NIEUWE
No. 195.
Zondag 11 Augustus 1878.
3e Jaargang.
WAT NU?
BUITENLAND,
Frankrijk.
1AABLE
ABONNEMENTSPRIJS
Pel' 3 maanden yoor Haarlem".85
Buiten Haarlem franco per post1.
Afzonderlijke Nummers0.06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
(101IRMT.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 16 regels
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
30 Cents.
AGITE MA NON AGITATE.
Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk D i n g s d a g- en V r ij d a g-
avond ingewacht.
Uitgevers K UPPERS LAUREY.
Na een uiterst kort debat heeft ook de
Eerste Kamer der Staten-Generaal, met
overgroote meerderheid, haar goedkeu
ring gehecht aan de onderwijswet-Kap-
peyne.
Die uitkomst werd door ons verwacht,
want in den Nederlandschen Senaat is het
radicaal element nog sterker dan in de
Tweede Kamer vertegenwoordigd.
Werd door ons mitsdien het ergste ge
vreesd, toch hadden wij niet kunnen den
ken, dat over een Regeerings-voordracht
van zoo uitnemend gewicht in luttel oogen-
blikken een beslissing zou zijn genomen.
In minder dan twee uur tijds was de
discussie in de Eerste Kamer afgeloopen.
Tot die bekorting der beraadslaging na
men de afgevaardigden uit Noord-Brabant
e'i Limburg het initiatief.
Het was toch de heer van Sasse van
I.Jsselt, die te kennen gaf, dat zijn poli
tieke vrienden besloten hadden zich te be
palen tot een eenvoudig protest tegen
de onverzoenlijke strekking van het wets
voorstel.
Hadden wij er ons mede kunnen ver
eenigen, dat de tegenstanders der wet in
de Eerste Kamer zich onthielden van een
uitvoerige gedachtenwisseling, nu de meer
derheid, ondanks haar zeer gewichtige bezwa
ren, alzoo tot eiken prijs, den Minister
Kappeyne wilde steunen: met alle beschei
denheid merken wij niettemin op, dat een
protest, zóó weinig gemotiveerd als men
thans deed hooren, wel wat al te eenvoudig
ons toeschijnt.
Volkomen stemmen wij tóe dat ook de
meest breede toelichting van het pro
test der minderheid »net zou hebben gebaat,
daar de zaak, om ons zoo eens uit te druk
ken, beklonken was zelfs vóór het onder
soek in de afdeelingen begonmaar die dui
dende onderteekenaars van de adressen tegen
het wetsontwerp hadden er, dunkt ons, recht
°P, dat hun beklag, ook door een warm
Partijkiezen voor hen in de Eerste Kamer
als de uiting van het nationaal bewustzijn
5vare in 't licht gesteld.
Daarenboven had de minderheid, naar
°us oordeel zich behooren te verzetten, zij
FEUILLETON.
DE DOCHTER VAN DEN
UITGEWEKENE.
1'a
Vervolg.
Zij wenschte zich zelve geluk, den afkeer van
aren vader in zijn eigen belang overwonnen te
Rebben, want bet loon, dat zij verdiende, zou zij
em immers afstaan. Maar weldra zag zicli
'"istine bewaakt er. zonder ophouden lastig ge-
v'illen; zij had geen oogenblik rust meer, haar
ven werd eene lange marteling. Wendde zij
skchts eene minuut hare plaatsdan was
/4J een slordig meisje, de goedheden harer be-
scuermster onwaardig; vergat zij een gegeven
|l('Veldan had zij zeker andere gedachten;
''"1 zij tegen eenig huisraad gestooten, of eene
(dnigheid gebrokendan hield men de
'''ingerichte schade van hare huur af.
bhristine verborg hare tranen en leed die ver-
"i-deringen met eene engelachtige zelfverlooche-
'8was liet niet het middel om haren vader
't dan ook al zonder eenig vooruitzicht op
succès, tegen de afwezigheid van den Mi
nister van Finantiën, wiens vertrek naar
Duitschland, juist toen een levensbelang-
voor Nederland, waarbij de schatkist voor
millioenen 's jaars betrokken is, in de
Staten-Generaal aan de orde kwam, min
stens zeer bevreemdend moet genoemd
worden.
Tegen dat uitwijken van den kanselier
der schatkist» had mede een energiek protest
niet mogen uitblijven.
Meenden de leden uit N. Brabant en
Limburg dat niet te moeten inleveren, dan
hadden de heeren Thooft of Aylva van Pal-
landt, die (hun namen mogen wel eervol
vermeld worden) zich ook tegen de wet
verklaarden, het finantieel bezwaar kunnen
ontwikkelen.
De wending die het debat nu heelt
genomen, achten wij ver beneden de waar
digheid der Eerste Kamer.
Bezat zu reeds niet veel prestige meer,
het weinigje dat haar was overgebleven is
nu geheel verspeeld.
Innig leed doet het ons, dat onze geest
verwanten in den Senaat, zeker met de
beste bedoelingen, tot die miskenning van
den ernstigen eisch van het oogenblik kon
tien medewerken.
De liberalen grepen natuurlijk met beide
handen de gelegenheid aan, 0111 aan.een lastig
debat te ontkomen.
Alleen de heer Duymaer van Twist, kon
blijkbaar zijn redevoering niet in den zak
houden.
Hij, anders de Centzuinige man, die ge
woonlijk met valkenoog op de kleintjes let,
moest, na een loflied op de wet Kappeyne,
nog uitdrukkelijk komen verklaren, dat hij
hoewel ook luj niet wist waar het geld van daan
moest worden gehaaldtoch maar over die
millioentjes heen zou stappen, alles ter liefde
van ja, van wat, van het onderwijs of
van de Regeering
O O
Na den heer Duymaer spraken nog een
paar liberale leden, om van hun hartstoch
telijke liefde voor het staatsonderwijs ge
tuigenis af te leggen, en toen was, ten
slotte de Minister aan het woord.
De houding van den lieer Kappeyne was
inderdaad allerliefst. Men moest vooral
te ondersteunenHet was dus met eene zoete
vreugde, dat zij den dag zach naderen, waarop
zij voor haar lijden zou schadeloos gesteld wor
den, den dag, waarop zij aan haar beminden
vader den prijs van hare marteling zou aanbie
den. Maar op dien dag verklaarde mejuffrouw
Vanbaert, dat zij hare huur inhield0111 daar
mede de achterstallige huur van den markies
te betalen.
Christina zou op hetzelfde oogenblik die on
edele vrouw gaarne verlaten hebben, maar zij
was door eene akte gebonden, die tusschen beide
partijen was aangegaan, en waarin stond uitge
drukt, dat de partij, die het eerst het contrakt
zou verbleken, aan de andere eene groote schade
loosstelling zou geven. Mejuffrouw d' Amorcv
was dus verplicht zich aan het moeilijkste en
vernederenste werk te onderwerpen, maar zij
betaalde de huur haars vaders, en kon hem niets
meer toevoegen om zijn lot te verzachten.
Christine zeide ontmoedigd in zich zelve: „De
dagen behooren aan mejuffvronw Vanbaert, ik
heb deze aan haar onvoorzichtig verpand en
niet denken, dat hij het bijzonder onder
wijs had willen benoeielijken, o lieve hemel
volstrekt niet. Zoo iets lag niet in zijn
bedoeling!
Bovendien (hoort goed toe, bezwaarden
om den gewetens willede wet zou zóó
worden toegepast, dat haar uitvoering
verzoenende gevolgen zou hebben, ook al kon
dan ook geen verzoening, als hoofddoel
worden beoogd.
Moet het niet worden gezegd, dat de heer
Kappeyne bij wijle kan wezen »om te
stelen?" Kan men zich welwillender, vrij
heidslievender Minister voorstellen
Zou nu de Minister Kappeyne werkelijk
meenen, dat iemand de dupe zou kunnen
worden van zijn advocaten-handigheid?
Hoe fraai zijn wets-pleidooi ook moge
gestyleerd zijn; hoe veel zorg hij ook moge
besteed hebben, om er vrijheidslievende
klinkende ivoorden in te brengenallen, die
de wezenlijke vrijheid waarlijk liefhebbeu,
zullen door die zotheden niet op een dwaal
spoor worden gebrachtdoch van oordeel
blijvendat de wet-zelve een daad is, onver-
eenigbaar met het belijden en beleven dei-
beginselen van de zuivere en onvervalsche
vrijzinnigheid.
Noch van de banken der vertegenwoor
digers, noch van de tafel der Ministers
werden, ook in de Eerste Kamer, de grieven
wederlegd of ontzenuwd, tegen deze onder-
wijs-wet gerezen bij hen, die voor hun kroost
een onderwijs verlangen, waarop de stempel
der religie niet worde gemist.
De strekking der wet-Kappeyne is en
blijft mitsdien om het bijzonder onderwijs
onder het looden wicht der staats-concurrentie
te dooden. Wij zullen millioenen schats
meer moeten betalen voor het openbaar
onderwijs en de eischen, aan het vrij., on
derwijs opgelegd, zijn zóó zwaar, dat de
handhaving er van tegen alle wetsdruk
O O
in, het dubbel van de tot hiertoe reeds ge
brachte offers van ons zal vorderen,
Na de aanneming dier rampzalige wet
door de Eerste Kamer rijst de vraag
wat nu?
Z. M. de Koning, tot wiens troon dui
zenden eerbiedig naderen, kan zijn goedkeu
ring weigerendoch men vergete niet, dat,
onder de werking der jammerlijke kieswet
verkocht, maar de nachten behooren mij toe, ik
kan er voor mijn vader vrij over beschikken.,,
Dus had zij over dag, door bezigheden overstelpt,
geen oogenblik rust meer, en des nachts werkte
zij onophoudelijk door; maar God, die hare op
offering beschermde, gaf haar de kracht, om aan
het verdriet en de vermoeienissen te weder-
staan.
III
Die staat van zaken duurde zes maanden, toen
het Eransche gouvernement de verovering van
België afkondigde. De Eransche generaal, die het
bevel ontvangen had over de afdeeling, die be
last was de Belg.sclie bevolking te bewaken en
de goede orde te handhaven, ging een der ko-
lonnen van het leger vooraf, en trok Brussel
binnen. Op het gezicht harer landgenooten, on
dervond Christine de levendigste vreugde. Tel:
kens als zij den stap van een paard op straat
hoorde weerklinken, liep zij naar het balkon. Dat
was voor de arme bannelinge eene wezenlijke
de radicalen feitelijk een politieke rnaebt uit
oefenen zóó groot, dat liun meerderheids-
overwicht de kroon schier tot onmacht
doemt
Wij moeten er ons dus op voorbereiden,
dat de sanctie der Kroon, door haar zeker
niet gewillig en bereidwillig, alleen door
nood gedrongen te verleenen, niet zal uit
blijven.
Wat dan?
Geen verzet tegen hetgeen de wettige
en bevoegde autoriteit, zij het dan ook be-
klagelijk dwalende, heeft bepaald en beslist.
Als christenen behooren wij ons te houden
aan het Apostolisch gebod, om aan de ge
stelde Machten te gehoorzamen.
Ons echter schikkende naar en buigende
onder de wet blijven wij, door daden protes
teeren tegen haar.
En hoe kunnen wij dat doen?
Door onze gaven voor het bijzonder on
derwijs minstens te verdubbelen. Gaven
wij vroeger koper, thaus moeten wij trach
ten zilver af te staan, en offerden wij voor
heen zilver, voortaan steunen wij het hei
lig onderwijs-belang met ons goud.
De conscieutie-kreet van het protest moet
nu overgaan in de uiting van een verhoogd
werkdadig leven voor de miskende onderwijs
zaak.
Wil het radicalisme het bijzonder onder
wijs laten doodhongeren, voeden wij het,
des noods met ons uitgespaard brood; bij
het goud der rijken voege ook de minder
bedeelde nog zijn penningske.
Zoo zal de zich noemende vrijzinnigheid
het ontwaren, dat haar aanslagen op de
onderwijs-vrijheid enkel door de veerkracht
van het God nog dienend Nederland, ge
lukkig kunnen wordeu verijdeld. De radi
calen zullen vallen in hun eigen zwaard. D.M.
Volgens sommige bladen worden in de volgen
de maand de Keizer van Oostenrijk, de Koning
der Nederlanden en de Koning van België te
Parijs verwachtMen gelooft dat deze vorsten,
evenals de prins van Wales, tegenwoordig zullen
zijn bij de uitreiking der door de jury's aan de
exposanten toegekende belooningen.
De werkstaking van de koetsiers veroorzaakt
bevrijding. Frankrijk kwam naar haar toe, om
dat het arme kir;d niet naar Frankrijk, naar dat
land harer zoete hoop en vurig verlangen, kon
gaan.
De geestdrift, die op het gelaat van Christine,
bij het zien der Franschen, schitterde, ontging
den man niet, die belast was om de gevoelens
waar te nemen. De Generaal hield eenige oogen-
blikken onder het balkon stil, om haar gade
te slaan. Christine verwijderde zich haastig, ge
heel beschaamd hare blikken op een franseh
militair geworpen te hebben, maar die veld
heer was een franschman. Zij verschool zich
achter een gordijn, en met het voorhoofd tegen
de ramen gedrukt, herdacht zij de schoone dagen
harer kindschheid, en tranen vloeiden langs hare
wangen, zoete en bittere tranen, zoet door het
verledene, bitter door het tegenwoordige, toen
zij door mejuffrouw Vanbaert uit hare mijmering
werd gewekt. Wilt gij wel eens spoedig aan uw
werk gaan, luie meid! zeide zij met verbolgen
stem.
(IVordt vervolgd).