NIEUWE
De Sociale Revolutie in Noord-Amerika.
Welke rechten heeft de Nedeifadsche
Staat op het Klooster van St. Agatha?
No. 51.
Zondag 12 Augustus 1877.
2e Jaargang.
Uitgever W. KUPPERS.
Als zich tot nu toe eene waarschuwende
stem deed hoorendie de gevaren toonde
Welke van wege de arme en ontevredene
volksmassa dreigen, dan werd zij door de
liberalen bespot. De lesdie de bloedige
commune-opstand te Parijs gegeven had,
Was bereids door hen vergetende vulkaan
Was aanstonds rustig, en hoewel ook hier
en daar een weinig rook van de sociaal-
demokratische beweging opsteegtoch meen
den zij dat het vuur gebluscht was.
De opstand in Noord-Amerika heelt
echter dezen waan geheel en al vernietigd.
Juist in Amerika, het land der uitgestrekt-
8te innerlijke huishoudelijke vrijheid, moest
haar het gevoelen onzer liberalende maat
schappelijke orde het voorbeeldigst zijn.
En nu breekt daar juist een bloedigewijd
Verspreide krijg uit tusschen werkgevers
en arbeiders. Daar doen de arbeiders eene
eerste pogingzich door middel hunner
vuisten datgene te verschaffenwat de on
dernemers hun weigeren; en eerst na lang
bloedvergieten gelukt het aan de schutte
rij en de bondstroepende oproermakers
van plundering en brandstichting af te
bouden en tot vreedzame onderhandelingen
te bewegen.
Het oproer ging uit van eene wijd ver
takte strike der stokers en machinisten op
de spoorwegen. Zij heeft, zooals zelfs de
Provinciaal- Correspondenz moet toegeven
baar grond in„een buitensporig en on
verantwoordelijk misbruik van kapitaal
speculatie." Men heeft eerst tal van spoor
wegen aangelegden toen de aandeelen
buiten alle verhouding vermeerderd, zoodat
zij nagenoeg geen winst meer opleveren.
Men wil nu dat bezit door de minst
Mogelijke kosten van bestuur zoo winst
gevend maken als maar eenigszins mogelijk
!s. Vandaar eene algemeene loonsvermin
dering. De maatschappij der spoorwegbe-
zitters trad op tegen den bond van het
spoorweg-personeelhetwelk aangevoerd
Werd door eene machtige werkmans-ver
eniging. Deze laatste voert den naam van
Prammens Unionen schijnt eene vertak
king te zijn van de lokomotief-ingenieurs-
bïoederschapdie zich in het verborgen
boudt. Bij deze werkstakende arbeiders
sloot zich de groote massa aan dergenen,
Jie zonder werk liepen, zoodat hier en
daar den werkstakers het roer uit de hand
Senomen werd en het gepeupel zonder
leiding en zonder bepaald doel zijne woede
aan al het bestaande koelde. Op die wijze
aam ligt getal der oproerlingen tot zulke
kolossale massa's toe, dat bijv. te Pitts-
Wg kun aantal 10,000 man beliep. Ein
delijk mengden zich nog de internationalen
ei1 communisten er inechter het getal der
geletterde sociaaldemokraten was niet zoo
§r°otdat zij de leiding der beweging op
Zl°h konden nemen. Wel is waar werd van
eorumunistische zijde te New-York eene
^olksmeeting ten gunste der onruststokers
gehouden, doch deze was niet in staat op
den voortgang der beweging grooten in-
Uoed uit te oefenen. En dat was een ge-
hik voor de Vereenigde Staten, want in
dien daar de ontevredene elementen goed
georganiseerd waren, zoo zouden zij bij
den grooten strijdlust der volksmassa's de
groote steden spoedig in hunne macht en
het bestaan van den staat bedreigd hebben.
De menigte der ontevredenen verkreeg nu
echter noch van de arbeidersvereeniging
noch van de Internationalen de noodige
leiding en brak derhalve in eenige wilde
straatgevechten hare kracht.
De aanleiding tot de beweging was de
werkstaking van het spoorweg-personeel
de eigenlijke oorzaak ligt, zooals uit het
deelnemen der volksmassa's blijkt, in de
algemeen sociale toestandendie in Amerika
geheel en al met de Duitsche, doch God
dank nog niet zoo geheel met de Neder-
landsche overeenkomen. Het werkende volk
is ontevreden met zijn toestand, het staat
op tegen de weinige bevoorrechtendie het
te hunnen bate trachten te exploiteeren
en wil met geweld wraak nemen aan de
onderdrukkers en zich zijn vermeend recht
verschaffen. Er is echter een dubbel on
derscheid tusschen de Amerikaansche en de
Europeesche toestanden in het algemeen
waar te nemen. In üuitschland b. y. zijn
de ontevredenen flink georganiseerd tot eene
politieke partijdie niet in overijlde dwaas
heden hare kracht verlamt doch zich lang
zaam maar zeker tot den dag der groote,
beslissende afrekening voorbereidt. Ginds
bestaat tot nu zulk eene uitgebreide orga
nisatie niet, zoodat ook bij de jongste op
standen de vereischte leiding ontbrak. Daar
entegen treedt in Duitschland de exploitatie
niet in zulk eene onverholen, schaamte-
looze gedaante in het publiek op als in
Amerika. Daar bestaan voor aller oogen
de „kringen" die het vermogen van stad
en land plunderen. Wij zien in Europa ook
zulke kringen „vooral is dit in Duitschland
het geval" doch zij verbergen zich zooveel
mogelijk en het volk vermoedt meer dat zij
bestaan als dat het in staat is de leden
er van met pame te noemen.
In Duitschland zijn ook ambtenaren en
afgevaardigdendie misbruik maken van het
vertrouwen in hen gesteld om persoonlijke
voordeden, doch zij hebben het nog niet
zoo ver gebracht, dat de omkooping vol
gens een publiek bekend tarief geschiedt.
Ook wordt de zwendelarij in spoorweg-
aktiën niet geheel zoo grof en openlijk ge
dreven als daar, waarde „spoorwegkoningen"
zoo vele nieuwe aktiën maken, als hun
belieft, en dan het loon verjagen om de
noodige aandeelen in de winst uit te kun
nen betalen. Alzoo is het verklaarbaardat
in Amerika het oproer der niet-bezitters
eer losbrak dan elders. Intusschen al is
Amerika ook eenige schreden op de baan
des verderfs vooruit, Duitschland bevindt
zich op denzelfden weg en wordt dienover
eenkomstig naar hetzelfde doel heengevoerd.
En waarschijnlijk zouden wij ook daar reeds
bloedige opstanden hebben, zoo niet de
sociaal-democratie de hartstochten harer aan
hangers wist te breidelen.
In het licht der bloedige tijdingen uit
Amerika wordt het eerst recht duidelijk
hoe gegrond de strijd was van Maarschalk
Mac-Mahon tegen de pogingen der rooden
alles omver te werpen. Daaruit blijkt hoe
rechtmatig de waarschuwingen zijn voor
de „oplossende pogingen" op sociaal gebied.
Wij zien daar, als in een spiegel, wat
ons eens dreigt, indien niet te rechter tijd
gezorgd wordt dat aan den eenen kant de
rechtmatige eischen van het arbeidende volk
bevredigd worden of een ander doel voor
opene en geheime speculatie gesteld worde
en van den anderen kant ook datgene aan
het volk bewaard blijve of wedergegeven
worde, wat alleen alle hartstochten beteu
gelen kan Geloof en godsdienst.
Het streven der liberalen om godsdienst
en kerk geheel van het openbaar leven
af te scheiden en staat en maatschappij
zonder God of gebod te zien was in Ame
rika reeds verwezenlijkt. Doch welke soort
van burgers heeft de godsdienstlooze staat
gekweekt? De regeering en wetgeving van
den staat vervielen wel niet in: „dienst
baarheid aan de kerk" of aan de „dogma's,"
maar zij vielen in de roofzuchtige handen
der ambtenaars, waarvan een ieder, van
den president af, zich door middel zijner
ambtsbevoegdheid zocht te verrijken. De
hoogere klassen vormden geheime genoot
schappen tot plundering der burgers en tot
uitzuiging van het volk. De enkele klassen
des volks verbonden zich daartegenover
insgelijks in geheime gezelschappen ten
einde hunne belangen te verdedigen. Nu
eindelijk zijn de „kringen" der werkgevers
en arbeidnemers in botsing met elkaar ge
komen en het ongeloovige roofzuchtige
volkwaaraan niets heilig iszoekt en
vindt zijn genot in branden en plunderen.
Mochten wij door dit afschrikkende beeld
van den godsdienstloozen staat toch leeren,
dat slechts dan de rust en de vreedzame
ontwikkeling der volkeren verzekerd zijn,
indien Staat en Kerk eendrachtelijk en
eerlijk samenwerken aan den zedelijken en
stoffelijken vooruitgang der natiën!
De rechten, welke de Nederlandsche
staat op het klooster en de goederen van
St. Agatha gelden doet, zijn van zoo
extra-ordinairen aard, dat het wel de
moeite waard is er eenige oogenblikken
bij stil te staanwantde behandeling
het Klooster St. Agatha in der tijd en nu
aangedaan, kan heden of morgen andere
treffen, 't Zijn zoo wat dezelfde „geërfde"
rechten als de beruchte Italiaansche roover
Leone op de goederen en kostbaarheden
deed gelden van reizigers, die hij op zijne
rooftochten ontmoettehet recht van den
sterkste. „Macht is recht" is geene nieuwe
uitvinding van von Bismarck, maar een
beginsel bijna zoo oud als het menschdom
is. Er zijn er in alle tijden geweest, die
het barbaarsche recht van den sterksten
huldigden, natuurlijk tot eigen voordeel,
om zich op onrechtvaardige manier te
verrijken met het geldwat anderen
volgens recht, toebehoort.
Er zijn staatslieden, en hun getal is
legiodie in den waan verkeerendat
wet altijd recht is, en er ook geene ge
wetenszaak uit maken wetten toe te passen
die hoogst onrechtvaardig en een gruwel
voor God zijn. Er zijn menschen, diemeenen,
dat stelen en rooven voor anderen, inzon
derheid voor den staatgeen zonde is.
Overigens eerlijkzullen zij voor zich
zeiven geen cent onrechtvaardig bezitten
willen. IJveren voor de Staats- voor de
Gemeentekasen welke wijze dan ook
schijnt bij de zoodanigen eene deugd te
wezen, en zij plegen zonder er zich in 't
minst om te verontrusten, onrechtvaardig
heden, welke de Katholieke Geloofsleer
onder de „vreemde zonden" rangschikt.
Talrijke erfgenamen bezitten schatten, die
zij zeer good weten dat hunne erflaters
grootendeels op slinksche manier hebben
weten te vergaderen, dikwerf tot schade
van weduwen of weezenen toch doen zij
geene moeite, om hetgeen zij rijker ge
worden zijn in overeenstemming te brengen
met de strenge wetten van den Godsdienst
en van 't geweten. Om dit laatste het stil
zwijgen op te leggen doen sommigen schen
kingen aan armenof gestichtenmaar
wat zij geven, blijft doorgaans ver bene
den 't geen zij rechtmatig schuldig zijn;
terwijl de rechthebbenden er zelden iets
van krijgen. Nu belanghebbenden moeten
't maar weten, hoe zij zich voor Gods
rechterstoel verantwoorden zullen.
De Nederlandsche Staat is ook erfge
naam van dusdanige goederen; hij heeft
o. a. het klooster van St. Agatha met de
daartoe behoorende goederen „geërfd." Yan
wie? Ja, wie weet het te zeggen? Van
de Watergeuzen Neen. Yan den Mun
ster schen vrede NeenSt. Agatha bleef
bij dien vrede ongedeerd. Van Prins Wil
lem II, die ze bij wijze van sequestratie
of annotatiein bezit nam en ze later den
Kruisheeren in 9admodiatiegaf? Een mooi
recht van eigendom voorwaar Waar haalde
Prins Willem II die bevoegdheid toch van
daan? Welke deugdelijke rechten had hij
op St. Agatha Immers geen enkele
Doch misschien waren Hunne Hoog-
mogenden" de bezitters en erflaters Ook
al niet; want de Hoogmogende n" zei ven
verklaarden dat, na uitsterven der Religi
euzen, de goederen zouden vervallen aan
de daarop „rechthebbenden." Zonderlinge
„rechthebbenden"die door Hunne Hoog-
mogenden" bedoeld wordenWas het de
Keizer van Chinaof die van Japan soms
Of mogelijk de Groote Mogol?" Wie 't
weet, mag 't zeggen! Napoleon I had,
ook op 't punt van verbeurdverklaren van
goederen, een geweten zóó ruim, dat er
plaats genoeg was voor eene met vier paar
den bespannen koets tot „om te keer en."
Hij supprimeerde dat 't een lust was voor
alle vijanden van recht en kerk! Doch,
HAARHMSCRI (OlIRAIT.
AB ONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden yoor Haarlem75 Cents.
Buiten Haarlem franco per post90
Afzonderlijke Nummers6
Dit blad verschijnt twee maal per week.
In half formaat 'S WOENSDAGS AVONDS.
In geheel ZATERDAGS
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
IIÏÜD
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 16
Elke regel meer
30 Cents.
5
AGITE MA NON AGITATE.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Zaterdags en Woensdags
vóór 12 uur 's middags ingewacht.
„Zoo min de staatsmacht, als de
individu, is bevoegd de grenzen van
het strenge recht te overschreden,
en kan er door bijdragen aan het
algemeen belang. Berooving is even
zeer eene misdaad, wanneer zij door
derdendoor vertegenwoordigers
door zaakgelastigden wordt gepleegd,
als rechtstreeks door belangheb
benden."
Baron d'albbaing vak giessenbürg.