NIEUWE
No. 73.
Zondag 28 October 1877.
2e Jaargang.
De Verkiezingen in Frankrijk.
Uitgever W. KUPPERS.
"Wie heeft dan nu overwonnen de
Eegeering of de radicalen? Eigenlijk geen
van beiden, of wel beiden, naar men het
nemen wil.
De Regeering hoopte eene meerderheid
van hare kandidaten te verkrijgen en dat
is haar niet gelukt. De republikeinen zou
den, gelijk Gambetta verklaarde met 400
man weder de kamer binnentrekkendoch
dat is hun ook niet gelukt.
De conservatieven hadden in de vorige
kamer 158 zetels, de „liberalen" 368; de
conservatieven hebben ongeveer 50 zetels
gewonnen en de liberalen hebben er even-
zooveel verloren, zoodat er in de nieuwe
kamer 210 conservatieven tegen 315 libe
ralen zitting zullen hebben. De liberalen
beschikken dus nog altijd over eene meer
derheid van 100 stemmen, doch dat is
nauwelijks nog de helft van het overwicht
dat zij in de vorige kamer bezaten. Mac-
Mahon staat dus zoowel nu als vroeger
tegenover eene meerderheid van vijanden
echter zijne tegenstanders zijn verzwakt en
ontmoedigd.
Niet ten onrechte dus maken zich 's Maar
schalks vrienden blijde met eene „zedelijke
overwinning", aangezien hunne tegenstan
ders in aanzienlijk geringer aantal terug
gekeerd zijn.
De vraag is echter nu, hoe Mac-Mahon
deze zedelijke overwinning in zijn voordeel
aanwenden kan.
Zich voor de nieuw gekozen meerderheid
buigen, dat kan de Maarschalk niet. Hij
heeft te vaak, te plechtig verklaard, dat
hij de partij van Gambetta geene verdere
concessies schenken zal en derhalve moet
hij zich op zijne rechten steunen. Er zijn
nu twee zaken mogelijk. Of de Maarschalk
ontbindt nog eens de kamer, om bij de
nieuwe verkiezingen den republikeinen nog
50 zetels te ontnemen, en daardoor de
meerderheid te verkrijgenof hij zoekt 50
gematigde leden der linkerzijde tot zijne
partij over te halen. Daardoor zou dan het
linker centrum eigenlijk weder aan het roer
komendoch het moest zich dan eerst
positief van Gambetta en diens vrienden
afscheiden en eene werkelijk conservatieve
politiek aannemen met vermijding van allen
„culturkampf". Of dat mogelijk is, hangt
af van hendie tot het linker centrum be-
hooren en kan eerst bij de heropening der
kamer aan den dag komen.
Echter al nemen wij aan, dat de con
servatieve republikeinen zich werkelijk con
servatief toondendan zouden toch de Bo-
napartisten aan deze verzoenende staatkunde
weder vele moeilijkheden in den weg leg
gen dezen toch handelen alleen volgens
kunne baatzuchtige doeleinden en meenen
steeds het best te kunnen visschen in 'troe
bel water. Nu zijn ongelukkig de Bona-
partisten 100 man sterk geworden en staan
er slechts 50 legitimisten, 10 orleanisten
en 50 nieuwe conservatieven tegenover hen.
De kracht hunner partij zal hunne onbe
schaamdheid slechts verhoogen en Mac-
Mahon zal terdeeg last aan hen krijgen.
Het ziet er dus met de verzoenende po
litiek niet al te goed uit en het zou in het
geheel geen wonder zijn als reeds zeer
spoedig eene nieuwe kamerontbinding nood
zakelijk werd. De Maarschalk zal daartoe
het volste recht hebben zoo spoedig de
republikeinen zich onder Gambetta veree
nigen om hem het regeeren onmogelijk te
maken. Immers de Grondwet zegtdat
Mac-Mahon tot 1880 president blijven moet
en zoo hij dat blijven zal moet men hem
eene conservatieve politiek mogelijk maken
en hem niet in den weg treden met kamer
ontbinding en „Culturkampf". Eene nieuwe
verkiezing na verloop van meerdere maan
den zou den Maarschalk meer kans tot slagen
aanbieden dan eene tegenwoordigewant
eensdeels zouden de republikeinen vermoe
delijk niet zoo eendrachtig ten strijde trek
ken als nu, wjjl Grévy te zwak en Gam
betta te weinig bemind is om allen aan
eene lijn te kunnen houden; ten anderen
zou de nieuwe pauze er zeer toe bijdragen
om de Fransehen van hunne vooroordeelen
en hunne ongegronde vrees voor buiten-
landsche verwikkelingen te genezen.
Deze verkiezingen hebben op nieuw be
wezen dat het Katholieke volk van Frank
rijk nog lang niet tot politieke rijpheid en
tot die zelfstandigheid en helderheid van
oordeel gekomen is, welke de Duitsche
Katholieken kenmerkt. Zij handelen niet
naar vaste beginselen en koele beoordeeling
der feiten, maar zij houden vast aan oude
vooroordeelen, die hun de „liberale" bladen
en redenaars voorgepraat hebben. De boe
ren willen niet legitimistisch stemmenwijl
zij van de dwaze meening uitgaandat de
Koning door Gods genade de erfpacht of
zelfs de lijfeigenschap weder herstellen zou.
Vele goede Katholieken durven niet ultra-
montaansch te stemmenwijl zij meenendat
zij dan zoo aanstonds tot een gevaarlijken
oorlog tegen Italië en Duitschland zouden
moeten uitrukken. Deze vrees voor buiten-
landsche verwikkelingen is' klaarblijkelijk
de steen geweest, waarover de kansen der
Regeering op eene meerderheid gestruikeld
zijn. De reis van Crispy naar Berlijn, het
voorgewende verdedigend verbond tusschen
Duitschland en Italiëde ydele bedreiging
dat bij eventueele zegepraal der conserva
tieve de oorlog aan Frankrijk verklaard
zou wordendat waren de eigenlijke rede
nen waarom duizenden angstige zielen voor
de „liberalen" stemden. De Maarschalk en
de Regeering zagen zeer juist dit gevaar
dreigen en daarom trachtten zoowel de
Maarschalk als de minister van binnenland-
sche zaken nog in de laatste oogenblikken
den Franschen duidelijk te makendat er
geenerlei verstoring van den vrede te wach
ten was, dat niemand aan een kruistocht
naar Italië behoefde te denken en dat men
geen aanval te duchten had. Het is ditmaal
nog niet gelukt alle angstigen gerust te
stellen, doch de tijd zal voor deze zielen
de beste trooster zijnzij zullen spoedig
inzien dat er niets zoo heet gegeten wordt
dan hetgeen CrispyBismarck en de „Nord-
Deutsche Algemeine Zeitung koken.
Uit deze stepiming van het Fransche
volk kunnen wij overigens een geruststel
lend besluit trekken. Wanneer de meerder
heid van het Fransche volk zulk eene vrees
voor buitenlandsche verwikkelingen heeft
en uit angst voor vorst Bismarck zelfs zijn
eigen President verloochent, zoo heeft
Duitschland van den lust tot revanche der
Franschen voorloopig nog geen aanval op
zijne grenzen te verwachten. Als de leiders
der Duitsche staatkunde zoo vredelievend
blijven als de Franschen het nu openlijk
zijnkan de tweede Fransch- Duitsche oor
log nog wel eenige jaren op zich laten
wachten.
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Bij den laatsten mislukten aanval der Ru-
meenen op de tweede Grivica-redoute voor
Plewna, is gebleken dat de Russen bijzon
der veel haast maakten om die nederlaag
te publiceeren; sinds geruimen tijd bestond
er naijver tusschen de Rumeenen en de
Russen: de eerste verweten den laatsten,
dat zij te slecht werkten en spotten, dat
zij hun spaden in Rusland achtergelaten
hadden; de Rumeenen zetten met kracht
het werk aan de loopgraven door en meen
den weldra sterk genoeg te zijn, om de
tweede verschansing te kunnen nemen zon
der hulp van de Russen. Intusschen blijkt
uit zulke voorvallendat de verhouding
tusschen de bondgenooten er niet op voor
uitgaat. Wellicht dat de wrijving tusschen
deze bondgenooten bijdraagt, om de Serven
voorloopig nog terug te houden van deel
neming aan den oorlog.
Volgens de laatste berichten van het
oorlogstooneel in Klein-Azië schijnt de
nederlaag van Moukhtar-Pacha niet zoo
groot geweest te zijn, als de Russen heb
ben opgegevenzijn leger is wel verslagen
maar niet vernietigd, langzaam verzame
len zich de overgebleven troepen en hij
bevindt zich in eene sterke positie te Zewin.
De vereeniging Ismaël's troepen met die
van Moukhtar zal de Russen beletten hun
marsch voort te zetten.
Behoudens de goedkeuring van het
Fransche gouvernement, heeft de gemeen
teraad van Versailles besloten aan de Ave
nue de la Mairie voortaan den naam te
geven van Avenue Thiers.
Thiers was wel een der meest gedecoreerde
mannen der wereld. Tot zelfs de orde van
den Kousebanddie in Engeland slechts aan
vorsten wordt uitgereikt, bezat hij. In zijn
huis in eene lade heeft men honderd zeven
en twintig met goud of diamanten omzette
eereteekenen gevonden. Zoo men zegt heeft
de overledene in zijn testament bepaald
dat men die kostbare dingen zou verkoopen,
en uit de opbrengst een eeuwigdurende
rente zou stichten, bestemd, om een kind
van het volk het ambacht van goudsmid
of juwelier te laten leeren.
Volgens berichten uit Weenen zijn de
onderhandelingen over een handels-verdrag
tusschen Oostenrijk en Duitschland geheel
afgebroken, en moet de Porte geweigerd
hebben de voorwaarden van een wapen
stilstand te overwegenwelke aan de Rus
sische legers gelegenheid zou geven in
Bulgarije te overwinteren.
De ex-Koning van Hannover heeft de
bescherming ingeroepen van den hertog van
Norfolk voor Duitsche kloosterzustersdie
tengevolge der Meiwetten naar Engeland
moeten verhuizen. In zijnen brief, die in
de Germania is openbaar gemaaktverzoekt
hij haar behulpzaam te zjjn ter verkrijging
van kostleerlingen.
De Banque de la nouvelle Calédonie te
Noumeadie een agentschap te Parijs heeft
heeft hare betalingen gestaakt. De bank
figureerde sedert Juli 1874 als koloniale
bank. Zij had als zoodanig recht tot het
uitgeven van bankbiljetten. Te Parijs maakt
dit geval een grooten indruk.
EEN MIJN-ONTPLOFFING.
Het dorp High Blantyrenabij Glasgow,
(Engeland) werd Maandag in rouw gedompeld
door eene ontzettende ramp. In de kolenmijn
van de firma Dixon en Co. waren op 't ge
wone uur 233 mannen en knapen afgedaald.
Kort daarna werd uit de diepte de dreu
nende slag vernomen van eene geweldige
ontploffing, een dikke zwarte rook steeg
uit den mond der mijn omhoog, en daar
't bleek dat al de toestellen om van bene
den naar boven te komen vernield waren,
zoo bleef er nauwelijks een zweem van
hoop op 't levensbehoud der werklieden.
Als een loopend vuur verspreidde zich 't treu
rige nieuws door den omtrek, en weldra
verdrongen zich rondom den rookenden
afgrond honderden jammerende vrouwen en
kinderen. Ook kloeke mannendie met
levensgevaar afdaalden in de met stiklucht
gevulde diepte. Het eerste wat zij boven
brachten, was een nog levend werkman.
Deze man verhaalde dat hij arbeidende was
bij de schacht; toen hij de ontploffing hoorde
was hij naar beneden gegaan, en had den
bodem bestrooid gevonden met lijken. Nu
werden tot zesmaal toe, telkens te ver
geefs, pogingen aangewend om den bodem
der mijn te bereiken de stikdamp dwong
telkens de mannen tot terugkeeren. Einde
lijk, nadat men door het ingieten van water
een luchtstroom had doen ontstaandie de
atmosfeer in de schacht een weinig had
ververscht, slaagde men er in den bodem
der mijn te bereiken. Men bracht keer op
keer slechts lijken naar boven, die voor
't meerendeel onkenbaar waren zóó had
't vuur ze gezengd en de schok ze verminkt.
Blijkbaar had een geweldige doch oogen-
blikkelijke dood al deze ongelukkigen over
vallen. 't Was Ook maar al te duidelijk,
dat t aantal gespaard geolevenen (zoo er
waren) slechts luttel zou kunnen zijn. In
derdaad, van de 233 werklieden, die in de
mijn waren afgedaald, zijn er slechts een
twintigtal nog levend naar boven gebracht.
Maar hoe dan nog levend Half verstikt
zwart verzengd; bedekt met brandwonden,
kneuzingen en modder. Een paar bliezen
den adem uit in spijt van alle kunstmid
delen. Anderen liggen nog in een toestand
van verdooving. Slechts enkelen uit de 233
die 't geluk hadden van te arbeiden dicht
bij de opening der schacht of in afgeslo
ten gewelvenkonden ongedeerd huiswaarts
gaan.
De verwoester was Ook hier weder t zoo
gevreesde mijngas; als een stormwind van
vuur moet het losgebroken zijn en gansch
H44R
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem75 Cents
Buiten Haarlem franco per post90
Afzonderlijke Nummers 6
Dit blad verschijnt twee maal per week.
In half formaat 'S WOENSDAGS AVONDS.
In geheel ZATERDAGS
BÏÏEEAU: St. Jansstraat Haarlem.
WMiSSRi
(OIIMÏT.
PRIJS DER ABVERTENTIÈN
Van 1—6 regels 30 Cents.
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Zaterdags en Woensdags
vóór 12 uur 's middags ingewacht.
AGITE MA NOW AGITATE.