. Die Allocutie de „Correspondent" weet het haarfijn „werd door pater Beckx verbeeld u, lezer, pater Beckx is de generale Overste der verschrikkelijke Jezuïeten, „'s Pausen cipiers" bedacht, door Kardinaal Bilio geschrevendoor Kar dinaal Monaca la Valetta herzien, en door Pius IX voorgelezen." Maar wacht even. Ofschoon de „Correspondent" dit alles zoo goed weet, kan hij toch niet zeggen of de Allocutie door Z. H. is voorgelezen, of in druk werd rondgedeeld. Die Allocutie nu is „eene formeele oor logsverklaring" aan Italië. „De Jezuïeten, deor Antonelli's beza digdheid niet langer in bedwang gehouden: „blazen luid en schil 't signaal tot den „aanval. Kwam morgen Pius IX te ster- „ven, dan zou men mogen verwachten hem „vervangen te zien door kardinaal Ledo- „chowski, enkel om Duitschland te tergen." „Geen lasterlijke beschuldigingen, geen „kwetsende schimpwoorden heeft de mond „van Christus Stedehouder ons gespaard." In de Allocutie zegt Z. H.(wij vol gen de vertaling der N. R. C.) „Ondanks de gehuichelde en valsche belof ten door de overweldigers na 't vermeesteren „van Rome afgelegd, en waarbij zij zich ver bonden de vrijheid van de Kerk en de onaf hankelijkheid van haren Opperpriester te eer biedigen, maakten wij ons geene illusiën „omtrent de treurige en ellendige toekomst, „die hunne overheersching ons bereiden zou. „Wat méér zegt de misdadige bedoelingen „kennende van deze personendie door banden „der ongerechtigheid aan elkander verbonden „zijn, gaven wij dadelijk te verstaan, dat het „doel der heiligschennende overweldiging min- „der nog was de verovering van ons wereld- „lijk gebied, dan wel de verwoesting van alle „instellingen der Kerk, van 't gezag des Hei ligen Stoels en van de oppermacht des Plaats vervangers van Jezus Christus." De N. R. C. laat hierop deze bemer king volgen: „Ziedaar eene aardige verzameling scheld- „woorden! Overweldigers, huichelaars, afleg gers van valsche beloften, vertrappers van „goddelijke en menschelijke rechtenschenders „van de heiligste verdragenontwerpers vanmis- „dadigo bedoelingen, bedrijvers van ongerechtig heid verwoesters van den godsdienstzou „men er zich niet boos over maken, als men „niet wist dat al die schimptaal vloeide van „lippen, welke sinds jaren zich zelden openden „dan om te vervloeken?" Over het Onderwijs zegt Z. H. „Wij hebben gezien (met de grootste bitter heid herhalen we 't) hoe 't openbaar onderwijs „langzamerhand onttrokken is aan de leiding „der Kerk, om te worden toevertrouwd aan „personen van verdachte belijdenis, of zelfs „aan verklaarde vijanden van de Kerk, die „niet schromen zich openlijk voor godlooche naars uit te geven." Deze zinsnede ontlokt den zoogenaamden „Correspondent" de volgende ontboezeming „Edele taal, niet waar? uit den mond van „een „Plaatsvervanger van Christus"De dui nenden brave mannen en vrouwendie zich „een leven opleggen van inspanning, geduld „en voorbeeldig gedragom de kinderen van „'t schandelijkst verwaarloosde volk op te lei hen tot een weinigje verstandelijke ontwikke ling die allen worden gebrandmerkt als „„verdachten"", of, boter nog, kortweg als „„godloochenaars"". En door wien? Door „hemonder wiens vaderlijk bewind lezen en „schrijven als Grieksch en Hebreeuwsch waren „voor 90 pCt. der Romeinsche bevolkingMen „mocht wel zwijgen over onderwijs! De Kerk „onderwijzeresse! ja! in de kunst van te „kruipen voor 't zwaaiende wierookvat, welks „dampen de knielenden zoet bedwelmen Z. Heiligheid beklaagt zich in de Allo cutie, dat de Paus de vrijheid mist, die Hij als hoofd der Kerk behoeft en vraagt: „Weet men niet dat 't volbrengen onzer func- „tiën niet aan onzen vrijen wil staat, maar ons „slechts willekeurig vergund wordt, en wille- keurig weder verboden kan worden En weet „men niet hoe vele zeer ernstige, zeer ge wichtige en zeer noodige dingen ons in „werkelijkheid onmogelijk gemaakt worden?" Het antwoord van den „Correspondent" luidt „Indien Pius IX had kunnen goedvinden een „enkel voorbeeld te noemen, zoowel van de „hinderlagen en valstrikkendie hem onop houdelijk gelegd,"" als van de „„zeer ern stige, zeer gewichtige en zeer noodige din- „gen, die hem onmogelijk gemaakt wor- „den" zoo ware de zaak duidelijker geweest, „en zou men aan zijn klagen eenigen zin kun- „nen hechten. Doch hatelijke betichtingen uit- „brengen is éénze staven is een tweede. Ge- „steld, dat de vrijheid tot 't volbrengen zijner „functiën den Paus slechts willekeurig ver- „gund ware dan toch reeds zou hij niet mo- „gen spreken van „„slavernij"". Doch die „vrijheid (hij weet 'tzelf wel) is hem niet „willekeurig vergund, en kan hem niet wil lekeurig ontnomen worden door de Italiaan- „sche Regeering: Want zij is hem gewaarborgd „door onze Constitutie, aan welke geen Mi- Sister roeren kan." Aan welke geen Minister roeren kan Als of men eenige waarde mocht hechten aan die zoogenaamde waar borg wet der Italiaansche Regeering! Wat zijn in onzen liberalen tijd Wetten, ConcordatenTracta- tenProtocollenenz. Scheurpapieran ders niet. De H. Vader zegt verder omtrent de vrijheid, die Hij behoeft: „De Roomsche Opperpriester is en zal nooit „vrij en onafhankelijk zijn onder 't beheer van „welke andere Mogendheid ook. Hij kan te „Rome slechts Souverein wezenof gevangene." De „Correspondent" weet het beter en verklaart: 's Pausen vrijheid als hoofd der Roomsche kerk is feitelijk zoo onbeperkt als ooit." Het beroep eindelijk op de geloovigen door de geheele wereld verspreid om de aandacht hunner Regeeringen te vestigen op den treurigen toestand, waarin de H. Vader zich bevindt, ontlokt aan den „Cor respondent" de volgende leugenachtige en hatelijke worden: „Zóó heeft Paus Pius IX gesproken. Zóó „wil hij de wereld in beroering brengen, en „'t arm Europa (dat toch reeds zoo zorglijke „dagen doorleeft) prijs geven aan nieuwe stuip trekkingen enkel opdat hijPius IXin „zijn 85ste levensjaar nog koninkje moge „spelen, naar middeneeuwschen trant, over „een paar millioenen onwillige onderdanen!" Wij nemen hiermede voor goed afscheid van het fatsoenlijke blad. Mocht hetgeen wij schreven onzen lezers het besluit heb ben doen maken nooit een hand naar de N. R. Ct. uit te steken, dan achten wij onze moeite ruimschoots beloond. Maar dat verwachten wij ook. Een Katholiek, die zijn godsdienst lief heeft, kan zulk blad niet alleen niet lezen of op welke wijze ook steunen, maar moet het eenvoudig veraf schuwen. De Maasbode berichtdat te Rotterdam het volgende belangrijk adres aan de Tweede Ka mer ter onderteekening ligt Aan de Tweede Kamer der Staten Generaal. Geven met verschuldigden eerbied te kennen ondergeteekenden meerderjarige Katholieke in gezetenen van Rotterdam, dat zij met het innigst leedwezen kennis ge nomen hebben van het wetsontwerp van Zijne Excellentie den minister van binnenlandsche zaken tot wijziging der wet van 20 Augustus 1857, (Staatsbl. no. 103), omdat dit wetsont werp niet alleen denzelfden ongrondwettigen grondslag heeft als de wet van 1857, maar daarenboven het onrechtvaardige en drukkende van laatstgenoemde wet nog vermeerdert; dat zij de wet van 1857 ongrondwettig noe men, omdat deze lo geen voldoend onderwijs doet geven en 2o de vrijheid van het bjjzonder onderwijs belemmert. Moge het onderwijs der openbare school vol doende zijn voor eene groote minderheid in den lande, het is het niet voor de Katholieken, die ongeveer der bevolking uitmaken en volgens de leer hunner Kerk, welke art. 164 van de Grondwet hun veroorlooft met volko men vrijheid te belijden, een onderwijsbehoe-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1877 | | pagina 1