NIEUWE
No. 41.
Zondag 8 Juli 1877.
2* Jaargang.
De Zuiderzee-Quaestie,
Jubilé van den Paus.
MiKLEiMI COIIRAIT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem75 Cents.
Buiten Haarlem franco per post90
Afzonderlijke Nummers6
Dit blad verschijnt twee maal per week.
In half formaat 'S WOENSDAGS ATONDS.
In geheel „ZATERDAGS
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTEËN
Van 1—6 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimto.
Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Zaterdags en Woensdags
vóór 12 uur 's middags ingewacht.
Uitgever W. KUPPEBS.
Nederland, het kleine Nederland is van
plan op veroveringen uit te gaan; het wil
eene geheele provincie ontrukken aan zijn
ouden doodsvijand; maar een veldtocht
kost geld, veel geld, doch de Neder
landers zijn bereid zich de opofferingen te
getroosten om het voorgestelde doel te be
reiken. Het maken van veroveringen, of,
zooals men het met een modern woord
Hoemt, het annexeeren is aan de orde van
den dag. Rusland, Italië en Pruisen heb
ben er zich aan bezondigd en zoo andere
landen in den laatsten tijd dat voorbeeld
niet volgden, was het alleen onmacht en
geenzins onwil. Waarom zou Nederland
dus het voorbeeld der overige Europeesche
Mogendheden niet mogen volgen en ook
den vijand niet een lap lands mogen ont
rukken, vooral, daar men nog eene oude
rekening met dien vijand heeft af te doen
en de te veroveren landstreek zoo goed
ligt en zoo wel te pas komt.
Wij juichen van harte het idee toe om
den veldtocht te openen, zooals het plan
is en hopen, dat zoowel onze Regeering
als de Vertegenwoordigers van het Neder-
landsche volk het hunne zullen toebrengen
om ook dat volk te steunen in den roem
rijken oorlog, die op eene belangrijke uit
breiding onzer grenzen, ten koste van on
zen eeuwenheugenden vijand zal eindigen.
Of wij dan den oorlog prediken of wij den
strijd begeeren en er toe aansporen? Ja!
Maar wij willen geen oorlog met ka
nonnen met naaldgeweren en mitrailleuses
en andere moderne vuurwapenen.
De strijd, dien wij op het oog hebben,
is gelukkig een onbloedige, die ja, opof
feringen zal kostendoch alleen in geld
terwijl die later ruimschoots vergoed zullen
borden. De strijd, dien wij bedoelen is,
die tegen onzen alouden vijandde Oceaan
de overwinning, die wij begeeren, is het
herscheppen van de Zuiderzee in vrucht
baar land, in een schoon gelegen provin
cie grooter dan menig andore van ons
vaderland. Zulk een krijg is een roem
rijke, Nederlands verleden waardig.
In vroegere eeuwentoen de bodem van
ons vaderland nog niet of niet voldoende
tegen de aanslagen van zijn gevaarlijken
en verraderlijken nabuur, den Oceaan, be
schermd werd, heeft deze vreeselijk op
onzen grond huisgehouden. Lap voor lap,
ham hij ons af; tot in het hart van ons
Wd drong hij door en wat hij eenmaal
bezet had, liet hij zoo gemakkelijk niet
Oieer los. Hij was een hardnekkige vijand,
die nooit zijne aanvallen moede werd en
zich overalwaar hij verscheenduchtig
Verschanste.
Later werd hij door dijken en dammen,
tot staan gebracht, maar de sporen van
zijne vroegere invallen bleven bestaandaar
bij het veroverde grondgebied bezet bleef
bouden. In Groningen en Friesland, in
Molland en Zeeland, zelfs in Noord-Bra
bant huisde hij en honderdduizenden bun
ders land bleven aan zijn gebied gehecht
cn waren voor ons verloren.
Eene ontzachlijke hoeveelheid land is in
Nederland gedurende de laatste drie eeuwen
zoo door aanslibbing als droogmakingop
het land veroverd. Vele streken liggen daar
door natuurlijk zoo laag, dat zij steeds
door bemaling of op andere wijze moeten
droog gehouden worden.
Allengs zijn wij aan dien toestand gewoon
geraakt; vandaar dat de lage ligging van
verschillende plaatsen ons niet meer op
valt. „Hoevelen denken er aan" vraagt
de heer Stieltjes„dat in September 1574
de Zeeuwsche vloot slag leverde op de
plaats, waar nu het station Zoetermeer-
Zegwaard gelegen is! En dat daar, maakt
de oorlogstoestand het noodig, weer met
vloten slag geleverd kan worden!"
Door aanslibbingen en bedijkingen wer
den alleen binnen het tijdsverloop van ruim
een eeuw aangewonnen langs de noordkust
der provincie Groningen: in 1811 de Noord
polder met 2011 hectaren; in 1827 de
Uithuizerpolder met 1000 hectaren, in
1840 de Oostpolder met 1054 hectaren,
in 1769 de Oostwolderpolder met 1171
hectaren, in 1819 de Finsterwolderpolder
met 1145 hectaren; in 1862 de Reider-
wolderpolder met 1061 hectaren, in 1874
de Nieuwe Stadspolder met 375 hectaren,
terwijl nog onder handen is van den N.
W. hoek van den Dollard de Joannes van
Kerkho venpolder.
Aan de punt van Noord-Holland werd
in 1598 eene oppervlakte van 5262 hecta
ren op de zee heroverd.
In 1617 was de indijking der Wierin-
gerwaard, 1860 hectaren, voltooid. De Anna-
Paulownapolder werd ingedijkt in 1845;
het zoogenaamde Eeierland met 3173 hec
taren in 1835. Ook van den hoek van
Holland tot aan de Belgische grenzen is
in de laatste eeuwen veel land ingedijkt.
De veelvuldige droogmakerijen zullen wij
hier niet afzonderlijk bespreken; alleen
willen wij aanstippendat de geheele
Beemster met 7800 hectaren werd droog
gelegd in ruim 4 jaren, de Haarlemmer
meer met 17,500 hectaren in 14 jaren.
Al die wateren zijn reeds verdwenen en
nu verrijzen er welvarende dorpen en gra
zen er tallooze kudden, waar vroeger de
wateren van den Oceaan plasten. Er is dus
reeds veel gedaan, maar nog niet alles.
Tusschen Holland, Gelderland en Over-
ijsel huist hij nog de oude erfvijandzijne
voornaamste en uitgestrekte verovering is
nog in zijn bezit.
De Zuiderzee bestaat nog en zoolang de
Oceaan dat grondgebied nog bezet houdt,
kan men niet zeggen dat hij geheel en al
overwonnen is.
Die laatste verovering hem te ontruk
ken, is het doel der Hooge Regeering.
Immers het hoogst belangrijk wetsont
werp tot droogmaking van de Zuiderzee
en van den aanleg van een kanaal door
de Geldersche vallei naar Doodewaard
heeft eindelijk de Tweede Kamer bereikt.
Wij wenschen van harte dat dit wets
ontwerp tot volvoering van den reuzen
arbeid de noodzakelijke hoogere instem
ming en ondersteuning moge te beurt val
len. Het succes van den veldtocht is als
dan verzekerd. Duizenden hectaren vrucht
baar land zullen dan met der tijd gevoegd
kunnen worden bij de 3'/2 millioen, welke
de geheele oppervlakte van den bodem
vormen; landbouw, veeteelt en nijverheid
zullen dan eene nieuwe vlucht kunnen ne
men en zal Nederland aan Europa getoond
hebben, hoe een kleine staat veroveringen
maakt zonder bloedvergieten, hoe hij pro
vinciën annexeert, zonder haat en afgunst
op te wekken of zich in de toekomst aan
een revanche-oorlog bloot te stellen.
Wij kunnen niet ontkennen, dat het
geheele plan iets bijzonder aantrekkelijks
heeftomdat er iets grootsch in is gelegen
omdat het een reuzenarbeid geldt en 't een
strijd is op een terreinwaarop Nederland
reeds zooveel lauweren heeft geoogst. Yan
de zee terug te eischen wat zij onsbijge
staan door de elementen ontnamis een
arbeidwaarop wij met recht roem mogen
dragen en de verovering der nieuwe Pro
vincie zal evenzeer moed, volharding en
stalen wilskracht noodig zijn, alsof die op
een gewonen vijand was gewonnen.
Ook buiten Nederland zal men met be
langstelling bewondering en sympathie deze
vreedzame verovering gadeslaan en het
werk zal zeker bijdragen om het dikwerf
miskende Nederland in de oogen der ge
heele beschaafde wereld te verheffen.
XIV.
Den 29sten Mei jl. ontving Z. Heiligheid in
bijzondere audiëntie de kanunniken van de
Lebriaansche basiliekde Hongaarsche bis
schoppen, en de deputatie van de Italiaansche
advocatendie zichonder den titel van
advocaten van St Pieter, vereenigd hehhen
om zich steeds bereid te verklaren overal de
rechten van de II. Kerk en van den Opper
priester te verdedigen. Met dat doel zijn zij
begonnen een maandschrift publiek te maken,
waarvan de eerste aflevering aan den H. Vader
is opgedragen en dat de pleidooien bevat van
de advocaten Cancino van Turijn en Brasca
van Milaan. De advocaten Grazzi van Florence
Agnali van Bologne en Paganuzzi van Venetie
boden den H. Vader evenzeer een adres aan
in naam van het Italiaansch Katholiek rechts
kundig comiténu een jaar geleden opgericht
ten gevolge van het gehouden Katholiek congres.
Portugal. Op deze bijzondere audientiën
volgde de plechtige ontvangst der Portugeesche
pelgrims, in de Consistoriezaal van het Vaticaan.
De Portugeezen, die door hun godsvrucht
de stichting zijn der Eeuwige stadhebben
zich tot de audiëntie voorbereid door de H.
Mis bij te wonendoor den kardinaal-patriarch
van Lissabon aan het altaar van den H. Philippus
Nerius opgedragen, en uit de handen van Z.
Eminentie de H. Communie te ontvangen. Na
de H. Mis schaarden zij zich in processie tot
aan het hoofd-altaar om het miraculeuse beeld
der H. Maagd te vereerendat bij deze gelegen
heid ter hunner intentie ontdekt wasen zongen
voordat zij de kamers van den H. Philippus
bezochteneen zeer schoon Magnificat.
Ten getale van omstreeks twee honderd
verschenen zij tegen den middag in de zaal
van het consistorie, onder de leiding van Z.
Eminentie Zgnazio Moraez Cerdozopatriarch
van Lissabon. De H. Vader, die zoo even in
de troonzaal de kanunniken van Maria de
Meerdere en eenige Hongaarsche bisschoppen,
en in de tapijtzaal de Italiaansch echtsgeleerden
had ontvangendie hij op de minzaamste wijze
toesprak, hen gelukwenschende met hun ijver
en moed, werd bij zijn intrede in de zaal met
luide vivats begroet. Leve Pius IX! Leve de
groote Paus! Leve de godsdienst! waren de
kreten die van alle zijden met geestdrift werden
aapgeheven. De H. Vader nam plaats op den
troon, omringd van de kardinalen Sbazretti,
BerardiLedochowskiRandiBorromeo
FranzelinNina, SchwarzenhergOreglia
Asquini, Di Pietro en van een talrijke en
uitgelezen stoet van bisschoppen, prelaten,
kamerheeren en romeinsche en andere edel
lieden.
Z. Eminentie de kardinaal-patriarch van
Lissabon trad daarop tot voor den troon en
las een schoon adres in de Portugeesche taal.
De voornaamsten onder de pelgrims boden
vervolgens den Paus rijke feestgaven aan
waaronder een groote beursik zou bijna
kunnen zeggen een zak met goud. Treffend
was de daad eener edele dame, die, het geluk
niet kunnende hebben van tot den H. Vader
te gaan en zijne hand te kussen, eene kost
bare bracelet van haar arm deed en die op
de knieën van den Paus nederlegde, terwijl
zij den H. Vader bad dit klein geschenk als
een bewijs van haar liefdeblijdschap en
dankbaarheid wel te willen aannemen.
De aanbieding der feestgaven was geëindigd
schrijft de berichtgever en een diepe
stilte heerschte in de zaal; onze geliefde Op
perpriester, wien deze betuigingen van een
meer dan gewone gehechtheid levendig getroffen
hadden, liet gedurende eenige stonden blikken
van tevredenheid en liefde over deze schoone
vergadering gaan, als om aan zijn hart den
tijd te geven zich te herstellen; vervolgens
sprak hij, met een krachtige, heldere en wel
luidende stem, wier kernachtige tonen als vurige
pijlen in aller harten doordrongen, een der
schoonste en welsprekendste redevoeringen uit
die nog van zijne lippen gekomen zijn.
„Deze edele schare van Katholiekendie mij
„omgeeft en die mij troost, zeide de Paus
„verdient dat ik haar mijn welgemeende ge-
„lukwenschingen aanbiedwant uw tegenwoor-
„digheid hier, geliefde kinderen! is mij te
„dierbaarder en welgevalligeromdat gjj te
„grooter moeielijkheden te overwinnen hadt om
„herwaarts te komen. Wij leven in bewogen
„tijden, 't is daarom dat de goede daden, uit
„katholieke gemoedsbeweging voortgekomen,
„soms, ik zou bijna kunnen zeggen altijd
„moeielijkheid en tegenwerking ondervinden. Ik'
„erken met mijn eerwaardigen broeder den
„kardinaal-patriarch van Lissabon de schoone
„hoedanigheden van het Portugeesche volkdat
„met recht den titel zou verdienen van zeer
getrouwdien zijn koningen zich in vroeger
„tijd hadden waardig gemaakt. Ik weet het, dat
„men groote moeielijkheden te overwinnen heeft
„om vrij te zijn in de uitoefening der heilige
„plichten van den Christen. Maar God is met
„ons, Hij ondersteunt en beschermt ons; het
„is nu aan ons van onzen kant alles te doen
„wat wij kunnen om de zegepraal der Kerk
te verkrijgen.
„O, gave de Hemel, dat zekere beletselen
„niet bestonden Gij hebt ten uwent eene ver
schrikkelijke en machtige vijandin, het is de
„altijd woelige Vrijmetselarij, die onder u elk
„spoor van Katholicisme zou willen doen ver
dwijnen. Gaat voort u moedig en standvastig
„te betoonenen herinnert u dat de koningen
„van Portugal al wat in hun vermogen was
„deden om het katholieke geloof te steunen
„te verdedigen en uit te breiden. Gij hebt té
„Lissabon een groote kerk aan het H. Hart
„toegewijd, naast welke eén groot liefde-ge-