NIEUWE No. 201. Zondag 1 September 1878. 3e Jaargang. Practische menschenliefde. Het is dus niet anders dan een brand merk voor den armen natuurgenoot die bij den honger die hem dagelijks kwelt noch de schande zal moeten dragen van deze nieuwe soort te-pronkstelling. FE UILLE TON. GEORGE MORRISS, Onze Indische Militairen. Twee beoordeelingen. Een onderwijzer naar Kappeynes hart. M4RI1M COIRAIT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85 Buiten Haarlem franco per post1, Afzonderlijke Nummers0.06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. hmmtiekomTt AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 16 regels80 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertenticn worden uiterlijk D i n g s d a g- en V r ij d a g- avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. De Gemeenteraad van Wymbritseradeel heeft in zjjne hooge wijsheid besloten, lijsten met de namen der bedeelden te laten aanplakken aan het gemeentehuis te Sneek en in al de dorpen der gemeente, in de hoop dat menig arme zich door deze pu bliciteit zal laten afschrikken om onder stand te vragen. Welke armen denkt de snuggere Gemeen teraad der genoemde Grietenij door die straf op de schaamte wel af te schrikken Misschien een enkele luiaard wien het onverschillig is of hij genadebrood eet dan wel of het voedsel dat hij nuttigt het pro duct is van zijn handenarbeid? Maar bij den luiaard die dergelijke handelingen durft te plegen is alle gevoel van schaamte ver dwenen en op hem heeft dus het unieke besluit van den Wymbritseradeelschen Se naat niet den minsten invloed. De Gemeenteraad der beruchte Grietenij herinuere zich dat alle menschen uit het zelfde slijk gevormd zijnvoor de rijken heeft de Schepper geen porceleinaarde ge nomen. De meergemelde achtbare Senaat heeft door zijn besluit aan de Nederlandsche wel dadigheid een slag in het aangezicht ge geven. Als dergelijke handelingen ook behooren tot het ressort van moderne philantrophie dan is het lot onzer lijdende natuurgenooten dubbel beklagenswaardig. Voulez vous savoir comment il faut don- ner Mettez vous a la place de celui cjui regoit. Deze gulden spreuk worde door den Ge meenteraad van Wymbritseradeel ter harte genomen en geve aanleiding tot vernieti ging van een besluit dat het hart van elk rechtgeaard mensch met afgrijzen vervult. Nu we toch het artikel practische men schenliefde» behandelen lust het ons eene lans te breken voor de kleedij der wees kinderen. Sommige, neen, veel regenten en reaentessen van Godshuizen schijnen er hun O of D'ï WAARHEID GEDURENDE EEN ENKELEN DAG. Vervolg. Bij mijn patioon! riep de grijsaard uit, half stikkende door gramschap en verontwaardiging. WelGeorge, sprak de tante, met een ont steld voorkomen, hoe kunt gij zoo iets zeggen? Hij heeft vragen tot mij gericht en ik heb na ir waarheid geantwoord, zeide de jongman. Ja, hij wenschte wel, dat ik dood ware. Neen, oom, hernam George het zou mij zeer spijten; ik wil zeggen, het zou mij tamelijk spijt; n, u te zien sterven. Tamelijk spijten! herhaalde de oom. Ik denk ook, dat gij tamelijk in uw schik zoudt Wezm met de dikke erfenis, welke gij er op re kent, dat ik il zal nalaten. Ja, oom, antwoordde George. vermaak in te vinden de arme weeskiude- ren zoo bont mogelijk te stoffeeren. Men ziet ze, deze arme kinderen, vooral in de grootere steden in de meest onmogelijke en allerdolste schakeering langs de wegen loo- pen. Sommigen in half roode en half zwarte, anderen in nog doller gecombineerde kleedij maar allen ten spot van landgenoot en vreemdeling. Wjj begrijpen niet waartoe het dienen moet dat de arme weezen in schavotkleu- rige boevenpakjes gestoken worden. Het gemis hunner ouders schijnt hen daardoor als eene misdaad aangerekend te worden. Dagorder 110. 15 voor het Indisch leger dd. 6 April bevat een staat der in het jaar 1877 uit het leger verwijderde personen, die ten gevolge van de wijze, waarop zij uit den dienst zyn geraakt, niet meer voor den krijgsdienst te water of te land mogen worden aangenomen. Hun getal bedraagt 279 personen, waarvan 2 Afrikanen, 2 Am- boneezen, 30 Belgen, 5 Duitschers, 30 Franschen, 70 Inlanders, 75 Nederlanders, 1 Noor en 3 Zwitsers. Als we nu nagaan dat ons Indisch leger voor twee derde gedeelte bestaat uit vreem delingen dan is het waarlijk een sterk in 't oog loopend verschijnsel dat onder de Ne derlandsche soldaten zooveel slechte sujetten zijn. Hun getal toch spant in bovengemel de statistiek de kroon. En zou de Regeering geen middel kun- jien aanwenden om het zedelijk gehalte van den Nederlandschen Militair beter op peil te brengen en te houden? Wat heeft de maatschappij aan die 279 individus die on bekwaam zijnde als koloniaal dienst te pres- teeren nu als onbruikbare wezens, nolens volens, in de burger-maatschappij weder- keeren om er hoogstwaarschijnlijk een ellen dig bestaan voort te slepen? Henry Haussaye schrijft in de Revue des deux mondes over onze afdeeling der ten toonstelling te Parijs o. a. het volgende: Nederland exposeert niet alleen natio nale kleederdrachten en mooie intérieurs. Zie maar eens naar die schoone tapijten, Bij mijn patroon! riep de grijsaard, op springende en met groote schreden het vertrek op en neder gaande, uit, hoe langer hoe fraaier; hij stapelt schimp op schimp met eene ongeloofe- lijke onbeschaamdheid. Plotseling bleef hij vlak voor zijn neef staan en zag hem, bevende van gramschap, strak aan. Komaan, mijnheerantwoord mij, wat be- teekent dat alles? Ik heb eenvoudig de waarheid willen zeg gen. Ondankbareslechtaardstotterde de heer Morriss, met eene van woede stokkende stem. Maar, George, zeide de tante, waarom ge draagt gij u zoo jegens ons? Wat hebben wij u misdaan Ik zeg alleen de waarheid, tante. Gij weet wel, dat gij niet denkt, wat gij zegt. Jawel, tante. Ach ontaard monster, gij wilt ons vermoor den, riep tante Morriss uit, terwijl zij zich op een stoel liet nedervallen, en haar naar die gebeeldhouwde eiken meubelen en luxe-voorwerpen van Japansch lakwerk? naar zijn stoffen en Delftsch aardewerk, naar zijne geslepen diamanten en kruiken likeur; maar vergeet vooral niet de plans, teekeningen en modellen te bestudeeren van zijne ontelbare en prachtige kunstwerken, dijken, sluizen, havenhoofden, dokken, brug gen, toestellen tot drooglegging van pol ders Reeds eeuwen lang voeren de Hol landers onafgebroken strijd tegen de zee. De grond van Nederland, die dunne aard korst, die op de wateren schijnt te drijven, blijft steeds bedreigd door de geduchte be roering van den Oceaan, maar de Neder landers zijn altijd op hun post, om het monster te breidelen. De Grieken zouden dergelijke heldenfeiten onder de werken van Hercules gerangschikt hebben; zij zouden in schoone zangen deze roemrijke overwin ning van den mensch op de zee hebben gevierd.» De Frankforter Zeitung daarentegen zegt onder meer van ons: Het Nederlandsche volk ziet er oude- mannetjesachtig, paffig, afgeleefd uit. Traag en hortend vloeit den Nederlanders het dikke bloed door de aderen. Geen denk beeld geen nation ale hartstocht is meer in staat hun pols sneller te slaan. Wie herkent in deze mannen, die de eene helft van den dag slapen en de andere helft bloemen kweeken en coupons knippen, de nakomelingschap der helden van vroegere eeuwen? De tegenwoordige Nederlandsche Staat o o is een parodie van zijn eigen verleden. Zijne geschiedenis gelijkt op een antieke tooueelvertooningop heldengestalten en treffende handelingen volgen hansworste- rijen en flauwe kluchten. De oude nationale daden zijn vervangen door het nationale middagslaapje, de groote ideën door rente berekeningen. De spieren des volks zijn om gezet in vet, en wanneer het goede werk van het Noordzeekanaal naar Amsterdam, waarvan een model op de tentoonstelling figureert, niet bestond, zou men kunnen vragen, met welk openbaar werk van eeni- ge beteekenis de Nederlanders sinds nage noeg een halve eeuw een bewijs van natio naal bestaan hebben gegeven. Zoo wordt ons uit den vreemde het zoet zakdoek uithalend borst zij in tranen uit. Ik wil u niet vermoorden, tante, hernam George; ik zeide slechts, dat ik niet ontroostbaar zou zijn, als gij of mijn oom kwaamt te sterven. Het is niet natuurljjk, dat een jong mensch van verdriet wegkwijnt, omdat God hem zijn oom of zijne tante ontneemt. Monstereerloozehoe kunt gij zoo spreken? uwe afschuwelijke woorden doen mij het bloed in de aderen stollen, sprak de arme vrouw ker mende. Laat hem, Mary spreek hem geen woord meer toe, riep de oude Morriss, zich op een stoel latende vallen en zijn paarsch, met zweet be dekt gelaat afwisschende. liet. is eene slang, welke wij aan onze borst gevoed hebben, ging hij voort, en hij zal ons dooden. Evenwel is hij het eenige kind van mijn armen broeder Jack, en al ware het alleen ter gedachtenis aan hem, zal ik hem vergeven, als hij er in bewilligt de woorden te herroepen, welke hij heeft geuit, en ze betreurt. Gij hoort het, George, sprak de tante, ha- en liet bitter toegediend. Dat bet eerste ons niet hoovaardig makehet laatste ons niet vertoorneEen glimlach vol medelijden over den Duitschen schrijver is het eenige wat ons voegt. Hot uitmuntend geredigeerde Nijmeegsch Dagblad de Gelderlander''' zegt aangaande 's Ministers beslissing in de zaak van den hoofdonderwijzer van der Kamp het vol gende: De vermaardste der schoolmeesters, de schoolmeester van Roermond, is door mi nister Kappeyne op een pedestal gezet en vastgebonden, dit laatste om de duizeligheid welke iemand bevangen moet, die in eens zoo hoog komt te staan. De schoolmeester van Sedan heeft geen monument gekregen en die van Kotta-Radja moet wachten tot na afloop van den tachtig-jarigen oorlog aldaar. Ons land bezit, binnen de grenzen van het moederland «lus, den beroemdste der ouderwijzers en 's mans geoctrooieerde beroemdheid valt samen met de verschijning van de nieuwe onderwjjswet in het Staatsbl. Verrukkelijk voorteeken! Indien de nieuwe wet wordt uitgelegd als nu nog de oude met den Roermondschen schoolmeester, die tegen den zin en de be sluiten van 't gemeentebestuur aldaar ge handhaafd wordt door »den Minister, met de uitvoering dezer wet belast,* dan zullen alle rechtsgeleerden en zij, die niet rechts geleerd zijn van zelf, de kluts kwjjt raken. Ettelijke gemeentebesturen o. a. kunnen opgescheept raken de gevallen zullen zeker zeer zeldzaam, maar toch mogelijk wezen met dronken onderwijzers die niet weg willen, omdat zij in de school altoos nuchter zijn. De heer v. d Kamp te Roermond, een doodnuchter man, die zelfs ijverig voor de afschaffing werft, stookte echter tot twist en tweedracht de burgers aan, brandde het vuur der onverdraagzaam heid en der lasterlijke verguizing »op het altaar des Vaderlands* en mishandelde kortom met woorden al degenen, voor wie hij, al ware 't maar volgen# de wet, respect moest hebben. Hij wordt geschorst, Neen, zegt mr. Kappeyne, een der knapste advo- ren zakdoek voor haar aangezicht wegtrekkende en haren neef smeekend aanziende; zeg toch, dat dat alles slechts scherts is, dat gij er geen woord van denkt. Komaan! ik ben er zeker van! Maar, tante, ik kan mijne woorden niet te rugnemen, dewijl zij de uitdrukking zijn van mij ne gedachte. Verlaat mijn huis! Blijf geen oogenblik langer hier, en wat mijn testament aangaat, ik ga het onmiddellijk verscheuren. Gij zult geen shil ling van mij te wachten hebbenik zal aan mij ne zuster eene lijfrente laten en al het overige aan het ziekenhuis vermaken. Verlaat mijn huis, riep de oude Morriss woedend uit, zich op zijn neef werpende, dien hij naar de deur duwde. Ik bid u, John! sprak de tante, laat hem ontbijten vóór hij heengaat! het is niet gezond door de open lucht te gaan met eene ledige maag. OntbijtenHij zal hier geen stukje brood meer gebruiken, al zou hij zelfs van honger moeten sterven hervatte de oom, nog altijd woedend. Wordt vervolgd]

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1878 | | pagina 1