BUITENLAND. I DE OORLOG. Kerkelijke Staat. genooten, hunne broeders in het geloof. Zij kwamen in kleine getale, maar zij durven 'U zeggendat zij een groot geloof en eene groote liefde vertegenwoordigen. Wij allen, Heilige Yader, zijn bezield met het onwrikbaar geloof, dat Gij de Stedehouder zijt van onzen Heer Jezus Christusde rots, waarop de Yerlosser der wereld Zijne Kerk heeft gebouwdde stemwaardoor de H. Geest tot ons spreekt, de lichtbaak, welke God in deze wereld gesteld heeft om aan de zielen tot gids te strekken naar den hemel, 't Is dat geloof, 't welk onze apostelen ons van Rome gebracht hebben; 't is voor dat geloof, dat onze mar telaars van Goreum hun bloed heb ben gestort; 't is voor dat geloof, dat onze broeders de uitstekende eer hadden in de ge lederen van Uw legeronder de banier van den H. Petrus, te dienen of te sterven. Dat geloof ontvingen wij van onze herders, wij ontvingen het ook van onze moeders, en met de genade Gods zullen wij het zuiver, getrouw en tot den dood toe bewaren. Wij geloo ven ook, Heilige Yader, dat Gij de sou- vereine en wettige vorst zijt van deze stad van Ro me, van deze Kerkelijke Staten; de bezitter van dien koninklijken mantelwelke 'op de schou ders van den H. Petrus werd gehangen en er bij stukken van werd weggerukt. Maar voor ons zijt Gij steeds in het volle en het alge- heele bezit Uwer rechten op het gansche pa trimonium van den H. Petruswant wij zijn getrouw aan de leer der Encykliek, aan de veroordeelingen van den Syllabuswij houden vast aan het groote beginsel der tijdelijke macht 't welk Gods hand heeft geschreven in de annalen der geschiedenis. Wij wetendat de werkelijkheid ons tegenspreektmaar wij weten ook, dat ar eene hoogere werkelijkheid is dan die der feiten de eeuwige werkelijkheid van het recht. Wel is waar, II. Vader, triompheert in onze dagen de goddeloosheid; wel is waar zijn de tijden vreeselijk en woedt alom de vervolging maar dit jaar, dat het 50ste is van Uw epis copaat, is ook het jaar van Canossahet eeuw feest dezer ten allen tijde gedenkwaardige over winning behaald door den Paus op den Keizer, door de zwakheid op het gewelddoor den vervolgden rechtvaardige op den gelukkigen vervolger. Wij rekenen op U, Heilige Vader, en Gij, die de groote martelaar der revolutie zijt, Gij zijt ook de profeet der overwinningwelke het geloof op de wereld en op de hel behalen zal. En wat ook de wereld en de hel mogen ver richten, wij gelooven in God en wij zien den Paus. In die gevoelens, Heilige Vader, leggen wij aan Uwe voeten geheel onze liefde, een nede rige, gehoorzame, getrouwe liefdeeene liefde, die onze kracht is en onze eer. In die gevoelens bieden wij U onze kinder lijke hulde aan bij gelegenheid van dezen vijftigsten verjaardag van Uw roemvol episco paat. Geve God, dat Zijne Kerk dezen beminden en vereerden Paus nog lang behoude; geve God, dat de luister der glansrijke en stra lende overwinning voor aller oogen dit hoofd krone't welk voor ons reeds schittert omge ven door den lichtkrans van het lijden. In die gevoelens eindelijk, Heilige Vader, durven wij U smeeken, ons te zegenen, ons en onze landgenootenonze broeders in het geloof, te zegenen onze zielen en onze licha men, onzen geest en onzen wil, alle onze vermogens en al onze krachtenopdat wij God en den Paus kunnen dienentoto corde et totis viribus (van ganscher harte en uit alle krach ten). Buitenland.. Z w i t s e r 1 a n d. De Zwitsers, die reeds dagen te voren zich door het bezoeken der groote kerken van Rome, geleid en voor gegaan door hunne onvermoeide herders Mgr. Mermillod en Mgr. Lachat, tot de plechtige audiëntie hadden voorbereid, werden den 26en op het Vaticaan toegelaten. Aan hun hoofd stond de grijze bisschop van Lausanne en Frijburg, die om zijn hooge jaren de pelgrims bij hunne dagelijksche godvruchtige tochten niet had kunnen volgen. Voorts waren met Mgr. Mermillod en Mgr. Lachat aanwezig Mgr. Bagnoud, Zwitsersch bisschop met den titel van Bethlehem i. p. i.de Vicaris-generaal van het bisdom van FrijburgMgr. Agnozzi gewezen nuntius in Zwitserland; M. de Kan- SchorderetM. de graaf Scherer-Boccart president der Pius-vereinen een groot getal vertegenwoordigers van 20 Zwitsersche cantons (Glaris en Appenzell alleen waren niet verte genwoordigd) bij wie zich gevoegd hadden een groot getal inwoners van Elzas-Lotharingen. De audiëntie had plaats in de zaal van het consistorie kwart voor éénen deed de H. Vader zijn intrede omgeven door een groot getal Kardinalen, bisschoppen en prelaten, onder welke men opmerkte HH. EE. de Kardinalen Pacca, Guidi, Oreglia, Franchi, Howard, Le- dochowski; HII. Hoogw. de aartsbisschoppen van Bourges, Aix, en de bisschoppen van Aire en AgenMgr. Prins Edmond Radziwillenz. De zaal zoo vol ziende, kon Z. H. zich niet onthouden glimlachende te zeggen: „Maar dat zijn allen geen Zwitsers." En inderdaad een zeker getal pelgrims uit andere bisdommen hadden de gunst weten te verwerven bij deze audiëntie tegenwoordig te zijn. Mgr. de bisschop van Lausanne en Frijburg plaatste zich voor den troon en las een zeer schoon adres voor, waarin hij herinnerde dat hijbij de vervol ging, waarvan hij zoo dikwijls het voorwerp wasacht jaren in ballingschap en zeven weken in het fort van Chillon had doorgebracht maar dat dit alles weinig is bij de veel grootere beproevingen, die den H. Vader getroffen hebben, en die een bron van droefheid voor het Ka tholieke Zwitserland zijn. Hij zeide verder, dat de dag van den 26en Mei, die de verjaardag zijner bisschoppelijke waardigheid wasvoor hem altijd gedenkwaardig zou zijn, omdat het hem op dien dag vergund was, na zijn verjaringsfeest op het graf der Apostelen her dacht te hebben, voor den troon van den H. Vader te brengen de hulde van toewijding; gehoorzaamheid en diepen eerbied van het episcopaat, van de geestelijkheid en het Ka tholieke volk van Zwitserland; Niet minder schoon en krachtig sprak, na den bisschop, M. de graaf Schérer-Boccartdie in zijn adres een treurig tafereel ophing van de vervolging die in Zwitserland woedt en daartegen opnieuw protest indiende in naam van dat kleine trouwe volk, van hetwelk hij kon zeggen, dat indien zijn gouvernement, bezwijkende voor buiten- landschen invloed, de betrekkingen met den H. Stoel had afgebroken, de Katholieken van Zwitserland waren en altijd wilden blijven even goede zonen van Rome als Zwitsersche burgers. De H. Vader had bij de lezing van dit adres verschillende malen zijne goedkeuring te kennen gegeven. „Zwitserland"zeide Pius in zijn antwoord, „is een land dat zich altijd onderscheiden heeft door eene bijzondere eigenschapzijn trouw. Bijna alle souvereinen die de zonen van dit edele land tot hunne garde namen, hebben van die getrouwheid beurtelings het bewijs ontvangen. De Paus, meer dan eenig ander souvereinheeft er beter en gedurende geruimen tijd de ondervinding van opgedaanwant die getrouwen heb ik altijd bij mij. Daarenboven herinner ik mij dat in 1848 de kapitein van de kleine com pagnie, die zich hier bevond, mij aanbood voor mijne verdediging zich zeiven en de zijnen tot den laatsten man toe te laten dooden maar ik had reeds andere middelen van vei ligheid kunnen nemen, en zij waren overigens in al te klein getal om een onmogelijken strijd te beproeven. Ik zond hen naar hun kwartier terug. Later waren in Umbrie eenige onlusten ontstaanwaar de Zwitsers weder blijk van hun heldenmoed gaven, want men kan zeggen van de gevechtendie zij leverden dat deze kleine troep een ware verwoesting in de rijen hunner tegenstanders aanrichtten. En nu, gij hebt het gezegd, ja, Zwitserland zelf is beproefd door de vervolgingmaar indiengelijk de vroegere gouvernementen ook het tegenwoordige den H, Stoel aanrandt de bisschoppen, ik weet het, de geheele gees telijkheid en het Katholieke volk bieden op bewonderenswaardige wijze een lijdelijk verzet. En wat ziet men heden ten dage? Men zeide vroeger van Geneve dat 't het Rome der Protestanten was. Nu integendeel, kan men al niet zeggen dat Geneve de stad is den H. Stoel het meest toegenegenmen kan ten minste zeggen dat de Paus er vele hem innig ver knochte zielen telt, en dat zij er zeer van af is van nog het Rome der Protestanten genoemd te kunnen worden. Voor een en ander behooren wij God te danken; wij moeten Hem dank zeggen ook voor die eenheid in het episcopaat en voor die groote Katholieke beweging, die de geheele wereld omvat. En opdat het goede bevestigd wordewaarvan gij de bewerkers en de getuigen zijt, zal ik u den Apostolischen zegen geven. Op dat oogenblik stond de Paus op en zijne oogen ten hemel verheffendesprak hij met eene stem die allen tot in de ziel door drong Morgen is het de feestdag der H. Drievuldigheid: Ik zegen u dan in den naam van den almachtigen Vader, opdat hij u moed en standvastigheid geve in den strijd, dien gij hebt te onderstaan; ik zegen u in den naam des Zoons, opdat hij u de wijsheid geve om het goed van het kwaad te onderscheiden, en de bedriegelijke listen des huichelaars te ont. maskeren; ik zegen u in den naam van den H. Geest, opdat hij u met zijne gaven over- ladeen u vooral vervulle met de Heilige vreeze Gods. Benedictio enz. Een groot getal pelgrims weenden. Pius IX zag hen nogmaals glimlachend met vaderlijken blik aanzegende hen een laatste maal en keerde naar zijne vertrekken terug. BUITENLANDSCH OVERZICHT. In eene vergadering van aandeelhouders van het Suez-kanaalis in een rapport van den heer de Lesseps de mededeeling van Engeland opgenomen betrekkelijk de nood zakelijkheid om de doorvaart op het Ka naal vrij te houden voor de marine van alle landen. De heer de Lesseps heeft doen opmerken, dat de houding van Engeland zeker te verkiezen is boven het plan van internationale regelingdat aan lord Derby was onderworpen. Deze woorden werden eenparig toegejuicht. In het Lagerhuis zeide de heer Bourke, in antwoord aan den heer Whalleydat de aanzegging betreffende het kanaal van Suez niet zou zijn gedaan, indien de Regeering niet tot handelend optreden gereed was maar Derby duchtte niet dat het hiertoe zou komen. De Regeering gelooft dat haar staatkunde ten opzichte van het Kanaal wordt goedgekeurd door de Mogendheden. Growley kondigde een voorstel aanhou dende dat Engeland vriendschappelijke on derhandelingen met de Mogendheden moet aanknoopen om te verkrijgen, dat de vaart door het Kanaal van Suez vrij blijft geduren de den tegenwoordigen oorlog. Northcote zeide, dat het eenige doel van de aanzeg ging aan Rusland en Turkije gerichtwas het Kanaal te behoeden voor vernieling. Uit Parijs wordt bericht, dat men daar in Russische kringen wil weten, dat Oos tenrijk zou besloten hebbenomzoodra de Russen Rustschuck en Silestria mochten innementerstond Bosnië en Servië te be zetten. Andrassy zou den Russischen ver tegenwoordiger alhier hebben te verstaan gegeven dat de stichting van onafhanke lijke stations in Turkije de belangen van Oostenrijk zou benadeelen en dat Oostenrijk aan zijn Slavische bevolkingen geen ver dere concessiën kan doen. Op de spoorwegen, uit Polen en Rus land door Pommeren én Mecklenburg naar Hamburg, ziet men in den laatsten tijd vele landverhuizers, vooral Duitschers, uit de Oostzee-provinciën en Israëlieten, die naar Noord-Amerika gaan. De Porte heeft verklaard alles te zullen doen wat, behoudens den oorlogstoestand met Rusland de vrije en onbelemmerde vaart op het Suez-Kanaal kan verzekeren. Z. H. den Paus heeft aan maarschalk Mac Mahon het grootkruis der orde van Pius IX verleend, even als aan graaf La- risch, grootmaarschalk aan het Weener Hof. Het Handelsblad en de N. Rott. Courant ergeren zich verschrikkelijk dat ondanks den dood der Koninginde gewone jaarlijksehe processie te Maastricht gehouden is. Wij ver zoeken, schrijft le Courrier, den fijngevoeligen Maastrichtschen correspondent van het Hbl. en van de N. Rott. Ct. wel nota te willen nemen van het volgende feitNiettegenstaande het bericht van het overlijden van H. M. de Koningin overal in den lande vóór 1 ure be kend was, werd Zondag-namiddag ten 4 ure in het Park te Amsterdam een concert ge geven terwijl de vereeniging Orphée te Maas tricht die eveneens voornemens was dien dag een concert te geven, oogenblikkelijk heeft besloten, dat dit niet zou plaats hebben. Wij lezen, dat te Dordrecht op Zondag 3 Juni van geen enkel huis der Katholieken de vlag wapperde. In de Groote Sociëteit was het echter soiree en bal, hetwelk o. a. werd bijgewoond door een lid der Tweede Kamer, Bredius en tot laat in den nacht duurde. Het was daar geen Piusfeest, maar kermis. Hierover zwijgen de onruststokers. De bezetting van Atchin kost dan tegen woordig maar f 1 500 000, zegge anderhalf milli- oen in de maand. In het jaar dus een kleine twintig millioen. Zoo kost ons de oorlogver klaring van den heer Fransen van de Putte in de 4 jarendie dat spelletje voortduurtzoo om en om 75 millioen. Geen wonder dat de liberale kiezers van Hoorn zich gehaast hebben, dien heer naar het Bin nenhof af te vaardigen. Hij kon er onmogelijk gemist worden. Wat een verlies voor de liberale partijden kolonie-held in de Kamer te moeten missenZoodra hij zijn portefueille kwijt raakte, haastte Hoorn zich dan ook hem naar de Tweede Kamer af te vaardigen. En 't behoeft niemands verwondering te wek ken, wanneer hij in '77 nog weer Minister van Koloniën wordt en als zoodanig wellicht den oorlog, dien in '73 begon, in '78 eindigt. Dan kroont het dankbaar land zijn hoofd met lauwerblaren, En gaat aan Atchin's kust de dure peper garen. Inmiddels zouden wij voor 75 millioen een heel eind met de Zuiderzee zijn gevorderd. Dit kon de loods waartoe zal misschien de kapitein (Kappeyne) wel niet in staat zijn (N. IJ.) In t kort deelt de Correspondent van de Daily Telegraph een vreeselijk cavalerie-ge- vecht mede: Vierduizend man Circassische cavalerie van Mouktar Pacha's leger, onder aanvoering van Mussa Pacha, kregen bevel naar Kars op te rukken. Zij bivakkeerden 's nachts in de vlakte rondom Bekli Ahmed, gelijk de Correspondent het plaatsje Begli. noemt; de Russen, door spionnen van hun aantal en de plaats van hun verblijf verwit tigd, omsingelden met infanterie en cavalerie het plaatsje. Eerst in den ochtendstond be merkten de Circassiers, dat zij ingesloten wa ren en, dit aan verraad toeschrijvende; scho ten zij onmiddellijk eenige personen, die zij voor Russische spionnen hielden', dood. Nu begon eene vreeselijke slachting; een goed on derhouden infanterievuur uit den steeds enger wordenden kring dunde de gelederen der Cir cassiers, die zich woedend verdedigdenmaar van alle zijden bestookt, in de grootste wan orde vochten. Zij weigerden echter zich over te geven en verdedigden ten slotte, bijna rug aan rug staande, met leeuwenmoed hun leven. De Russen gaven geen kwartier en een zeer klein hoopje, hoogstens 200 man, sloegen zich door de Russische linie henen en ontkwamen aan de slachting; Mussa Pacha zelf behoort onder de vermisten. Bit is een ontzaglijk ver lies voor de Turken, zegt de correspondent, daar Mouktar Pacha's leger in dit gevecht bijna zijn geheele cavalerie verloor. Londen, 6 JuniReuters office maakt he kend, dat de Onderkoning van Egypte aan den Sultan heeft getelegrapheerddat zoo de Porte aan de Russische vaartuigen de vaart in het Suez-kanaal verbiedtzij Turksche oorlogschepen moet zenden om hun dit te beletten. Den 5en Juni had een groot gevecht plaats bij de passen van Krstac; 16,000 Montene grijnen, die daar verschanst warenwerden uit hunne verschansingen gedreven en door Suleiman Pacha achtervolgd. Omtrent dit ge vecht wordt van Turksche zijde bericht dat de Turksche bevelhebber met 40000 Albanee- zen opereerde, de Montenegrijnen volkomen geslagen en vervolgens de hoogte van Dani- losgrad bezet heeft. Volgens een telegram van grootvorst Nico- laas te St. Petersburg den 6 Juni ontvangen, bombardeerden de Turken Giurgevo (tegenover Rustschuk) en leden de Russen daarbij geene verliezen. De Politische Corresponded meldt uit Cat- taro het volgende: Een gevecht dat den 5den bij Maljat plaats had, eindigde met een vol- ledigen aftocht der Turken. Hun verlies be droeg 700 man; de Montenegrijnen verloren 80 man. De Czaar is te Plozeschti aangekomen. Hij zal het opperbevel over het leger op zich nemen, op dezelfde wijze als Keizer Wilhelm dit in 1870 in Frankrijk deed. Grootvorst Nicolaas zal het bevel behouden over de Russische en prins Karei over de Rumeensche strijdkrachten, Eene correspondentie uit Rome deelt een paar bijzonderheden mede uit de dagen der pelgrimage. Men verhaalt hier, zoo schrijft de corres pondent, eenige woorden van den Paus, die bewijs geven van de kalmte zijns gemoeds en van de levendigheid van zijn geest. Toen men aan Pius IX een Fransch mili tair voorstelde, vroeg Z. H. aan dezen naar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1877 | | pagina 2