N I E U W E No. 23. Zondag 6 Mei 1877. 2e Jaargang. Voor de aanslaande verkiezing op Dinsdag 8 Mei van DRIE leden voor de Provinciale Staten in hel Hoofdkiesdistricl Haarlem bevelen wij aan onze mede- kiezers dringend aan A. van Stralen, (te Haarlem). F. L. Kist, (te Haarlem)aftredende leden en Mr. W. S. J. van Waterschoot van der Gracht, De Allocutie van Z, H. Pius IX, en de Circulaire van den Minister Mancini. VOOR HET GOUDEN FEEST VAN Z. H. PIUS IX. Bedrag der vorige opgavenf 88,11 i. De jongste Allocutie van Z. H. Pius IX heeft geheel de wereld door een ontzag lijken indruk gemaakt, niet alleen onder de trouwe zonen der kerk, maar ook on der haar verklaarde vijanden. Wanneer de Paus spreekt luistert ge heel de wereld, vooral wanneer Hij, gelijk in het Consistorie van Maart jl.de stem verheft ter verdediging van waarheidrecht en godsdienst. Wat is bij het woord des Pausen, het woord ook van den machtig- sten monarch Zelfs dan wanneer het woord des laatsten eene oorlogsverklaring isge lijk er deze dagen een gesproken werd door den machtigen gebieder van het uit- gestrektste rijk van Europa, heeft het de kracht van 's Pausen woord niet. Het klinkt als een donderslagdie doet schrikkenmaar die weldra niet meer gehoord wordt; ter wijl het woord des Pausen geheel de we reld door in de harten van millioenen een ontzaglijken weerklank vindt, een blij ven den indruk achterlaat en steeds even vrucht baar is ten goede als het woord van vor sten en ministers ij del, of voor volken en rijken verderfelijk. Wondere zaak, wel geschikt menigeen tot nadenken te brengen! In het Yaticaan woont een grijsaardgebukt onder den last der jaren en van het doorgestane leed een manvan alles beroofdbinnen de muren van zijn paleis opgesloten, van alle vorsten verlaten, van vijanden omgeven. Die man zal sprekenen aller verwachting is gespannen, aller ooren zijn geopend, aller blikken naar Rome gericht. Die man heeft gesproken, en zijn woord weerklinkt weldra van het eene einde der wereld naar het andere, en maakt overal den diepsten indruk. Het komt omdat die grijsaard de Stedehouder van Christus is; en al gelooft nu de wereld in de goddelijke zending des Pausen niet, toch ondergaat zij haars on danks den indruk van zijn woord. En de eerbied en volgzaamheid waarmede dat woord van den eenen kant, de belangstel ling of verbittering, waarmede het van de andere zijde ontvangen wordt bewijzen, dat Pius IX, ook al is Hij onttroond, af geleefd en in zijn paleis opgesloten, nog het hoogste woord in de wereld spreekt. De Allocutie van Z. H. is, het spreekt van zelf, door de Katholieken in geheel de wereld met kinderlijken eerbied ont vangen en heeft een onbeschrijfelijken in druk in hunne harten teweeg gebracht. Geestelijkheid en. geloovigen beijveren zich alom, vooral in Katholieke landen, om, overeenkomstig den wensch des Pausende aandacht der Regeeringen te vestigen op den treurigen toestand, waarin de H. Yader zich bevindt, daar Hij de vrijheid en on afhankelijkheid mist, die Hij voor het be stuur der Kerk behoeft. In ons vaderland, in Frankrijk, België, Spanje, Ierland, Engeland en meer andere rijken is men reeds in dien geest werkzaam; en menig Gouvernement zal met de adressen en pe titiën ter dezer zake ingezonden of nog in te zenden te rekenen hebben. Ook van niet Katholieke zijde heeft men hier en daar het woord des Pausen recht laten wedervaren. Niet alleen heeft op eene vergadering te Dublin meer dan een pro testant ten gunste van de Allocutie gespro ken, maar verschillende Engelsche bladen, zelfs van zeer geavanceerde liberale richting, onder andere de Spectator en de Pal-Mall- Gazettehebben er op gewezen welke el lendige figuur na 's Pausen Allocutie Italië maakten hoe het recht geheel aan de zijde van Pius IX is. Zoo moest dan ook het oordeel zijn, indien men met onbevangen blik het woord des Pausen las: het moest een hulde worden aan de waarheid en eene hulde aan Pius IX. Maar ook wat van die zijde gesproken of geschreven werd doet zienwelke belangstelling 's Pausen woord ook buiten de Katholieke Kerk wekt. Belang8telllingook bij de vijanden des Pausenen bij hen zeker niet het minst belangstelling zeker niet ten goede, maar opgewekt door vinnigen haat en door een vurige begeerte om den indruk, die dat woord kan maken te verkleinen, ja van dat woord een wapen te maken tegen de Kerk en haar Opperhoofd. Wij hebben van een en ander een staaltje gezien in de zoo genaamde „Italiaansche correspondentie" van de N: Bott. Courant. Onder de vijanden der Kerk heeft echter bij de jongste Allocutie des Pausen nie mand meer blijk van belangstelling gege ven dan het Italiaansche Gouvernement. Het had er dan ook alle reden toe. De Paus zou ditmaal, men wist het reeds te voren of dacht het ten minste, voor de rechtbank der wereld als beschuldigde tegen Italië optreden, en een voor een de grie ven bespreken, die Hij tegen de Regeering van Yictor Emmanuel kan doen gelden. Die beschuldiging was het ergste wat Italië kon wedervaren. Men gevoelde het, men was schuldig, en daarom vreesde men eene publieke aanklacht, vooral nu zij uitging van den man, dien men van alles beroofd hadbehalve van de vrijheid van het woord waarvan men Hem niet kon berooven. Er viel niet aan te twijfelen, verhief Pius zjjne stemdan was het vonnis tegen Italië gpveld: het huichelachtig masker, waarachter dp eenheidsmannen zich verborgenzou vallen, en de wereld zou weten wat men te denken heeft van de waarheidsliefde en het rechtvaardigheidsgevoel van de nieuwe meesters van Rome. De gevangene van het Yaticaan zou een onherstelbar en slag toe brengen aan de roovers van het Quirinaal. Men gevoelde heten daarom deed de Italiaansche Regeering haar uiterste best om de Allocutie ten minste een 24 uren vroeger in haar bezit te hebben, dan zij in het publiek zou verschijnen. Ware het Gouvernement van Yictor Emmanuel daarin geslaagdwie weet wat men dan tegen 's Pausen woord zou ondernomen hebben. Maar het slaagde niet. Het onwaardig mid del waarvan men zich bediendewerd door de goede trouw van den mantot wien men zich gewend had, verijdeld. Dat middel was hetzelfde als dat, waarvan men zich wel meer bediend hadmen denke hier slechts aan den vertrouweling van wijle Kardinaal Antonelli omkooping en verraad. Men bood aan een beambte der Pauselijke curie eene somme gelds2000 later 5000 lires aanindien hij de Allocutie in de handen der eenheidsmannen wilde stellen, 24 uren voordat zij in het publiek zou verschijnen. Goddankde mandien het aanbod gedaan werd was geen Judas; hij sloeg het voorstel met verontwaardiging af, en de Italiaansche Regeering moest zich tevreden stellen met de Allocutie te lezen, eerst toen zij reeds in het publiek verschenen was. Het laat zich begrijpen dat bij het lezen van het waardig en moedig woord des Pau sen schrik en ontsteltenis in het kamp der eenheidsmannen en vooral in de regeerings- kringen heerschte. Een buitengewone mi nisterraad werd in allerijl belegd. De hee- ren zaten met lange gezichten en waren ten einde raad. Wat zou men doen? De verspreiding der Allocutie verbieden? Hoe gaarne zou men het gedaan hebbenMaar dat kondat durfde men niet. Men had immers de waarborgenwetwaarbij de vrij heid en onafhankelijkheid van den H. Stoel met zooveel woorden verzekerd is. Maar daarenbovenging men de verspreiding der Allocutie tegen, dan was het immers voor geheel de wereld zonneklaar, dat de Paus niet alleen niet vrij en onafhankelijk is in zijne daden, maar zelfs niet vrij om het woord te richten tot de geloovigen van Italië. Men durfde dus de verspreiding der Allocutie niet tegengaan, hoe gaarne men het ook anders zou gedaan hebben; maar men deed wat men kon, om den indruk Uitgever W. K P P E R S. dien 's Pausen woord moest maken zooveel mogelijk te verkleinen. Twee middelen werden daartoe gebezigdmen verbood elk commentaar in de dagbladen op de gehou den Allocutie, en men besloot, door eene circulaire van den Minister van justitie aan de ambtenaren van zijn département een soort van wederantwoord, dat eene weder legging der Allocutie moet heeten, in de wereld te zenden. Uit een en ander blijkt welk een ont zaglijke la-acht het woord des Pausen heeft ook nog in onze ongeloovige eeuwwaarin buiten de Katholieke Kerk, de begrippen van ordegezagwaarheidrecht en gods dienst hoe langer hoe meer verloren gaan. Wij zeggen meer. Juist omdat de wereld zoo slecht wordt klinkt 's Pausen woord te scheller. Men weet het hier, men ge -melt het daar dat de grooteof liever de eenige strijd tegen de Katholieke Kerk en haar Opperhoofd gestreden wordt. Men weet het hier, men gevoelt het daar, dat de Pais de vaandrager is van orde en gezag, van waarheid, recht en godsdienst. Daarom zijn alle blikken naar Rome gericht, en voidt het woord van Christus Stedehouder dooi de getrouwe zonen der Kerk met den meesten eerbied aangehoord en opgevolgd, door haar vijanden meer dan iets anders gevreesd. In een volgend artikel zullen wij nader kennis maken met de circulaire van den Minister Mancini. BUITENLANDSCH OVERZICHT. In de proclamatiewelke Grootvoi st Nicolaasals opperbevelhebber van het Russische leger tot dat leger heeft gericht merkt men de volgende zinsnede op: „Wij zijn geroepen den wil van den Souverein uit te voeren en de heilige nalatenschap van onze vaderen. Niet tot het doen van veroveringenTukken wij op, slechts ter verdediging van onze gehoonde en verdrukte broeders, ter verdediging van het geloof. „Voorwaarts! onze zaak is een heilige zaak en God is met ons! Iets anders is het met de klacht, dat Rusland voor zijn militaire oogmerken de troepen heeft doen binnenrukken in .le Vorstendommen, welker onzijdigheid door Europa gewaarborgd is. Volgens berichten uit Londen, heeft de Czaar aan den vorst van Montenegro ge- telegrapheerd„ik ben ditmaal vast be sloten de heilige zending van Rusland en van mijn voorgangers te vervullen; God zal ons helpen. De Rus praalt met zijn genegenheid voor de Oostersche Christenen; doch ééite vraag, die aan bloed en tranen doet den ken, is genoeg, om den huichelaar te ont maskeren en het uithangbord van menscli- lievendheid in zijn wezenlijke waarde te schatten. Ert Polen dan? De Oostenrijksche regeering heeft Rus land en Turkije aangezegd, dat Servië op neutraal gebied moet blijven en daar van is een verklaring in dien zin. door Servië, reeds het gevolg geweest. Niet dat Oostenrijk alléén zich als de kampioen O o HMMMSCHE COURAÏT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem75 Cents. Buiten Haarlem franco per post90 Afzonderlijke Nummers6 Dit blad verschijnt twee maal per week. In half formaat 'S WOENSDAGS AVONDS. In geheel ZATERDAGS BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. J«M AiNÏ-CCK D K 47. BWÏBi- PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 1—6 regels30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Zaterdags en Woensdags vóór 12 uur 's middags ingewacht. AGITE MA NON AGITATE. (advocaat en Notaris te Amsterdam).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1877 | | pagina 1