NIEÏÏ W E No. 75. Zondag 4 November 1877. 2e Jaargang. Een arbeider met gezond verstand. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. Uitgever W. KUPPERS. Het is een. bekend feit, dat vooral in Duitschland de socialistische woelingen een zeer gevaarlijk karakter hebben aangenomen. De socialistische partij heeft nergens ster ker organisatiedan bij onze Duitsche na- kuren. In den jongsten tijd bleek daarenboven, koe de Germaansche „volksredders" de nieest krachtige pogingen aanwendden, om kan hun partij-organisatie een internationaal karakter te verleenen. Al die verschijnselen te zamen genomen, maken het duidelijk, dat men in Duitsch land steeds meer ongerust wordt over de gevaren, die van socialistische zijde drei gen, gevaren te grooter, naarmate de politiek van den beruchten Rijkskanselier, ^aar deze alles behalve vrijheidslievend kan genoemd wordente meer stof tot onte vredenheid onder alle standen en rangen oplevert. Met het oog op de bezorgdheid, welke ten aanzien van het woelen en drijven der arbeiderspartij in Duitschland bestaatkun nen vrij ons zeer goed voorstellendat een Protestzooals dezer dagen uit het midden des volks, tegen de socialisten werd ver bomen, door alle Duitschers, die nog iets te verliezen hebben, met grooten bijval bloest worden ontvangen. Wij bedoelen hier het volgende incident. In het Saksisch kiesdistrict voor den Rijksdag te Glauchau werd het verschijnsel keleefd (van geloofwaardigen kant deelde bien dit mede), dat in den laatsten tijd een groot aantal kiezers, die tot hiertoe ijverige socialisten waren en sedert jaren aan de agitatie van die partij deelnamenzich van de sociaal-democraten afscheidde en het tkans als zijn roeping beschouwde tegen die richting te ageeren. Een der dagbladen van Leipzig werd in de gelegenheid gesteld uit een schrijven Van een dier bekeerde socialisten, een wever bit het dorp Mülsende volgende ophelde Rbg te citeeren van de redenen, die hem kewogen hadden met de arbeiderspartij te kreken. „Ik kan verzekeren (zoo schreef hij)dat de vraag of het raadzaam is zich langer °P den grondslag der sociaal-democratie te Zwegenin dezen omtrek steeds levendiger °bder de arbeiders wordt besproken. „Dat overleg heeft er toe gevoerd, dat 'b den laatsten tijd vele leden der socia listische partijwelke tot haar ijverigste Aanhangers behoordenen daaronder ook lk) zich van haar hebben afgekeerd. „Wij verwachten niet anders, dan dat JU door onze vroegere geestverwanten zul- ®b worden beschuldigdvan door dezen genen te zijn omgekocht. „Dat verwijt is echter lasterlijk. Ik acht e' daarom noodig, de gronden, waarop °bze bekeering rust, openbaar te maken, ?b de hoop ook, dat zij er iets toe zullen Abnnen bijdragen, om velen anderen ar- 6lders de oogen te openen. „Do inwendige en uitwendige onrust j welke de socialistische partij bij haar aan hangers in het leven roept, is een zeer gevaarlijke. „Overal, waar de zendelingen van het socialisme hun zaad uitstrooien, heerscht dag en nacht een koortsachtige opwinding. „Hoe zou het ook anders kunnen zijn? Op iedere volksvergadering schilderen de socialistische leiders en agitateurs den toe stand der arbeiders in de donkerst moge lijke kleuren af en wekken daardoor onte vredenheid in de harten. „Is men er toe gerechtigd, om een mede- menschin plaats van hem in zijn gedrukte positie te troostendoor de gewraakte han deling nog ontevredener met zijn lot te maken „Ieder kent wel het best zijn eigen nood en zijn eigen geluk; hij behoeft daartoe niet de voorlichting van de zoogenaamde volksredenaars. „Meermalen heb ik ondervonden, dat personendie geheel tevreden met hun toe stand waren, wijl zij niet met behoefte of gebrek te worstelen haddenna het bezoek van een volksvergadering en het aanhooren van dezen of genen quasi-messiasdie hun een betere toekomst voorspiegelde, als on tevreden menschen huiswaarts keerden. „Of het plan, hetwelk hun door de volks redenaars werd voorgehouden, ook werke lijk voor uitvoering vatbaar was, met die vraag houden zulke lichtgeloovigen zich niet bezig. Zij houden zich enkel vast aan de heerlijke uitzichten, welke geopend werden. „De socialistische partij heeft door mid del van die schoone beloften reeds aanzien lijke sommen bijeengebrachtwaarmede die voorgewende „zaligmakers" der arbeiders voor hun „belangeloosheid" op de onbe- krompenste wijs werden schadeloos gesteld. „De reiskosten voor de zendelingen, de uitgaven voor de agitatie bij de Rijksdag verkiezingen, het onderhouden der gezin nen van de gevangen genomen „redders" dat alles moest worden gedekt uit de beur zen der arme arbeiders, ondanks men aan dezen voortdurend toeriep, dat hun loon en verdiensten zoo karig zijn, dat zij niet veel meer kunnen doen dan honger ljjden. „Dat de toestand der arbeiders in den tegenwoordigen tijd alles behalve benijdens waard is, zulks weet een ieder. „Die nu echter gelooft aan de voorspie geling der volksredenaarsdat zulke moeie- lijke tijden niet meer zouden geboren wor den, wanneer de sociaal-democratie in den Rijksdag maar eenmaal de meerderheid had en daar haar inzichten kan doen gelden, omdat dan het volk over vrede of oorlog te beslissen had en het kapitaal zou worden afgeschaftzulk een moet wel aan groote kortzichtigheid en onverstand lijden. „Waarlijk, een man, die nog eenig ge zond verstand bezit, kan zich niet op zijn gemak gevoelen in de gelederen eener partij die zoo groote ontevredenheid sticht, de gemoedsrust van duizenden lichtvaardig ver stoort, onophoudelijk valsche beloften aflegt en al het bestaande omverwerpen wil. „Alleen de leiders der socialistische partij rekken voordeel van die ontevredenheid der arbeiders, omdat zij daarop hun eigen tevredenheiddat wil zeggenhun eigen welvaart bouwen. „Tot deze overtuiging ben ik, een be hoeftig arbeider, die voor zich en zijn ge zin met moeite het levensonderhoud ver dient, eerst gekomen, na een ernstig on derzoek van het wezen der sociaal-demo cratie en van de liefelijke voorspiegelingen, welke dagelijks door de „helden van den mond" onder die richting, aan de arbei dende bevolking worden voorgepreekt. „Niet langer meende ik zulk een onrus tig leven te moeten leiden en ik besloot mij aan te sluiten bij een andere partij, welke mij het mogelijk zal maken, om, volhardende bij het pogen en streven naar verbetering in het lot van den arbeider, desniettemin weder een tevreden mensch te zijn." Wanneer wij zoo uitvoerig het protest van een behoeftig Duitsch werkman tegen het doel en het streven van de socialisti sche partij citeerden dan deden wij zulks omdat het ons voorkwam, dat in 's mans woorden een groote mate van gezond ver stand ligt opgesloten. In zijn eenvoudigheid heeft hij toch de misleidingwaarvan men den werkman dupe wil maken, duidelijk doen zien. Met een bewonderenswaardig bon sens ontdekte hijdat hetgeen men hem voor citroenen aanbood, niets dan knollen wa ren. De snuggere arbeider heeft bovendien juist gevoeldwaar de kneep zat en waarom het die volksvrienden wezenlijk te doen isnamelijk om het lieve geld. Niet het lot van den arbeidermaar diens beurs over wier „geldledigheid" die brave en ge moedelijke socialisten telkens zoo jammeren, trekt die volksredders aan. Zij willen alzoo niet het lotmaar de beurs van den werk man verlichten. Behoudens alle verschil tusschen Duitsch land en ons vaderland, zal het ook wel niet ontbreken aan „volksvrienden," die zich ook door middel van de „verdrukten" uit eigen finantiëelen druk willen helpen en die uit de voordeelenwelke het bestuur van de eene of andere prachtige volksver- eeniging oplevert, zich een winstgevend baantje willen scheppen. Met de ondervinding van den werkman uit Mülsen, kunnen dus ook de Neder- landsche werklieden nog hun voordeel doen. Op het jongste, socialistisch congres werd 0. a. ook besloten, om steeds meer op uitbreiding van de sociaal-democratie in alle landen van Europa bedacht te worden. De „Internationale," in haar vroegeren vorm feitelijk bezweken, wil men blijkbaar in een nieuwe gedaante doen herleven. Het verkoopen van knollen voor citroe nen aan de arbeiders wil men (wij stipten het in den aanvang van dit artikel reeds aan) op nieuw een meer internationaal ka rakter verleenen. Hoewel Nederland nog niet speciaal werd genoemd, zal het toch ook wel in het ar beidsveld der „volksredders" begrepen zijn. Wij staan dus aan het gevaar eener vreeselijke invasie bloot. ;e de goede God onze brave Neder- landsche werklieden steeds beveiligen tegen de aanvechtingen van zoogenaamde volks leiders, die de gruwelijkste volksverleiders verdienen genoemd te worden. D. M. BUITEN LANDSCH OVERZICHT. Sedert een paar dagen wordt de vraag weder gesteld of Oostenrijk of Engeland zich werkelijk zouden willen leenen tot de uitvoering om een vredes-tractaat in zake den Oorlog in het Oostendat door Duitsch land en Italië in gereedheid gebracht zou zijn, en op de volgende grondslagen ten nadeele van Turkije zou neêrkomenaf stand aan Montenegro van de thans door zijn troepen bezette provinciën: zelfstandig bestuur door Christenen in Bosniëde Herzegowina en Bulgarijewederafstand aan Rusland van het aan den Donau gren zend deel der Dobrudscha, onder voorbe houd dat de monden van den Donau onder de collectieve guarantie van de groote Mo gendheden worden geplaatst; volstrekte on afhankelijkheid van Rumenië en van Servië; afstand aan Rumenië van het tusschen den Donau, de Zwarte Zee en den muur van Trajanus gelegen deel der Dobrudscha; een nader te bepalen oorlogsvergoeding. In de doorgaans uit gezaghebbende bron vloeiende correspondentiën uit Berlijn aan de officieuse Montags-Revuewordt de op merking gemaakt, dat Oostenrijk en En geland, reeds vóór het uitbreken van den oorlog, met voorkennis van von Bismarck, te St. Petersburg zouden hebben te ken- nen gegevendat de annexatie ook maar van een duim gronds in Europeesch Turkijë (behalve de vergoeding voor Montenegro) voor beide rijken een casus belli zou zijn. Er zal dus veel moeten gebeurenvoordat de Porte aan dit vredes-voorstel zal toe geven. Turkije zal eerst Plewna moeten verloren hebben, het leger van Osman- Pacha vernietigd, zijn vierhoek aangetast en de Russen te Adrianopel moeten zien alvorens het op die wijze zijn ondergang zal onderschrijven. Servië heeft door zijn ambassadeur te Constantinopel op nieuw aan de Turksche regeering kennis gegevendat het Servisch Gouvernement hoopt, dat de goede betrek kingen met de Porte zullen worden gehand haafd. (Servië kan dus voor 't oogenblik nog niet vechten.) De Turken hebben 't inmiddels niet onnoodig geachtwegens de dubbelzinnige gedragslijn, langs de zuide lijke grens van Servië een troepen-cordon te trekken. De Pruisische Kamer heeft het voorstel van Dr. Windhorst tot opheffing van het verbod van den uitvoer van paarden ver worpen op grond van het advies van den Minister van Oorlog, dat de Regeering tegen den te grooten uitvoer van paarden had te waken, vooral nu in de laatste driemaan den nog 7000 paarden, welke in het leger dienstig konden zijn, waren uitgevoerd. Zou men het leger willen mobiliseeren? De Regeering van Koning Alphonsus van Spanje schijnt den opstand op Cuba, nu de Carlisten niet meer vechtenals bijna onderdrukt te beschouwen, 't Is dus de schuld van de Carlistendat de 800,000 HAARIMSCH1 (jOIRIIT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem 75 Cents. Buiten Haarlem franco per post90 Afzonderlijke Nummers 6 Dit blad verschijnt twee maal per week. In half formaat 'S WOENSDAGS AVONDS. In geheel ZATERDAGS i Vi AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1—6 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Zaterdags en "Woensdags vóór 12 uur 's middags ingewacht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1877 | | pagina 1