NIEUWE No. 21. Zondag 29 April 1877. 2® Jaargang. voor het gouden peest van Adres van HH. DD. Hoogwaar digheden den Aartsbisschop en de Bisschoppen van Nederland aan Z. M. den Koning. UIT DE DAGEN YAN DE TENTOONSTEL LING TE AMSTERDAM. HAARURSCHE (III RIET. ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden voor HaarlemI75 Cents. Buiten Haarlem franco per post90 Afzonderlijke Nummers76 Dit bind verschijnt twee maal per week. In half formaat 'S WOENSDAGS ATONDS. In geheel „ZATERDAGS BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIËN Yan 1—6 regels30 Cents, Elke regel moer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Zaterdags en Woensdags vóór 12 uur 's middags ingewacht. Uitgever W. KÜPPER8. Z. H. PIUS IX. Bedrag der vorige opgavenf 83,11 Uit liefde voor Z. H. den Paus. 2,50 Totaal f 85,61 Z. D. Hoogwaardigheid Mgr. A. J. Schaep- ®anAartsbisschop van Utrechtzal zich aan het hoofd plaatsen van de deputatiedie naar Rome zal vertrekken, om de gelukwenschen derNo- derlandsche Katholieken aan Z. H. den Paus °p zijn gouden jubelfeest aan te bieden. Yoor de ontvangst der Nederlandsche deputatie op het Vaticaan is, gelijk wij reeds in ons vorig lommer bericht hebben, de dag van 15 Mei bepaald. Dit adres is van den volgenden inhoud: Aan Zijne Majesteit den Koning. Sire! De ondergeteekendehoofden der Katho lieke Kerk in Nederlandgeven met verschul- digden eerbied aan Uwe Majesteit te kennen: dat, blijkens de door Z. H. Paus Pius IX op den 12n Maart jl. uitgesproken Allocutie, de in-bezit-neming van den Kerkelijken Staat door de Regeering van het koninkrijk Italië niets anders ten gevolge heeft dan de vermin dering der vrijheid en onafhankelijkheid van den H. Stoel, ook onder het opzicht van het geestelijk gezag; dat niet alleen blijkens voormelde Allocutie, Waar ook blijkens alom bekende feiten de sinds 1870 door de ltaliaansche Regeering uitgevaar digde wetten en besluitenniettegenstaande de zoogenaamde Wet op Waarborgen, geen ander gevolg hebbendan het belemmeren der volle en ongestoorde vrijheiddie Z. H. de Paus tot het vervullen van Zijn heilig ambt be hoeft dat maar te zeer bewaarheid is de klacht, in dezelfde Allocutie vervatwaarbij de over weldiging van Rome wordt voorgesteld als niet zoo zeer ten doel hebbende het verdruk ken der wereldlijke heerschappijals wel „het gemakkelijk vernietigen van alle instellingen der Kerk, het omverwerpen van het gezag, den H. Stoel behoorend, en het algeheel ver nietigen der macht van Christus' Stedehouder;" dat de ondergeteekendenmet het oog op deze onbetwistbare en onloochenbare feiten, zich verplicht achten tot Uwe Majesteit te naderen, overtuigd als zij zijn, dat de vrij heid van hunnen godsdienst in de vrijheid van het hoofd der Kerk steeds meer en meer wordt bedreigd dat zijsteunende op de rechtvaardigheid en de edelmoedigheid, steeds door Uwe Ma. jesteit aan Hare Katholieke onderdanen be toond en bekend met den eerbiedsteeds door Uwe Majesteit den Paus toegedragen van Uwe Majesteit verzoeken: dat het Haar moge behagen aan Hare Re geering te gelasten, om in overeenstemming of in overleg met de andere mogendheden tot de Regeering van Italië zoodanige vertoogen te richten of zoodanige maatregelen te ne men, als kunnen strekken, om de vrijheid en onafhankelijkheid van den H. Stoel te hand haven en het recht Harer Katholieke onder danen te verzekeren. Hetwelk doende enz. (Volgen de Onderteekeningen.) HET „HEILIGE" RUSLAND. Na maanden lang de rol van huichelaar gespeeld te hebben, van vredesvriendvan „beschermer" der Oostersche Christenen heeft het „heilige" Rusland eindelijk het masker voor een gedeelte afgeworpen en aan Turkije den oorlog verklaard. Juist zoo als onbevooroordeelde verstanden altoos voorspeld hebben is het dus ook uitgeval len. Rusland heeft gemobiliseerd, geconfe reerd, geprotocolleerd en geïntrigeerd, tot de onmogelijke tijd van oorlogvoeren ver streken isde voorjaar8overstroomingen gedaan en de groote wegen opgedroogd zijn. Dwazen zijn zijdie iets anders ver wachtten Met vredelievende oogmerken mo biliseert men geene legercorpsen en laat men geen honderdduizenden krijgers naar de grenzen inarcheeren en daar maanden ach tereen tot bedreiging van den nabuur kam peeren. De huichelarij van het „heilige" Rusland iS bekroondgeworden door de lang verwachte oorlogsverklaringmaar of de huichelarij eveneens door zegepralen en wapenroem zal schitteren valt te be twijfelen; want nooit waren de Turken zóó geducht tot den krijg toegerust als nu en nooit hebben zij de gunstige natuurlijke gesteldheid van hun land ter verdediging zóó tot hun voordeel aangewend. Het is zeker dat de Russen dezen keer een' zwa- ren strijd te voeren zullen hebben. Er is dan voorloopig een einde gekomen aan de ergerlijke vertooningen der diplo matie, wier machteloosheid om iets dege lijks voor de vervolgde Christenen en het behoud des vredes tot stand te brengen, op nieuw helder gebleken is. Daags voor den len April bracht deze verwaande diplo matie nog haar afzichtelijke misgeboorte, het protocol ter wereld en meende eenen grooten heldendaad hiermeê verricht te heb ben. De waarde van dit staatsstuk komt echter zoo wat overeen met een Aprilgrap; maar eene grap, die het menschdom duur te staan komt, daar zjj de eensgezindheid der grootmachten, waarop ze niet weinig bluftenreeds na verloop van weinige dagen gelijk eene zeepbel heeft zien uiteenspatten. De Czaar een' brief van den grootvorst Nikolaas in de hand houdende, heeft ge zegd: „Mijne heeren! Wat mijn zeer be- „minde broeder Nikolaas zegtis geheel „juistde zaak is geklonkenik heb ge- „hoör gegevén aan den wil van mijn volk „en aan mijn Christenplicht; gij zult onder „zijne edele aanvoering voor het Grielcsche „huis op den grond der Bulgaarsche mar telaars strijden, en ik ?al hier blijven, „om den allerhoogsten God te smeeken, dat „Hij de wapenen van het heilige Rusland „zegene." iulke taal lezende kan men een gevoel van diepe verontwaardiging niet onderdruk ken. Nóg praalt de huichelarij met het schoone doel de broeders der Bulgaarsche martelaars te beschermenen zijwier han den en zielen bezbedeld zijn met het bloed van tallooze Poolsche martelaars, durven het nog wagefn de door hen diep beleedigde menschheid te misleiden! Gelukkig reeds lang hebben vele de Russische bedriege rijen en heiligschenderijen opgemerkt en is hst thans zóó ver gekomen dat alleen zij die willens en wetens bedrogen willen zijn, nög geloof slaan aan de walgelijke Russische schijnheiligheid. „Het doel heiligt de middelen." Con- stantinopel is het voornaamste doelbe scherming der Oostersche Christenen het bedriegelijk voorivendsel. Om dat doel te verbergen beproefde het „heilige" Rusland Europa maanden lang - een rad voor de oogen te draaien. Als of Europa Rusland nog niet genoeg kende Alsof Europa geloof wilde slaan aan hui chelachtige betuigingen van met het bloed der Poolsche martelaars bevlekte „bescher mers" van Oostersche Christenen Constantinopel is het doel en toch wil de onverbeterlijke huichelaar Eufop* nog wijs maken dat het geenszins om uitbrei ding der grenzen te doen is! Welnu dan, „christenplicht" doet den Czaar het zwaard uit de schede trekken en de volvoering van dien plicht zal den grond der Bulgaarsche martelaars drenken met het bloed van duizenden on- schuldigen, die in 't minst geen deel ge nomen hebben aan vervolging van Chris tenen, terwijl de Czaar, die wijselijk zich niet naar het oorlogstooneel begeeft in- tusschen „den allerhoogsten God smeeken zal, dat Hij de wapenen van het heilige Rusland zegene." Arme soldatenUw dierbaar leveu wordt als niets geteld! Gij zult bij honderden, ja duizenden verminktgedooduwe fami- liën in rouw en droefheid gedompeld, ge- heele landstreken verwoest en hare bewo ners tot den bedelstaf gebracht worden, om den Czaar de Bulgaarsche martelaars te doen wreken, 0 neen om te trachten Constantinopel voor hem te veroveren. Toch zal het een verrassend schouwspel wezen de soldaten van den schuldigen aan de Poolsche martelaars in een strijd op leven en dood gewikkeld te zien met die der aanrichters van de Bulgaarsche gru welen. Mochten de ergste gevolgen nu ook maar neerkomen op de wezenlijk schuldi gen en de schijnheiligheden en Gode be- leedigende bedriegerijen en voorwendsels van heerschzuchtigen de welverdiende be straffing en beschaming ten spoedigste in- oogsten, ook tot waarschuwende voorbeel den voor andere geloofsvervolgersdie zich onkwetsbaar wanen. D. G. Onder hen, die zich gedurende het Tuin- bouw-congres te Amsterdam tameljjk hebben moeten behelpen, behoort zoo schrijft men aan de Amersf. Ct.ook prof. dr. Philippe Phoebes, uit Giessen, een in de geleerde we reld hoog aangeschreven man. De vorige week kwam hij aan en liet zich door een kruior naar het Amstel-Hótel bren gen. Daar was echter alles bezet en werd hij afgewezen; hij liep toen nog eenige andere hótels af, doch nergens kon hij onder komen. „Maar weet je dan geen kamer voor me te vinden vroeg de professor aan don man die zijn valies droeg. „Ik kan toch niet onder den blooten hemel blijven!" „Ja ziet u, mijnheer," was het antwoord, „alles is vol; en die een kamer heeft is haar al lang kwijt ookmaar De man hield hield even op, bedacht zich een oogenbliken vervolgde toen: „Maar mijnheer behoeft toeh niet op straat te blijven; als mijnbeer zich een beetje behelpen wil, dan zou mijnheer welbij mij kunnen logeerenwij hebben toch een ka mertje, dat wij haast niet gebruiken." De professor, die al blij was dat hij onder dak kon komen, nam het aanbod gretig aan, en zoo is een der beroemdste mannen van de wetenschap gehuisvest in een achterbuurt bij een kruier. Natuurlijk werd deze zaak spoedig ruchtbaar en kwam ze ter oore van de Tentoonstellings commissie. Onmiddellijk begaf zich toen een der leden naar prof. Phoebes met de uitnoo- diging om bij hem zijn intrek te nemen, tevens ten bewijzo dat de van ouds bekende Holland- sche gastvrijheid nog volstrekt geen ij dele klank geworden is. Doch alle pogingen om'den Duit- scher tot verhuizen te bewegen waren vruch teloos. Hij gevoelde zich bij zijn nederigen hospes zóó te huis en zóó op zijn gemakdat hij van geen verandering van logies wilde weten; hij vertelde zelfs dat hij met genot al eens had deelgenomen aan den disch met de kruiersfamilie. Aardappelenzooals men begrijpt de hoofdschotel op het „diner," beweerde hij nog nooit zoo lekker te hebben gegeten, en hij kon geen woorden vinden om de Hollandsche zindelijkheid in het algemeen en die van zijn hospita in het bijzonder naar eisch te roemen. Een paar dagen geleden riep hij in vervoering uit tot iemand, die hem in zijn „hötel" een bezoek kwam brengen: „Ach, lieber Herr zeigen Sie mir doch einmal ein wenig Staub hier P Ieh habe noch garnichts davon gesehen." TIEN DAGEN IN EEN MIJN. Woensdag voor een week, juist toen de mijnwerkers in Tynewydd Mine bij Pontyprid op het punt waren hun werk te verlaten, hoorden zjj het loeiend geluid van naderende wateren, die de mijn overstroomden. IJlings vluchtende bereikten de meesten nog even bij tijds de mijnschacht en werden omhoog ge trokken, doch veertien mannen en jongens ontbraken. Onmiddellijk boden zieh vrijwilligers aan, om eene poging tot redding te wagen. Toen zij omlaag gedaald waren, vonden ze dat alle tunnels tot aan het verwulf toe vol water stonden, zoodat ze moesten aannemen dat allen verdronken waren. Met het oor tegen de steenkolenwanden gedrukt luisterendehoor den ze echter een zwak geluid van kloppen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1877 | | pagina 1