NIEUWE
No. 47.
Zondag 29 Juli 1877.
2® Jaargang.
RUS OF TURK?
Jubilé van den Paus.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem75 Cents.
Buiten Haarlem franco per post90
Afzonderlijke Nummers6
Dit blad verschijnt twee maal per week.
In half formaat 'S WOENSDAGS ATONDS.
In geheel ZATERDAGS
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 16 regels 30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Zaterdags en Woensdags
vóór 12 uur 's middags ingewacht.
Uitgever W. KUPPERS.
Niets was natuurlijker dan dat de moord-
tooneelenonder de Bulgaren gepleegd
In geheel Europa een kreet van veront
waardiging deden opgaan, en de Turksche
regeering als gedwongen werd, de schul
digen te straffen en het gepleegde onrecht
zooveel mogelijk te vergoeden. Maar min
der natuurlijk was het, dat vooral Russi
sche organen tot voertuigen strekten, om
de gruwelen der baschi-bazoeks in al hunne
bijzonderheden aan Europa bekend te ma
ken. Het gehuil en gejammer der Russi
sche bladen was inderdaad hartverscheu
rend, en het scheen alsof treurtooneelen
"Van dusdanigen aard bij de Russen gansch
ongewone verschijnselen waren. Zóó teer
gevoelig deden zich de Moscovieten voor,
dat men bijna zou meenenal dat zuchten
en weenen komt uit de diepste diepte van
een echt medelijdend en gevoelig hart.
Krokodillentranen, anders niet!
Wie van den Rus, den grooten barbaar
van Europa, nog menschlievendheid ver-
Wacht, moet volkomen onbekend zijn met
de regeerings-maatregelenwaardoor het
ongelukkige Polen werd verarmd en uit
gemoord. Niet in oorlogstijd, niet naar
aanleiding van een volksopstandzooals in
Bulgarije, maar in rustige dagenna kalme
berekening en in koelen bloede werd de
door Rusland geannexeerde provincie Polen
te vuur en te zwaard ontvolkt. Het is,
Wel waarreeds honderd jaar geledendat
de Kozakken last kregen „met de hulp Gods
alle Polen en Joden, de verraders van
^en heiligen Godsdienst, wier naam en
aandenken moest vernietigd worden, uitte
roeienmaar de moord van 200,000 men-
schen, bleef ook na honderd jaren in het
geheugen van het nageslacht, en de galgen,
Waaraan een adellijke, een priester, een
jood en een hond naast elkander hingen,
öiet het opschriftalles is gelijk komen
bet thans levend geslacht nog gestadig
Voor den geest.
Waren deze gruwelen door latere bewij
zen van menschlievendheid uitgeboet, wij
Zouden gaarne de oude zonden vergeven,
°m de deugden der tegenwoordige Regee-
ring, openlijk te prijzen; maar wat nog
ïiiet lang geleden in het onverdelgbare
Bolen plaats greep, geeft ons geen reden
omtrent de bar baar schheid van den Noord-
8chen Kolos ons gevoelen te wijzigen.
In 1863 verkeerde Polen in hetzelfde
geval als onlangs de Bulgaren. De bevol
king, het ondragelijk juk haars meesters
öioedegeraakte in opstand, om zoo mo
gelijk haar verloren onafhankelijkheid te
herwinnen. Zij moest echter het onderspit
delven en het slachtoffer eener naanllooze
^oede en wraakzucht worden.
De gevangenen ondergingen de dood-
"Iraf, kinderen werden aan spiesen gesto
ken vrouwen en maagden onteerdge
jond en verbrand. De Russische regee-
'lag, die gaarne de rol van den barm-
hartigen Samaritaan speeltzich uiterst
humaan voordoetde mogendheden oproept
°m de ontplofbare kogels buiten gebruik
te stellen, hoog opgeeft van de instelling
van het Roode Kruis diezelfde Regee
ring gaf last de gekwetste vijanden hulpe
loos te laten sterven en veroordeelde den
soldaat, die het gewaagd had een onge
lukkige in zijne doodsangsten een teug
water toe te reiken.
Binnen den tijd van drie jaren werden
niet minder dan 250,000 menschen naar
Siberië en de noordelijke steppen van Rus
land getransporteerd. Als herkenningsteeken
sneed men den veroordeelden een vierkant
stuk uit hun bovenkleed en stelde daar
voor een gele lap in de plaats. Het mili
tair geleide handelde met henals had het
aan niemand verantwoording te geven
zoodat een groot deel der Polen niet eens
de plaats der bestemming bereikte en van
honger en ontbering onderweg omkwam.
De tegenwoordige Groot-Vizier mocht
nog wel eens de woorden herhalendie in
het jaar 1768 één zijner voorgangers, den
toenmaligen Russischen gezant te Constan-
tinopel toevoegde: „Schaamt gij u niet
voor God en de menschen over de gruwel
daden, door Russische troepen, tot hoon
van alle goddelijke wetten en tot smaad
der menschheid in Polen gepleegd?" In
derdaad geen Turksche Pacha heeft zich
ooit zoo berucht gemaakt als de wreede
generaals Muraview, Berg, Manjukin e. a
En ten huidigen dage nu de Russen het
zwaard hebben ontbloot om den Turk voor
zijne onderdrukking der Christenen te straf
fen, doen zij de arme Polen nieuwe ver
volgingen ondergaan.
De bekende Poolsche uitgewekenegraal
Plater, de moedige verdediger van Polens
rechten, heeft onlangs opnieuw een schrij
ven- aan de bladen gericht, waarin hij de
vervolgingen, waaraan de Polen nu nog,
we mogen zeggen meer dan ooitten doel
staan, in levendige kleuren afschildert.
Even als Engeland den scepter over de
zee voert, zou Rusland de meesterschap
willen hebben over het vasteland. Die ver
overingszucht is met Peter I begonnen,
die in het jaar 1703 St. Petersburg heeft
gesticht; zijne opvolgers hebben dezelfde
staatkunde gevolgd en langzamerhand het
uitgestrekte Keizerrijk der wereld gevormd.
Rusland heeft aan Zweden Finland ont
nomen met Abo, Wiburg, Erthonië, Li-
vonië, Riga, Revel en een gedeelte van
Lapland; aan Duitschland, Courlande en
Samogitië; aan de Polakken, Lithuanië,
Volhynië, een gedeelte van Gallicië en
eigenlijk Polen; aan Turkye, eenige dee-
len van klein TartariëCrimeënBessara-
bië, de kusten der Zwarte Zee en de
monding van den Donau-stroomaan Per-
siëGeorgiëCircassië en den Kivan.
Daarenboven heeft de natuur aan Rusland
het Noorden van Europa en Azië geschonken.
Sedert langen tijd hebben de Russen
naar de stad Constantinopel getrachtmaar
zij zijn immer belet geworden door de
diplomatie van Europa; doch in onze da
gen zijn alle tractaten afgeschaft, en het
systeem van non-interventie of het recht
van den sterkste is ingevoerd onder de
vorsten van Europa. Door dit nieuwe recht
heeft Italië aan de Kerk hare staten ont
nomen, en zoekt Rusland zich meester te
maken van Constantinopel. Dit is het doel
van den oorlog tusschen Rusland en Turkye.
De mishandeling der christen-Bulgaren door
de Turken heeft alleen tot voorwendsel
aan den oorlog gediend. Het is overigens
bewezen dat de vervolging van den Czaar
tegen de Katholieke Polakken die der
Turken verre overtreffen.
De onthullingen der Engelsche regeering
over de in Polen gepleegde wreedheden,
zijn meer dan verdiend, en dat de ver
volgingen zoodanig toenemen, dat Europa
eerlang nieuwe en nog sterker sprekende
officieele onthullingen te gemoet mag zien.
Nog kort geleden werden de Polen met
kolfstooten, bajonnetsteken en knoetslagen
naar de Russische kerk gedreven en van
regeeringswegen bekend gemaakt, dat een
gansch diocees den Russischen godsdienst
omhelsd had. Zoover gaat het cynisme van
den Moskoviet.
De Russische legerscharen zijn thans
Bulgarije binnengerukt en onder het voor
wendsel van de Turksche provinciën van
het knellende Turksche juk te bevrijden,
is de voorloopige onafhankelijkheid van
Bulgarije geproclameerd.
Mocht de Rus slagen in Servië en Bul
garije het gewicht van zijn scepter te doen
gevoelen, dan breekt voor de aldaar wo
nende Katholieken het tijdperk van bloed
en tranen aan.
Die ramp zou vreeselijker zijn dan de
heerschappij van den Sultan.
XIX.
Rome. Den 2en Juni heeft de H. Vader
in de Troonzaal de hulde en de gelukwenschin-
gen van het II. Collegie ontvangen. Bij deze
audiëntie waren vijf en veertig kardinalen aan
wezig, meer dan dertig bisschoppen uit Italië
en het buitenland namen aan de audiëntie deel.
Daar de een en tachtigjarige Deken van het
H. Collegie, Z. EminAmat di S. Filippo e
Sorso, om zijn hoogen ouderdom en lijdenden
toestand zich niet naar het Vaticaan had kun
nen begevenhad de onder-dekende kardinaal
Di Pietro, in naam Yan het H. Collegie het
woord, en drukte in een schoon adres de ge
voelens van liefdedankbaarheid en vertrouwen
uit, die de kardinalen bezielden. Na de roem
rijke daden van het Pontificaat van Pius IX
herdacht te hebbenbetuigde hij in naam van
het H. Collegie zijne dankbaarheid aan de
bisschoppen, de geestelijkheid en de geloovigen
der Katholieke wereld, die overal zooveel blijk
geven van hun groote liefde voor het geëer
biedigd Hoofd der H. Kerk. Hij eindigde zijn
adres met deze woorden: „Het is vijftig jaren
„geleden, Heilige Vader! dat Uwe Heiligheid
„haar dank betuigde aan den kardinaal, die u
„gewijd had hem vele jaren toewenschende
„Ad muitos annos. De Heer heeft uw wenschen
„verhoord en u zelf zichtbaar gezegendwant
„de kardinaal, die u consacreerde (Castiglioni)
„werd weldra Paus (Pius VIII), en gij zelf
„zijt het na hem geworden en hebt een lang
„en roemrijk Pontificaat gehad. Op onze beurt
„zeggen wij uen wij bidden God dat hij onze
„wenschen verhooreNog vele, vele, vele ja-
„ren Ad muitosmuitosmuitos annos."
Zijne Eminentie overhandigde daarna den
Paus, in naam van al de kardinalen, twee
exemplaren in goud, twee in zilver en twee
in brons, van een groote en keurige medaille,
die het H. Collegie heeft doen vervaardigen
ter herinnering aan het bisschoppelijk jubilé
van Zijne Heiligheid. Deze medaille vertoont
aan de eene zijde de beeltenis van Pius IX
terwijl aan de keerzijde het gouden jubilé en
de namen der schenkers vermeld staan.
De H. Vader, wiens gezondheid uitnemend
isheeft de hulde van het H. Collegie met
eene schoone toespraak beantwoord. Allereerst
wenschte hij den kardinalen geluk met en dankte
hen voor de hartelijke betuigingen van liefde
en toewijding zoo ruimschoots uitgedrukt, zoo
wel in het adres als in de medaille hem aan
gebodenhij voegde er bij, dat hij niet twij
felde aan de gehechtheid en toewijding der
kardinalen aan de Kerkaan den H. Stoel en
aan zijn persoonvooral in de zeer moeilijke
tijden, waarin wij leven.
De H. Vader ging vervolgens in dezer voege
voort: „Ik voor mij, ik wensch eenige woorden
tot u te spreken naar aanleiding van hetgeen
in deze dagen geschiedt, en, in betrekking
daarmee, wil ik u herinneren, dat Joannes de
Dooper een gezantschap uit zijne leerlingen tot
den Verlosser wilde zenden, om Hem te vra
gen wie hij was. Het was niet, omdat de
H. Joannes dienaangaande twijfel had of om
dat hij niet wist wie Christus was, maar hij
wilde aan zijne leerlingen de gelegenheid geven
den Verlosser te zien, zijne woorden te hooren
en van Hem terug te keeren met een grootere
liefde en een levendiger geloof. En zoo ge
beurde het ook. Christus ontving de leerlingen
van Joannes, maar Hij zeide hun niet: Ik ben
de Messiasde Zoon van Godneenmaar
Hij voegde hun toe: Gaat, en zegt aan Jo
annes wat gij gezien hebt: De blinden zien,
de dooven hooren, de lammen gaan, de doo-
den verrijzen; willende daardoor zeggen, dat
dergelijke daden niet konden verricht worden
dan door den mensch geworden God.
„In onze dagen zijn er nog velen ter goeder
trouw. Indien de een of ander van dezen mocht
vragen welk is de ware godsdienst, de gods
dienst, die tot de eeuwige zaligheid leidtkan
men hem zeggen wat Onze Heer weleer aan
de leerlingen van Joannes zeide: Kom en oor
deel. God heeft aan millioenen Katholieken
ingegeven zich in pelgrimstocht naar de eer
waardigste heiligdommen te begevenGod heeft
zich van de H. Maagd bediend om wonder
werken te verrichten. Heden nog ziet men in
sommige heilige plaatsen de kreupelen recht
wordende blinden ziende dooven hooren
en ziedaar hoe God de tijden aan elkander
doet gelijken, omdat de Kerk op onwankel
bare grondslagen rust, die Hij zelf gevestigd
heeft. Is het niet waar, nu gelijk in het begin
der Kerk, dat het geloof een is in de harten
van allen? Is het niet waar, dat alle Katho
lieken als zoovele stralen samenloopen in dit
middelpunt der waarheid En indien het in
derdaad zoo is, dan is dit zeker niet omdat
hier deze onwaardige plaatsbekleeder van Chris
tus zetelt, maar omdat God Petrus en zijn
opvolgers te Rome geplaatst heeft om de Kerk
te besturen, omdat Hij van tijd tot tijd het
geloof der christenen door treffende wonder
werken wil verlevendigen.
„Heden dus, gelijk in het begin der Kerk,
kan men zeggenEen harteen geloof, een
God. Het zou mij voorwaar onmogelijk zijn
uitdrukkingen te vinden, en de woorden ont
breken mij om God te bedanken voor zooveel
weldaden en de geloovigen voor zooveel toe
wijding en liefde. Wat kunnen wij doen om
God onzen dank te betuigen voor zijne onein
dige weldaden Wij zullen doen wat wij tot
hiertoe gedaan hebben. Arbeidt voor de Kerk
en voor den H. Stoel. Denkt aan niets dan
lAAILEISdl COIIMAT.