NIEUWE No. 173. Zondag 26 Mei 1878. 3e Jaargang. Keizer Wilhelm en dr. Falck. B R E A ITSt. Jansstraat Haarlem. te Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Er heeft in Pruisen (alzoo, onder de be staande omstandigheden, ook in Duitschland) een gewichtig feit plaats gegrepen, waarop de aandacht wel mag worden gevestigd. De man namelijk, die jaren achtereen den noodlottigen invloed op de kerkelijke politiek van de Regeering uitoefende, die de ziel kon genoemd worden van den Cul- turkampfden doctrinair-gezinden dr. Falck, Minister van eeredienst en onderwijs, heeft zijn ontslag aan den Keizer ingediend. Luidens de berichten uit Berlijn zouden door de ambtgenooten van dr. kalck de volhardenste pogingen worden aangewend om hem van zijn voornemen terug te bren gen, terwijl de bovendrijvende partij in den Landdag van Pruisen en in den Rijksdag, de nationaal-liberale richting, zich mede de grootste moeite geeft, het gevaar, dat haai dreigt nog af te wenden. Wij weten natuurlijk niet, welk resultaat, die pressie op dr. Falck hebben zal, waar omtrent trouwens te minder gegronde gis singen zijn te vragen, nu het besluit, om terug te treden, aan den Minister van Eeredienst schijnt te zijn ingegeven door ervaringen, met de persoonlijke begeerten van Keizer Wilhelm in verband. Na al hetgeen omtrent het besproken incident bekend werd, behoeft er niet aan getwjjfeld te worden, of tusschen den Keizer en zijn Minister van eeredienst en onder wijs bestaat geen overeenstemming meer over de kerkelijke staatkunde. »Geen over eenstemming meer," schreven wij daar; doch wij gelooven, dat er veel zou kunnen worden aangevoerd voor het gevoelen, dat de Keizer persoonlijk nimmer heeft gedweept met de gedragslijn door von Bismarck en Falck jegens de Kerk gevolgd. Meermalen gaf toch Keizer Wilhelm blijk van wel willendheid tegenover de Kerk, door zijn raadslieden schier vogelvrij verklaard, en de beslist rechtzinnige richting in de Evangelische Kerk, die niet ophield bezwaar te hebben tegen de Meiwetten en dat nim mer verborg, bleef zich in de openlijke sympathie van den grijzen Vorst verheugen. De gevolgtrekking ligt dus voor de hand dat Keizer Wilhelm een man als dr. Falck steeds meer heeft geduld dan gewemeld en dat Hij dus niet ongaarne zien zou, dat de tegenwoordige, ook kerkelijk liberale Minis ter aftrad. De naaste aanleiding tot het verzoek om ontheffing uit zjjn functie, dat dr. Falck indiende, moet worden gezocht in de om standigheid, dat Keizer Wilhelm tot leden van den Evangelischen opperkerkeraad wilde benoemen predikanten, wier geloovige rich ting aan dr. Falck een doorn in het oog is. Het ongeloof heeft, in de Protestautsche Kerk van Pruisen en Duitschland, vooral in de laatste jaren, den jammerljjksten voort gang gemaakt, en dat wel in zulk een mate dat de rechtgeaarde Protestanten die nog hechten aan het geloof in den Zaligmaker, en die in zijn Kruis nog de éénig-gezegende banier des eeuwigen behouds zien, zich zeer ongerust over dat verschijnsel maakten. Onder die bezorgden behoorde in de eerste plaats Keizer Wilhelm zelf, den Monarch aan wien, krachtens het Pruisische Staats- en Kerkrecht, de opperste leiding der Evan gelische of Staats-Kerk toekomt. Des ondanks wist dr. Falck, die door Prins von Bismarck, toen hij de hulp der liberalen meende te behoeven in het bewind werd geroepen ten einde den oorlog tegen de geloovige richtingen te kunnen onder nemen, enkele benoemingen en besluiten aan den Keizer te ontwringen die een ergernis waren voor de rechtzinnige richting. Maar de orthodoxe partij zat niet stil, en inzonderheid door middel van dr. Kogel den door Keizer Wilhelm zoo gevierden Hofprediker, wist zij den Monarch steeds meer in haar belang te bewerken. Dit viel haar te gemakkelijker, naar mate de Keizer individueel meer tot haar beginselen neigde. Bij herhaling uitte de Keizer zich in het openbaar in een zin, welke bepaald gunstig voor de geloovige richting moest genoemd worden. Zonder aarzelen besluit de Keizer zich te scharen onder de vaan des geloofs en betuigde hij de uitspattingen van het ongeloof diep te moeten betreuren. Speci aal legde hij zulk een getuigenis eenmaal af aan een deputatie uit de Algemeene Synode, onder zijn bestuur weder bijeen gekomen, en hij deed dat in bewoordingen zoo ondubbelzinnig, zóó cordaat, dat in de organen der liberalen niet weinig onstem- ming over die kerkelijk reactionaire" denk beelden van den Keizer heerschte. Gelijk men denken kan werkte dat partij kiezen van den Keizer voor het geloof tegenover het ongeloof, al spoedig terug op de verschillende Kerkbesturen en kreeg de rechtzinnige partij steeds meer moed om zich te doen gelden. Laatstelijk werd nog een daad van ener giek optreden aanschouwd. Het consistorie van Brandenburg vernietigde namelijk het beroep van een predikant bij een der Ker ken te Berlijn, wegens het feit, dat de be- roepene openlijk van den kansel de won deren, in de H. Schrift geboekstaafd, ont kend had. De opperkerkeraad, bij welk collegie de zaak, in hooger beroep, werd aanhangig gemaakt, bevestigde de uitspraak van het Brandenburger consistorie. Dergelijke feiten moeten wel een steen des aanstoots vormen voor een Bewindsman van 't gehalte van dr. Falck, hij de man een er vrijzinnigheid welke het op kerkelijk ge bied niet verder dan tot afbreken, tot be- twjjfelen en in quaestie stellen van hetgeen achttien eeuwen den troost en de hoop der christenheid uitmaakte, ten spijt van alle wijsheid en wijsbegeerte, brengen kan. 't Moest dus wel tot een breuk tusschen den Keizer en zijn Minister van Eeredienst komen, te meer nu dr. Falck een onderwijs wet zameustelde welke voor allen, die tegen de suprematie van een quasi-neutraal, maar inderdaad van de godsdienst vijandig staats-onderwijs, om des gewetenswille ge kant zijn, geheel onaannemelijk zijn zal. Eindelijk kwam dan ook de uitbarsting; dr. Falck vroeg ontslag. Hoe zou hij ook langer een Vorst kun nen dienen, die nog dezer dagen, na zijn gelukkige redding van een hoogst misdadigen moordaanslag:, ten aanhoore van geheel de Natie betuigde, dat de volks-ontaarding en verwildering, waarvan de sociaal-democra tie eeti der openbaringen is, uit het gering schatten der godsdienst moet worden ver- klaard. Zal nu echter dr. Falck werkelijk het gezag verlaten? Lag de beslissing enkel aan den Keizer, wij gelooven, dat de uit komst een toestemmende beantwoording dier vraag zou doen hooren. Doch over de wezenlijke zienswijze van Prins von Bismarck van wien de Keizer zich niet schijnt te kunnen of te willen scheiden, hangt nog een nevel, zoodat ten aanzien der oplossing van de tegenwoor dige spanning volstrekt geen zekerheid bestaat Wil de Rijkskanselier, zooals sommigen beweren, van dr. Falck ontslagen zjjn, dan zal diens ontslag wel volgen, acht hij het daarentegen noodig, ter wille der nationaal- liberalen, dat dr. Falck nog langer de ge loovige richtingen blijve kwellen, dan zal die beproeving nog aanhouden en het schouw spel worden beleefd, dat een geloovig en machtig vorst, een Minister zal moeten blijven dulden, die 't ongeloof in de hand werkt. Voor den kerkelijken vrede, voor het her stel van de goede verstandhouding tusschen den Staat en de Katholieken, en de geloo vige Protestanten, zou het zeer te wensehen zijn, dat dr. Falck terugtrad en dat alzoo de persoonlijke sympathien des Keizers het pleit ten deze wonnen. Zijn opvolger zou, met het oog op de gezindheid des Keizers, licht beter, meer vrijheidlievend handelen dan de gehate Falck, die als een ware po litieke roofvogel" op de kerkelijke vrijheden aanviel. Toch kunnen wij de ontknooping ook van deze crisis rustig afwachten. Boven de menschen en hun drijven staat God en van Zijn Kerk geldt het woord, aan den Heiland vervuld, door lijden tot heerlijk heid. D. M. Het OOSTEN. Graaf Schouwaloff is te Londen aange komen. De Agenee Rasse waarschuwt tegen overdreven berichten, en zegt dat men over het resultaat zijner reis eene afwach tende houding moet aannemen. Eerst in de volgende week zal men daarover te St. Pe tersburg uit Londen berichten ontvangen. Wij twijfelen zeer dat graaf Schouwaloff in zijn vredelievende zending geslaagd is. Deze diplomaat die op zijn weg naar Londen het advies van Keizer Wilhelm en prins von Bismarck wel heeft ingewonnen, maar daar mede het gepleegd onrecht en de barbaar- sche handelingen of liever het schijnheilig comediespel wat Rusland speelt, niet on gedaan kan maken, zal John Buil niet zoo gemakkelijk te vreden kunnen stellen. De slepende en kleurlooze politiek in Europa schijnt in een duistere phrase ge wikkeld, en niet in staat te zijn, om een beslissende stap te doen voor den vrede of voor den oorlog. Dat Rusland niet uit liefde voor den vrede doch door den nood gedrongen, zal toegeven aan Engeland's eischen is een be wering, die zelfs de oorlogspartij zich laat aanleunen. Wij geven toe hoort men zoowel in de salons als op de openbare straat ver kondigen. Rusland wenscht den vrede, omdat het dien noodig heeft. Engeland begrijpt dien toestand, en daarom groeit zijn oorlogs zuchtige stemming met de hoogte van zijn eischen, en tandenknarsend laat de ijsbeer een weinig van den geroofdeu buit los. De Golos schetst in een artikel den toe stand van Rusland niet gunstig. Wanneer het oorlogsjaar zegt het blad waarin Turkije eenige honderdduizend man aan dooden en gewonden, vooral echter aan zieken en gevangenen, verloren heeft, tot het resultaat heeft geleid, dat het weder 200,000 man voor een nieuwen oorlog gereed heeft, dan is 't als een feit aan te nemen, dat het Osmaueu-rjjk, in Europa een zieke man, in Azië rijke hulpbronnen kan ontwikkelen en dit te meer, omdat het in de materieële middelen van zijn Europeesche vrienden ondersteuning vindt. ïDat wij de hulpbronnen van Turkije en de deelneming van Europa in zijn lot bui ten aanmerking hebben gelatendaaruit is thans een toestand voor ons geboren, die verreweg ernstiger is dan onze toestand in het begin van den oorlog. Toen onze troe pen, over den Pruth getrokken, tegen den Donau oprukten, werd niet eens de vraag der waarschijnlijkheid van een ons vijan dige inmenging van Oostenrijk opgeworpen. Rumenie maakte zich gereed door krijgs bedrijven de verklaring van zijn onafhan kelijkheid te illustreeren. De geheele Chris tenbevolking van het Balkan schiereiland verwachtte onze troepen als bevrijders. Een jaar is verloopen. En wat gebeurt er? Oostenrijk maakt zich gereed, met de wapenen in de hand zijn strategische be langen» op het Balkan-schiereiland te ver dedigen. Engeland, dat Turkije bijstaat, neemt de bescherming van de Grieksche belaugen op zichde Mohammedaansche be volking heeft een opstand in het Rhodopege- bergte georganiseerd en bedreigt in ovérleg met Grieksche vrijwilligers het zegevierend Russisch leger in de flank en in den rug.< Ziedaar een toestand die Rusland tot groote voorzichtigheid zal noodzaken. Minder vredelievend is het telegram van 23 Mei uit Belgrado aan de Politische Cor respondent waarin melding wordt gemaakt dat tengevolge van de ontvangst van Rus sische subsidiëu de minister van oorlog be langrijke bestellingen voor het leger heeft gedaan. Generaal Bohrikoff, Ruslands mili taire agent te Belgrado, is naar Petersburg ontboden om van den toestand van het Servische leger verslag te geven.» De Russen veranderen weder van stellin gen zij rukten aan alle kanten een weinig voorwaarts, zonder echter den neutralen kring te overschrijden. Zonder ophouden gaat de toezending voort van een verba zende hoeveelheid materieel. Een telegram uit Konstantinopel van 23 Mei maakt melding dat in de afgeloopen nacht een groot gedeelte van het paleis van den Sultan is afgebrand. Ook de gebouwen van ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden roor Haarlem0,85 Buiten Haarlem franco per post1, Afzonderlijke Nummers0.06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. PRIJS DER ADVERTENTIEN Vam 16 regels Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. 30 Cents. 5 AGITE MA NON AGITATE. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk D i n g s d a g- en V r ij d a g- avond ingewacht O O

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1878 | | pagina 1