NIEUWE
aftredende leden,
No. 45.
Zondag 15 Juli 1877.
2e Jaargang.
P. J. van der Aa,
W. F. G. Derx,
A. L. Dyserinck,
Mr. H. Gerlings Czn.,
Jonkh. J. W. M. van de Poll,
C. J. Smits,
J. J. Beijnes,
Mr, Groen van Prinsterer
Jubilé van den Paus,
IMllJMflI (OlHAïT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem75 Cents.
Buiten Haarlem franco per post90
Afzonderlijke Nummers6
Dit blad verschijnt twee maal per week.
In half formaat 'S WOENSDAGS AVONDS.
In geheel ZATERDAGS
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dien taanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Zaterdags en Woensdags
vóór 12 uur 's middags ingewacht.
Uitgever W. KUPPERS.
Bij de verkiezing van Leden voor den Gemeenteraad, welke op Dinsdag 17 Juli
e- k. moet plaats hebben, worden dringend aanbevolen de Heeren:
en
'h de plaats van den Heer Mr. A. A. DEL COURT VAN KRIMPEN, die zich niet weder
v6rkieshaar stelt.
over een partij waan van den dag.
Standaard en Wageningsch weekblad
hebben ter gelegenheid van de jongste
herkiezing voor de Tweede Kamer een
hfeemde en onzes inziens onwaardige rol
gespeeld. Zij hebben alle samengaan met
c°nservatieven en katholieken beslist gewei
gerd en daardoor niet weinig tot de
'herwinning der liberale partij bijgedragen.
anti-revolutionnaire partij zelve is van
'hit. drijven harer woordvoerders het eerste
8Whtoffer geweestal haar candidaten
berden geslagenen de aristocratisch-
^htirevolutionnaire leden der Kamerdie
hhn plaats behieldenhebben dit alleen
fla-h de krachtige medewerking der Katho-
heken te danken.
Vond de houding der bovengenoemde
h'aden bij de weidenkenden in den lande
^gemeen afkeuring, zij was ook in strijd
^et hetgeen de grootste staatsman der
^tirevolutionnaire richting, de door hen
hoogvereerde Groen van Prinstererin der
'Üd voorstond. Het Dagblad van 's Hage
Vfistigt daarop de aandacht in haar nommer
V;di Dinsdag jl. Om het belang der zaak
'aten wij het zeer lezenswaardig artikel
wij zooveel mogelijk verspreid wenschen
'W in zijn geheel volgen.
))De verdraagzaamheid der conservatieven
^genover de Roomsch-Katholieken wordt
^genwoordig met vernieuwde heftigheid
^fdacht gemaakt. Sedert eenigen tijd doet
6 Standaard-iractie daaraan theoretisch niet
^inig mede, hoewel zij practisch, voor
akr candidaten bij de stembus, den steun
a!ir Katholieken zich laat welgevallen. Van
,:b eisch tot afwijzing van mandaten
'J(ridat men weet, dat ze ook door mede-
j^ïking van Katholieke zijde werden ver-
tegenhebben wij althans nog niets
Ij^oord. Wij van ons standpunt zouden
niet wenschen, ja het, integendeel,
strijd achten met den eisch en den
°°d des tijds. De Standaard-mannen zouden
echter logisch toe moeten adviseeren.
j°ch, zoo handelende, zouden zij ook in
opzicht zich vervreemden van de ge-
°6lens, steeds door wijlen Mr. Groen
^>0,'gostaan. Door dien staatsman werd
met betrekking tot de verhouding
6t anti-radicalen tot de R. Katholieken,
dezelfde zienswijze voorgestaan als steeds
de onze is gebleven, welke vrij dan ook
de echt conservatieve durven noemen, en
waarop hij nooit, ook niet toen hij zich
zelfs beslist vijandig plaatste tegenover
het conservatismeis teruggekomen. Tot
staving van onze opvatting zullen wij hier
laten volgen gedeelten uit zeer belangrijke
adviezen, door Mr. Groen uitgebracht in
de zitting van de Tweede Kamer van 12
en 13 December 1849, toen, bij de dis
cussie over de begrooting voor 1850, van
R. Katholieken kant de zoogenaamde uit
sluiting van ambten en bedieningen der
R. Katholieken werd ter sprake gebracht.
Het was hij die gelegenheiddat de
heer Groen, na de Katholieken tot voor
zichtigheid te hebben aangemaand, hun het
volgende toevoegde:
„Vergeet niet dat de verzoeking voor u
groot is om een weg in te slaan, die niet
tot voordeel van uw geloof, van uwe Kerk
zou uitloopen. Ik bedoel jukt dat'hechten
bij uitsluiting aan het zielental, in alle
dingen den grondslag van de radicale the
orie. Gij kunt in ons Vaderland een groote
kracht uitoefenenwanneer gij u voegt
hij de ultra-vrijzinnigenwanneer gijmet
plichtverzaking, ziet op uw onmiddellijk
belang, behoort gij dat te doen, uithoofde
van dien specialen toestand van Nederland.
„Immers is de radicale theorie juist
gericht tegen al wat het nationaal karakter
uitmaakt; het eigenaardige van die theorie
is dat zij het historische volksleven aan
randt. Wilt ge derhalve uw onmiddellijk
belang hier te lande bevorderendan moet
ge ondermijnen al wat tot het nationaal
volksleven betrekking heeft. Maar uit een
algemeen oogpunt zou ik u mogen vragen:
meent ge dat dit u op den duur zou
voordeelig zijn, en zou niet uw tijdelijke
overwinning kunnen leiden tot onze geza
menlijke en blijvende slavernij Met het
oog op Spanje en andere landen, ook op
Romezou ik kunnen vragen of dit goede
uitkomsten voor u opleveren zou?
„Het groote onderscheid ligt niet tus-
schen Roomsch en Onroomsch, maar tus-
schen geloof en ongelootIk heb mij ver
oorloofd deze weinige woorden in het midden
te brengenom het gewicht der zaaken
omdat mijn bedoelingenook te dezen op
zichte dikwerf zijn miskend. Aan den
eenen kant heeft men mij toegeschreven
de Gereformeerde belijdenis tot eene heer-
schende Kerk te willen makenaan de
andere zijde zijn sommigen meer dan een
maal ernstig bezorgd geweestmijn over
gang tot de Roomsche Kerk te zullen ver
nemen. Ik hen van harte gehecht aan de
eigenaardigheid van het geloof, dat ik belijd,
en waarin ik mijn rust in leven en in
sterven gesteld heb ik meen in dit opzicht
aanspraak te mogen maken op de achting
ook der Roomsch-Katholieken. Wat hun
belangen betreftten allen tijde heb ik
mij verzeten zal mij blijven verzetten
tegen al wat naar onrecht en onbillijkheid
zweemt.
„Dit doe ik om de verdraagzaamheid,
die met mijne godsdienstige gevoelens over
eenkomt. En zoo men hieraan mocht twij
felen, in een tijd, waarin alles wordt in
twijfel getrokkenvoeg ik er bijdat ik
jegens mijne Roomsch-Katholieke landgenoo-
ten recht en billijkheid voorsta, ook uit
eigenbelang. Want ik zeg hun diten tevens
aan mij zeiven wij hebben er allen belang
bij ons te verdedigen tegen de radicale
theoriën van den tegenwoordigen tijd, tegen
de suprematie van den Staat.
„Ik zeg dus met de meeste oprechtheid
laat ons gezamenlijk de theoriën van ver
woesting waardoor alle Staten en alle Ker
ken bedreigd worden, bestrijden; vooral
niet te heftig tegen elkander opstaanvoor
zichtig zijn en de gesteldheid der tijden in
het oog houden. Laat ons gedenken dat er
omstandigheden en tijden zijn, waarin het
genoeg is vonken te werpenom een vlam
te ontsteken, die, o ja! de tegenpartij
benadeelen kan, maar waardoor wij zeiven
zouden worden verteerd."
Later werkte de heer Groen zijn denk
beelden, als repliek, nog nader volgender-
wijze uit
„En nu zij mij nog een woord aan mijn
Katholieke ambtgenooten vergund. Miskent
mistrouwt mijn bedoelingen niet. Onwrikbaar
gehecht aan het eigenaardige mijner geloofs
belijdenis, is het inderdaad mijn bedoeling
met u in goede verstandhouding te zijn.
U recht en billijkheid te doen wedervaren,
is mijn oprechte wensch. Ik zeg dit met
den meesten nadruk, omdat wij hier staan
als vertegenwoordigers des volks en niet
als individus; omdat sommigen onzer meer
bepaaldelijk organen zijn van een meening,
die door een groot gedeelte des volks voor
gestaan wordten omdat ikwat men ook
zegge, van mijn individueel standpunt, in
dit onderwerp de tolk van zeer velen onzer
landgenooten hen.
„Wij, die in hooge mate prijs stellen op
het kenmerkende van het geloof onzer Kerk
wij verlangen in oprechtheid toenadering
met u, op grond van drieërlei gemeenschap.
Gemeenschap van onrecht; ook ons wordt door
de liberale staatkunde in vele opzichten on
recht aangedaanook wij beklagen onsniet
over terugzetting in ambtenofschoon ze ook
ons ten deel is gevallen, maar over het
verkorten van onze gewetensvrijheid. Ge
meenschap in geloofbij de meeste tegen
strijdigheidwaarop ik niets begeer af te
dingen, is er tegenover het ongeloof ook
eensgezindheid. Onder de hier aanwezige
Katholieken zijn er velen, die de schoone
spreuk beamen: „Christianus mihi nomen,
Catholicus cognomen." Er is eindelijk ge
meenschap van gevaarmen moet hier het
oog verder richten dan het Vaderland zich
uitstrekt; men moet zijn blikken wenden
naar Fmnkrijlc en Duitschland; men moet
bedenken dat wij een tijd te gemoet gaan
en reeds belevenwaarin iedereendie nog
eenig geloof heeft aan openbaring en aan
den levenden GodRoomsch en Onroomsch
wordt gehouden voor zonderling, overdre
ven, dweep er, piëtist.
„Wat ik gezegd heb, wat mijn Katho
lieke ambtgenooten van mij hebben gehoord,
toenadering van Roomschen en Onroomschen,
vereeniging tegen radicalisme en ongodis
terij wordtkrachtiger dan ik het vermocht,
aangedrongen door hun uitstekende geloofs-
genooten, de Montalembert te Parijs en
von Radowitz te Berlijn."
Niemand, die onbevangen nadenkt on
oordeelt, zal het gewicht kunnen miskennen
van de geciteerde adviezenals onveranderde
toetssteen ook nog in onze dagen, nu de
groote tegenstellingen, waarvan Groen ge
waagde zelfs meer nog dan toende groote
worsteling der geesten blijven beheerschen
Bovenal aan het StancfrwmLpubliekwaar
onder er zeker velen zijndie te goeder
trouw gelooven, dat De Standaard de his
torische lijn van Groen's beginselen niet
verlaten heeftbevelen wij Groens adviezen
ter ernstige overweging aan. Groen's opmer
kingen en raadgevingen leveren den besten
maatstaf op tot het bepalen van de waarde
die men te hechten heeft aan de schier
eindelooze verdachtmakingen en recrimina-
tiën door De Standaarduit den laatsten
tijd, tegen de conservatieven, ook naar aan.
leiding hunner verhouding tot'de Katholie
ken, waarbij zelfs van „stelen en helen"
sprake was, uitgeslingerd."
XV.
Italië. Spoleto, waar Pius IX voor 50
jaren zijn eersten bisschoppelijken zetel had,
kon natuurlijk bij de algemeene beweging der
Katholieken niet achterblijven. Mgr. Cavallini
Spadoni, Aartsbisschop der plaats, had zich
dan ook gehaastvergezeld van den Eerw.
H. Gasperini en van eene talrijke menigte
geloovigen uit zijn bisdomnaar Rome te
gaan om Pius IX de hulde der Spoletanen
aan te bieden. Zij werden den 30 Mei door
den H. Vader óntvangen. Mgr. Cavallini las
een schoon adres voor, waarin hij herdacht
wie de bisschop was die50 jaren geleden
den zetel bekleeddewaarop hij thans gezeten
was. ZHW. betuigde hoe trotsch het bisdom
op deze herinnering was en hoeveel erkente
lijkheid hij gevoelde voor de talrijke gunsten,
waarmede Pius IXsedert zijn verheffing tot
den Apostolischen Stoel, niet had opgehouden
de Spoletanen te begiftigen. Na de aanbieding
der feestgaven, die op het adres volgde, ant
woordde de H. Yader, getroffen door de her
innering aan vroegere dagen en door de aan
geboden huldedat het hem een groote vreugde
veroorzaakte de afgevaardigden van een volk
bij zich te zienwelks herder hij vroeger was
en dat in zijn vaderhart nog altijd een bijzon-