NIEUWE If No. 169. Zondag 12 Mei 1878. 3 Jaargang. Adres uit Nederland aan LEO XUÏ. Onderwijs-Vii.jlicid. ABONNEMENTSPRIJS Pel' 3 maanden yoor Haarlem0,83 Buiten Haarlem franco per post. 1,' Afzonderlijke Nummers 0.06 Dit blad verschijnt Eiken AV O E N S D A G en ZATERDAG. B U B E A TJSt. Jansstraat Haarlem. PBIJS DER ADVERTENTIËN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbieding Advertentie* u 25 cents per advertentie a Contant. en V r ij d a g- AG-ITE MA NOR AGITATE. worden uiterlijk D i n g s d a g- avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUEEY.' De Redactiën die alreeds het later open baar te maken Adres aan Zijne Heiligheid den Paus Koning Leo XIIItot het hare gemaakt en onderteekend hebbenzijn de volgende De Redactie van Le Courier de la Meuse I)e Gelderlander Maasbode Het Limburgsch Nieuws blad De Nieuwe Delftsche Cou rant De Nieuwe Haarlemsche Courant. De Nieuwe IJselbode Het Nieuwsblad van Roer mond De Limburger Courier Tilburgsche Courant Bomneersch Weekblad De Graafsche Courant, De Katholieke Limburger De Meijerijsvhe Courant Nieuwsblad voor het Kan ton Oosterhout Overmaassche Courant Peel- en Kempenbode, De Waarheid Het Weekblad van de Heilige Familie. Liet Kanton Weert, Mochten er andere Katholieke Bladen of Tijdschriften zijn die de uitnoodiging tot kennismaking van het Adres, om er hunne adhaesie aan te geven of te onthouden niet hebben ontvangen, zij gelieven zulks welwillend te verschoonendaar een enkel briefkaartje van hun kant aan den Wel- Eerw. heer J. W. Brouwers, Pastoor te Bovenkerk, onmiddellijk zal beantwoord worden met de toezending van het Adres, dat hun ter beoordeeling wordt overgelegd. Na zeer weinige dagen zal het worden verzonden. Nooit of nimmer is de Katholieke Pers uit Nederland zoo veelvuldig en eendrach telijk opgegaan naar Rome. Geen wonder. FE UILLETON. DE ONDERWIJZERES. Vervolg. Wat ontbrak nu nog aan het geluk van den heer Rameau Niets en alles de rust des gewetens. Na door de aanvraag van duizend kroonen als het ware verstomd te zijn geweest, verontrustte hij zich nu over het stilzwijgen van zijnen zoonhet verwonderde hem zoo spoedig gehoorzaamd te zijn geworden; het speet hem geene nadere inlichtingen van den toestand der weduwe zijns broeders ontvangen te hebben, maar hij durfde volstrekt aan zijnen zoon hiervan niets laten blijken daar hij beangst was de grootmoe digheid van Paulus op te wekken, en hiertegen verzetten zich zijn eigenbelang en zijne gierig heid. Op zekeren morgen, toen al deze gedachten hem nog meer dan vroeger kwelden, Ontving mijnheeer Rameau twee brieven, de eene droeg het post Wanneer zouden de organen der Katholieke Pers het ooit eens worden, zoo al niet bij eeu Adres aan Paus Leoin deze tijdsom standigheden? Te meer nog in deze dagen, nu Z. Heiligheid Leo XIII, in zijn eerste schrijven aan de katholieke wereld in zijne Encykliek van Paaschdagzoo nadrukkelijk en met zoo beteeke nis volle woorden heeft verklaard, hoe Z. H. van de redenen »tot hoop en dankbaarheid niet vermag te scheiden die bewijzen van liefde en gehoorzaamheid welke aan Onze geringheid onmiddellijk bij de aanvaarding van Ons pauselijk ambt door uEerwaardige Broedersen met u door de talrijke geestelijken en geloovigen ge bracht zijn, die door brieven, geschenken pelgrimstochtenzoowel als door andere teekenen van eerbied getoond hebbendat de toewijding en liefdewelke zij zoo te recht Onzen grooten Voorganger voortdu rend bewezen hebbenzoo vastonveran derlijk en ouschokbaar gebleven zijn, dat zij tegenover den persoon van een zoo wei nig gelijken opvolger niet verflauwden. Zoo spreekt Paus Leo XIIIen mag dan nu niet met bescheidenheid gevraagd wor den of die toewijding en liefdein de on telbare Adressen, die uit alle landen en streken der katholieke wereld opgaan naar Rome, meer uitdrukkelijk werd uitgespro ken clan waar in de Nederlandsche uitnoo diging werd gezegd: Gelijk wij Pius beminden zullen wij Leo beminnen, gelijk wij Pius eerden zullen wij Leo eerengelijk wij Pius vierden zullen wij Leo vierengelijk onze liefde niet ver hinderde, zoo ook niet onze offervaardigheid Aan Leo de verzekering onzer trouw, aan Leo de toewijding onzer krachtenter ver dediging der rechten van den Paus-Koning, Hoe gaarne Paus Leo XIIIdie betuigin gen der katholieke gevoelens ziet, welk een troost de Heilige Vader er in vindt, blijkt uit het onsterfelijke document van Paasch dag jl. waar Leo XIII in volle woorden verklaart J) Voor deze schitterende bewijzen van ka tholieke vroomheid belijden Wij nederig voor 1) Wij geven liier de vertaling die voorkomt in het Bijvoegsel, 30 April van het dagblad De Tijd. merk van Parijs, de andere dat van Vicliy. De eerste luidde aldus. „Mijnheer „Mijnheer Paulus Rameau, die de eer heeft „uw zoon te zijnen die zich in geldverlegenheid be vond, heeft mij wel met zijn vertrouwen willen „vereeren. Daar ik wist, dat hij meerderjarig was „en recht had op het rijke erfdeel zijner moeder „dat gij met eene zeldzame behendigheid bestuurt „zoo vermeende ik hem eene dienst te bewijzen „met hem 2400 franks te leenen, voor welke „som mijnheer Paulus mij eenen wisselbrief heeft „gegeven, die op den vervaldag ongelukkig niet „betaald is. Die vertraging ontstaat zeker door „de afwezigheid van mijnheer Paulus die Parijs ver laten heeftheb de goedheid mijnheer uwen zoon te „waarschuwen, dat ik bevel tot gijzeling tegen hem „in handen heb, waarvan ik volgens den wil mijner „deelgenooten en tot mijn leedwezen gebruik zal moeten maken, indien men mij niet „dadelijk de „som met intrest en kosten uitkeert. „Deze brief zal u bewijzen, dat mijnheer uw zoon, „gelukkig is, met een geldschieter te doen te hebben den Heerdat Hij goed en weldadig isen uEerwaardige Broedersen aan alle Be minde Zonen van wie Wij ze ontvangen hebbenbetuigen Wij openlijk uit den grond des harten Onzen dank.» Op de lijst der andere onderteekenaars vinden wij al dadelijk: Professor Allard Jos. Alberdinck Thijm, Direc teur-Redacteur van de Dietsche Wa rande. H. A. Banning, H. A. Bogaeuts, Direct. van het Huisgezin en de Kath. Illustratie. Mr. Joan Bohl, Directeur-Redacteur van De Wachter, etc. etc. De katholieke schrijvers, die nog geene uitnoodiging ontvingenen zich wenschen aan te sluiten bij deze falanks van verde digers bij woord of pen der katholieke be ginselenzullen ons wapenbroederljjk ver blijden inet het Adres te ontbieden. Wij zullen wel geen verschooning behoe ven te vragen aan onze lezers, wanneer wij nog eenmaal hun aandacht inroepen voor het zoo hoogst belangrijk onderwerp van 't volksonderwijs. Het verslag waarin de opmerkingen staan gehoekt, in de afdeelingen der Tweede Kamer omtrent het wetsontwerp, regelende het lager onderwijs, gemaakt, geeft ons onwillekeurig aanleiding bij het thema van het onderwijs op nieuw stil te staan. Niet hij onderdeelen zullen wij de aan dacht onzer lezers vestigen, hoeveel stof voor zulk een detail-bëschouwing 't voor- loopig verslag ook aanbiedt. Op het allesbeheerscliend hoofdpunt't groot geschilpunt, dat 't middenpunt van den schoolwet-strijd kan genoemd worden, wen schen wij het licht te doen vallen, 'twelkdaar uit met de resultaten vau het afdeelings-be- raad opgaat. En dan constateeren wij al terstond, hoe de meerderheid der Tweede Kamer bereid schijnt, den minister Kappeyne te volgen op den jammerlijken weg van verdrukking der minderheden, dien hij op wil. Die toeleg hij Regeering en volksverte genwoordiging dat is 't meest betreurens- „die, gelijk ik, de achting kent, waarmede eene „familie als de uwe moet behandeld worden. Ik heb „de eer enz. Get. levy De tweede brief was van den volgenden in houd „Gij denkt zeker niet meer aan mij, waarde „RameauGij herinnert u zeker Godet niet meer „die winkeljongen met u geweest is. Welnu „terwijl gij te Lyon een mooi kapitaaltje hebt „bijeengegaardheb ik ook goeda zaken te "Vichy „gedaan, en om kort te zijn, ik heb het genoegen „gehad uwen zoon te omhelzen, een lieve jongen „Hij is heter dan wij, op mijn woord van eer! „Wij hebben over u gesprokenhoe bemint en „eerbiedigt hij ui... wees niet ongerust over „hemik verwacht veel van de kracht onzer „baden, zij zullen over de ziekte zegenpralen „Schrijf mij eens, ouweEen speelmakker weder- „vinden is een geluk, dat jeugdig maakt. Ik omhels u. „godet Koopman." „PS. Heb geen zorg om uwen zoon geld te „zenden; zoolang hij het noodig heeft, zal ik waardig verschijnsel, 't welk zich bij de aanhangige hervorming van 't lager on derwijs voordoet. Daar tegen is en blijft verzet van allen, die de ware vrijheid der Natie liefhebhen een heilige plicht. De meerderheid der Kamer wil niets voor het bijzonder onderwijs doen. Zij neemt volkomen genoegen met de hoofdstrekking van het wets voorstel van den Minister Kappeyne, dat nog niet een maal die kleine concessie bevat aan het vrije onderwijs, welke (naar een uitdrukking van den heer Heijdenrijck) de afgetreden Minister Heemskerk in zijn wetsontwerp deed. De tegenwoordige Regeering plaatst zich feitelijk op het standpunt, waarvan men in het vrije onderwijs in den grond der zaak een ramp ziet voor het Vaderland. Niet alleen is het, in het stelsel dier staatsonderwrjs-inannen, geen kracht, met welke men te rekenen heeft, ook bjj het bepalen van de hoogte, waartoe het onder wijs van overheidswege te verstrekken moet worden opgevoerd; maar men moet zelfs alles doen, om het particulier onderwjjs te bemoeielijkeu. Tot eiken prijs willen de radicalen (wij spreken natuurlijk van hun meerderheid) het vrjje onderwjjs »onschadeljjk" ma ken. Die kerkelijke scholen zijn den quasi- vrijzinnigeu een doorn in het oog. Hoe zou het ook anders kunnen. Is het dan ook niet verschrikkelijk voor een man der wetenschap, voor een kind van dezen hoogverlichten tijd, te moeten dulden dat er nog inrichtingen van onderwijs zijn, waarin aan de jeugd nog wordt geleerd, dat er een Almachtig God is, die 't Heelal bestuurt en wiens wijsheid en liefde ook 't lot van den enkele regelt; dat er Gods openbaring bestaat, ook buiten natuur- en gewone geschiedenis; dat eeu eeuwigheid ons wacht, na dit tijdelijk en aardsche leven en dat voor den zondigen mensch geen redding uit zijn zedelijke ellende, geen geluk aan deze of geene zijde des grafs te vinden is, dan door Hem, in wien de Kerk van alle eeuwen als haar Heer en God ge loofde. „het hem bezorgen. Toen hij verzekerd was dat „ik zijn vriend was, heeft hij mij gulhartig 500 „franks gevraagd, die ik hem gegeven heb. „Die vraag heeft mij veel genoegen gedaan; zij „heeft mij getoond, dat Paulus zeer goed de „plichten der vriendschap kende." Laat ons voor eenige oogenblikken mijnheer Rameau onder zijne smartelijke verwondering als verplet laten en ons op eene meer bijzondere wijze met zijnen zoon bezig houden. Ik moet verhalen hoe hij er in geslaagd was zijne tante te ontdekken, en door welk eene opeenstapeling van gebeurtenissen hij er toe geleid was, om van de grootmoedigheid zijns vaders duizend kroonen te eischen. Zoodra hij goed in de wijk der studenten ge vestigd was, had Paulus, na nog eens goed over de vaderlijke inlichtingen nagedacht te hebben zijne schreden naar het bureau van politie gewend om zich daar de middelen te verschaffen zijne tante op te sporen. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1878 | | pagina 1