NIEUWE No. m. Zondag 6 Januari 1878, 3« Jaargang. Hoe de Conservatieven handelen. Uitgever W. K U P P E R S. Wanneer er een lectuur is, welke te veel door het volk wordt veronachtzaamd, dan zal het wel die wezen van het Bijblad waarin de beraadslagingen van de Staten- Generaal staan opgeteekend. Hiermede willen wij niet zeggendat de verslagen, welke de verschillende dagbla den van de zittingen onzer Volksvertegen woordiging leveren, geen juist overzicht bevatten van hetgeen in de Eerste en Tweede Kamer geschiedtmaar het ligt in den aard der zaak, dat dergelijke samen vattingen van de debatten niet het volle licht op elk onderdeel kunnen werpen. Een gezette nalezing van het officieel en volledig verslag, kan dus zijn groot nut hebben, en wij zouden het daarom hoogst wenschelijk keuren, als het Bijblad door de Regeeriug tegen veel lager prijs dan thans voor ieder werd verkrijgbaar gesteld. Dit laatste denkbeeld bevelen wij zeer aan in de aandacht van het tegenwoordig Ka binet. Tot de leuzen van het liberalisme behoort ook de zegen der publiciteit; het zou dus op den weg van een Bewinddat optrad als het product der „gereorganiseerde liberale partijkunnen liggenom onzen wensch te vervullen. Wij vleien ons er echter niet mededaar wij wetendat bij de liberale lieden zeggen en doen niet twee maar wel duizend zijn. Wij hebben het Bijblad der jongste Ka merzittingen nog eens nagegaanen daarbij viel o. a. onze attentie op de houding der anti-liberalen bij het budget van Oorlog. Op die begrooting werd ul. door den heer Stieltjes een amendement voorgesteld, en wel op art. 58waarbij voor aanschaf fing en aanmaak van vestinggeschut een som van f 2,564,740 werd aangevraagd. De heer Stieltjes wilde dat bedrag vermin deren met f 1,300,000. De Minister de Roo van Aldewerelt ver zette zich met kracht tegen het wijzigings voorstel van den heer Stieltjes. Hij ging daarbij zelfs zoo ver, dat hij indirect de quaestie van vertrouwen of wantrouwen stelde. Raadpleegt men nu de parlementaire jaarboeken, dan zal men zien, hoe de li berale partijals er een anti-liberaal Kabinet aan de groene tafel gezeten was, zoodra er een kansje ontstond om een lid van zulk een Ministerie een hak te zettenen aller meest als de mogelijkheid geboren werd, dat men aan een Minister, in zulk een Bewind, een doodelijke wonde kan toe brengen, dadelijk als één man profiteerde van de occasie en, onverschillig welk vraag stuk het betrof, het aangeboden wapen tegen den Bewindsman richtte. Hoe handelde nu de anti-liberale partij tegenover den Minister de Roo in het aan geduide geval Maakt zij ook van de ge legenheid gebruik, om een Minister, die jaren achtereenmet schier ongekenden hartstocht en vinnigheid elk behoudend Minister van Oorlog had bestredenop zijn beurt het pijnlijke eener oppositie quand même te doen gevoelen P In geenen deele. Hooren wij slechts wat een geacht lid der rechterzijde de heer Begram, over het amendement-Stieltjes opmerkte. „De discussien" zoo sprak de heer Begram „in de zitting van hedenheb ik met aandacht gevolgd. Maar voor de leden die minder technische kennis hebben, om een beslissing te nemen over het gewich tig punthetwelk thans behandeld wordt heeft zij niet alles opgehelderd of tot een afdoend resultaat geleid. Mijn bijzondere opmerkzaamheid heeft het getroffen dat in zjjn laatste rede door den Minister aan de Vergadering is verklaarddat hij zich zei ven ten aanzien der vraag omtrent de hoe danigheid in soort van geschut, dat aange schaft dient te wordenniet voor deskundige hield en daarom het advies van bekwame deskundigen heeft ingewonnen. Ik herinner aan een soortgelijke voordracht als welke ons thans bezig houdt, hier in Mei dezesjaars behandelddie op een beslisten toon door den geachten afgevaardigde uit Leeuwarden, thans Minister van Oorlog, is bestreden. Deze voordracht zal toen ook niet zijn in gediend door den vroegeren Minister, dan na raadpleging van erkende deskundigen. Ik wensch de Vergadering te, herinneren aan den toestand, waarin ik mij toen tegen over het Regeeringsvoorstel bevonden de houding te doen kennen, die ik tegenover het nu gedane voorstel meen te moeten aannemen. Het komt, mij voordat een man van de voornaamste zakenwaarvan de be hartiging van de wetgevende Macht is op gedragen, de zorg is voor de veiligheid de vrijheid en de onafhankelijkheid van het vaderland. Daarvoor hebben wij steeds in ruimte geldmiddelen beschikbaar gesteld. Zoo werden in de laatste jaren aanzienlijke sommen» uitgegeven voor den aanleg van vestingwerken, die bij de eigenaardige ge steldheid van ons land, voor krachtige ver dediging zeer nuttig zijn. Met vele leden was ik overtuigd, dat men voor de ver dediging van die forten niets zou hebben, als zij niet bewapend werden. Ik gaf daar om mijn stem aan het wetsontwerpwaar- bij de geldmiddelen voor die bewapening werden aangevraagd. Nadat dit voorstel in het voorjaar echter is afgestemd, heb ben wij nu een nieuwe voordracht voor die bewapening ontvangen. Ook daaraan zal ik mijn stem geven, omdat ik de ver antwoordelijkheid niet durf op mij nemen, om de vestingen onbewapend te latenen omdat ik bovendien aan den Minister, die door 's Konings vertrouwen geroepen is, te zorgen voor de verdediging van het va derland, de volle verantwoordelijkheid daar voor wil laten. De Minister zegt een an deren weg dan die van zijn voorganger te willen opgaan, en tegelijk met de gelden voor den vestingbouw ook gelden voor de bewapening te willen aanvragen. Er staat mjj iets van voor, dat wij niet lang ge leden een vestingbegrooting hebben behan deld waarin ook gelden waren voorgedra gen tot aanschaffing van geschuten dat op aandrang der Kamer de daarop betrek king hebbende posten toen uit de begroo ting zijn verwijderd geworden. Hoe dit echter zij, bij mij gaat het belang van het vaderland boven alleszelfs boven den lust om te willen steunen een bevriend Kabinet. De Minister heeft te kennen ge geven, dat hij hoopte, dat de Kamer zou doen blijken van haar vertrouwen in zijn beleid, en het niet te laten blijven bij de woorden en betuigingen, welke hier zijn geuit. Wat mij betreftals ik de overtui ging hebdat de voordrachten zijn in over eenstemming met hetgeen ik noodig acht in het belang van het vaderland, kan de Re geering steeds op mijn stem rekenen. Ik zal derhalve stemmen tegen het amendement en voor de Regeeringsvoordracht Wij gelooven, dat het aangehaald advies van den heer Begram tintelt van vader landsliefde en dat het tevens treffend be wijst, hoezeer deze behoudsman doordron gen is van de waarachtige roeping van een volksvertegenwoordiger, om niet een partij maar zijn land en zijn Koning te dienen Enkele woorden uit de rede van den heer Begram hebben wij gecursiveerd, wijl het ons voorkwam, dat zij de kern van zijn uitnemend betoog bevatten. Wèl herin nerde hij ér terecht aan, hoe de Minister dé Roo, toen hij nog enkel lid der Kamer was en aan de linkerzijde gezeten was, niet handelde gelijk nu de heer Begram te werk ging, maar integendeel stelselma tige oppositie voerdetoen afkeurende het geen hij nu voorsteldemaar dit zou den heer Begram niet beletten 's Ministers voorstellen te beoordeelen van het stand punt der nationale defensie, en zijn slem geheel te doen afhangen van hetgeen naar zijn overtuiging, door de verdediging van onzen dierbaren grond werd gevorderd. De heer Yan Nispen sloot zich later aan het advies van den heer Begram aan, terwijl ten slotte het amendement-Stieltjes met groote meerderheidbijna al de conser vatieven stemden tegen, werd verwor pen. Zoo redd9 het conservatisme den Mi nister van Oorlog in een ultra-radicaal Kabinet. De quaestie der defensie stond bij de behoudslieden hooger dan de porte- feuille-quaestie tegenover den heer de Roo. Ook uit dit feit kan de Natie leeren, aan welke zijde de waarheid en het recht staan. D. M. BUITENLANDSCH OVERZICHT. Volgèns de laatste berichten zou men zeggen dat Rusland niet ongenegen is een wapenschorsing aan te nemen. Hoe vreemd die berichten schijnenmeent de Corres pondent van the Times, dat Rusland aan een wapenstilstand behoefte heeft hoofdza kelijk door de belemmering die het slechte weêr en de ijsgang op de Donau veroor zaken en waardoor de belangrijkste krijgs verrichtingen achterwegen moeten blijven. Te Woolwich is bevel ontvangen van het Ministerie van Oorlogom een batte rij artillerie in gereedheid te brengen welke onverwijld naar de Kaap de Goede Hoop zal worden ingescheepten toch verklaarde de Minister Carnarvon „zoo tele- grapheert men uit Londen," aan een de putatie van handelaren dat de jongste stap van Engeland in het Oostersch con flict noch bemiddeling noch interventie be- teekent. Engeland zoo zegt de Minister verder heeft alleen de vredes-openingen van een der oorlogvoerende partijen aan de andere overgebracht en in het ant woord van Rusland, waarbij een recht- streeksche aanvraag van Turkije wordt noodig verklaard, kan de regeering geen beleediging jegens Engeland zien. The Morning Post deelt mede, dat de Ministerraad besloten heeft het antwoord van Rusland op het aanbod van Engeland's tusschenkomst, niet als het einde van de zaak te beschouwen. Alvorens het antwoord aan de Porte over te brengenzal de En- gelsche Raadaan de Russische regeering inlichtingen vragen, omtrent den aard der voorwaarden voor een wapenstilstand, wel ke de Russische legerhoofden in last zul len hebben aan Turkije te stellen. Don Carlos is te Londen aangekomen. Bij besluit van Z. M. den Koning der Belgen is een eerekruis ingesteld ter her innering aan de revolutie van 1830 en dat aan hen zal worden geschonken, die het IJzeren kruis niet hebben ontvangen. Koning Victor Emmanuel was in zijn Nieuwjaars-aanspraak tot de deputaties dei- Kamers zeer oorlogzuchtig toen hij de woorden sprak: „Met 't oog op de ge beurtenissen, welke de vrede bedreigen, is het van groot belang dat wij gereed zijn, niet alleen om ons te verdedigen, maar ook om ons te doen vreezen. In ons nommer van 30 December 1877 gaven wij de namen der nieuwe Italiaan- sche Ministers op, en daaronder Thomas, als minister van onderwijs. Thomas is nu vervangen door Villa, waardoor de crisis die lang geduurd heeft, eindelijk is opgelost. De toestand is echter onhoudbaar. Door voortdurende concessiën aan de radicalen moet het ministerie zich op de been hou den. De Kam er-ontbinding schijnt de eemge uitkomsten daartegen verzetten zich de radicalen met kracht, zoo lang niet eerst het kiesrecht naar hun verlangen is uitge breid in veel ruimer zin dan thans door de regeering was voorgesteld. Of het koninklijke beroep op de eensge zindheid der Kamerleden iets zal baten, gelooven wij niet. De katholieke afgevaardigde D'Ondes Reggio had wel gelijk, toen hij te Flo rence zeide: „als gij het Parlement naar Rome verlegtzal men een hernieuwing beleven Yan de babylonische spraakver warring. Volgens de Diritto moet Gambetta een audiëntie bij koning Victor Emmanuel heb ben gehad, en voegt er bij dat die audi ëntie bijna een uur duurde en wat trou wens niemand zal verwonderen Gambetta was zeer ingenomen met 's konings harte lijke ontvangst. Niemand weet een bepaald antwoord te geven waarom men zich in Italië ongerust maakt. Zou Gambetta's verblijf in Rome tot die onrustwekkende geruchten aanlei ding hebben gegeven Zeker zal daarmeê zijn eigenliefde worden bevredigd, daarbij steeds in een Republiek de grootste kracht Yoor persoonlijke verheffing heeft gevonden. 75 Cents MKT 'Ë¥ri ïfïj. Per 8 maanden voor Haarlem Buiten Haarlem franco per post Afzonderlijke Nummers Dit blad verschijnt twee maal per week. In half formaat 'S WOENSDAGS AVONDS. In geheel ZATERDAGS BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. COIIRMT. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1—6 regels30 Cent». Elke regel meer5 Grooto letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie ii Contant. Advertentiën worden uiterlijk Zaterdags en Woensdags vóór 12 uur 's middags ingewacht. <9

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1878 | | pagina 1