NIEUWE No. 213. Zondag 13 October 1878. 3e Jaargang. De dwaas van Guernsy. V. HAARLMSm (OURAIT. ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden voor Haarlemf 0,85 Buiten Haarlem franco per post1, Afzonderlijke Nummers0.06 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG «n ZATERDAG. BUREAU: St. Jansstraat Haarlem. óTOAiKTirNnjuir-^. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk D i n g s d a g- en V r ij d a g- avond ingewacht. Uitgevers KÜPPERS LAUREY. Wanneer het talent, door God den mensch geschonken, wanneer de gees- tee-gaven, in plaats van aan den dienst der waarheid en des rechts, aan die van de leugen en van het onrecht worden gewijd, dan wordt hij, aan wien die voorrechten wor den geschonken, gevaarlijk voor zich en de de Maatschappij. Hebben alle tijden afschrikwekkende voor beelden vau die zedelijke ontaarding opge leverd onze eeuw, met haar ontzettende diepte van Godverloochening en Godverza king, heeft, helaas! nog meer wellicht dan een harer voorgangsters op verschijningen te wyzen van welke een geregeld licht over de wereld had kunnen opgaan, doch die dwaallichten werden, in wier schijnsel duizenden den weg betreden des tijdelijken en eeuwigen verderfs. Tot die mislukte geesten, die niet beant woorden aan de verwachtingen, welke men van hen mocht koesteren, behoort de veel besproken, door sommigen zoo buitensporig verheerlijkte Fransche dichter Victor Hugo. Onmiskenbaar bezit hij een heerlijke dich terlijke inspiratie, welke hem een eereplaats op den Europeeschen zangberg verzekert; zyn lier zou de verheffendste en roerendste toonen en klanken kunnen doen hooren, die 't hart veredelen en 't geweten treffen zouden, als de adem van Gods geest over haar heengestreken was. Maar ziet, de zanger dezer eeuw, sluit moedwillig de oogen voor het Licht der wereld, zonder welks glans en gloed de mensch in duisternis wandelt op deze aarde. Victor Hugo knielt voor de afgoden van dezen tijd, maar buigt de knie niet voor den God der Openbaring, Vleesch geworden in den Godmensch. En toch moet ook van hem worden ge tuigd, en dat verzwaart zijn schuld, dat hij de verzenen slaat tegen de prikkels, daar er in zijn dichten en zangen toonen hebben geruischt, die spraken van een innerlijk be wustzijn der krachten des Hemels. De naam van den Drievuldigeu God, waarin hij eenmaal werd gedoopt, heelt hij vooral in vroegere dagen, menigwerf, tegen wil en dank misschien, als een andere FE U1LLE TON. GEORGE MORRISS, of DE WAARHEID GEDURENDE EEN ENKELEN DAG. Vervolg. Hoe verder gij gaat, hoe beter het zijn zal, hernam Davy; ik weerhoud u dus niet. Tot weer ziens! De beide vrienden drukten elkander de hand «n ieder ging zijn weg. George Morriss keerde naar het hotel The gol- Sun terug, waar hij zijn pikje afhaalde. Hij 'tapte vervolgens in den omnibus van Streatham, *aar mejuffrouw Helena Lysle, de rijke erfgenaam, hoonde. Helena Lysle, de eigenares van de Rozen-villa, ^as de dochter van een ouden schoolmeester, die Beleam, moeten zegenen en de daden des geloofs en der liefde, in de Mogendheid van dien Naam verricht, heeft hij in zijn liederen verheerlijkt. Doch aan hem werd ook de waarheid op nieuw bezegeld, dat ïjdelheid en hoog moed van de waarheid en van Hem, die de waarheid is, noodlottig afleiden en ver vreemden. Victor Hugo zoekt zich zeiven in zijn zangenhij stelt den menseh hoven God en de geestelijke gaven boven den Gever. Wat baat het nu dien man, dat hem zoovele talenten werden toebedeeld, welk nut brengen zijn gaven der menschheid; welke zegen werd persoonlijk door 't genie zijn eigendom? Een verloren leven voor deze wereld dat zal het resultaat zijn van al zijn den ken en dichten, zijn arbeiden en inspanning terwijl ook hoogere ontwikkeling en eeuwige zaligheid hem niet zullen gewor den, als hij aan de roepstem van Gods genade nog niet vóór het te laat is, oot moedig gehoor verleent. Merkwaardigis het, en het bewijst voor de heerlijkheid des christelijken heilgeloofs in welks gemeenschap alleen alle gaven en krachten worden geadeld, dat Victor Hugo, hoe meer hij zich volkomen afwendde van 't geloof zjjner jeugd des te djeper daalde als dichter en schrijver. Van zijn talent is thans weinig overge bleven, dan de vlugheid van den geoefenden penvoeder en lianteerder der lierde zinnen rollen als het ware uit zijn pen, de zangen ontlokt hij nog met snelheid aau zijn lier; dook de zinnen hebben meest geen zin meer en aan de zangen ontbreekt de diepe grondtoon der waarheid. Phrasen-maken, dat is de eenige lofspraak geworden (zoo het een lofspraak mag kee- ten) welke van den eens zoo algemeen ge- vierden dichter, aan wien God zulk een langdurig leven besclr'kt, om hem tijd tot inkeer te geven, nog kan worden toege zwaaid. Nu en dan acht Victor Hugo het noodig zijn pkrasen, met zekeren ophef, in de we reld te zenden. Aan gelegenheden daartoe O O heeft hij geen gebrek, want de bovendrij vende richting in Frankrijk, vereert den ver min George Morriss de eerste gronden van zijne taal had onderwezen. Daar hij gelijktijdig jongens en meisjes in zijne school opnam, waren George en Helena, die er beiden op gingen, er aan ge woon geworden elkander dagelijks te zien en had den zich tot elkander aangetrokken gevoeld door eene levendige sympathie en eene oprechte vriend schap. Late1- vverd Morriss bediende in het maga zijn van de lieeren White, Black Co. en was Helena haren vader behulpzaam in de moeielij- ke taak om de kinderen te onderwijzen. Er kwam echter een dag, waarop de grijsaard zachtkens in den dood ontsliep, en om te leven was zijn dochter verplicht lessen in het Engclsch en op de piano te geven. Verscheidene jaren lang gaf zij les per uur, blootgesteld aan regen, sneeuw en koude, en doodmoede des avonds in hare armoedige woning terugkeerende. Op zekeren avond, dat zij geheel verkleumd te huis kwam, vond zij een advokaat, die met ongeduld op haar wachtte en haar mededeelde, dat haar oud-oom, de jongste der broeders van haren grootvader, te New-Orleans overleden was doolden grijsaard als een harer uitnemendste helden. Zoo heeft hij dezer dagen, en dat bracht ons tot het bespreken van dezen zanger des tijde aan den internationalen vrede- en vrijheids-boud, die hem uitnoodigde te Parijs eenige voordrachten te houden, een brief geschreven, waarin hjj weder een aan val waagt op Troon en Altaar. Meldendedat hij verhinderd wordt aan 't gedaan verzoek gevolg te geven zou zijn voorraad phrasen voorloopig zijn uitgeput? voegt hij er de verzekering aan toe, dat hij zich met zijn gansche hart aansluit aan het goede werk des vredes en der vrijheid, dat de Bond beoogt. En dan laat hij daarop by deze orakeltaal volgen. »De Koningen keeren zich tegen de vrijheid en de geestelijkheid tegen den vrede; doch de uitkomst is daarom niet minder zeker: de volken willen zich verbinden en onze tijd heeft een dubbele roeping, welk leven een dubbele plicht is: de afschaffing van den wil der Koningen, de uitvoering van den wil der volken. Dit is de toekomst. Een vreedzaam en degelijk roemvolle toekomst.» Woorden, woorden, niets dan woorden. Victor Hugo eischt de toekomst op, voor de republieken de Godloochening. De Troonen moeten vallen en de Altaren. Geen gezag meer, geen Kerk meer; de volkswil zal God zijn. Welnu, die toekomst is eenmaal heden geweest. Het ideaal van den grooteu -phrasen- maker was een tijdlang werkelijkheid in datzelfde Frankrijk, dat hij nu weder met de regeeringloosheid en de goddeloos heid beweldadigeu wil. Het Koningschap was opgeheven; de dra ger van het Monarchaal gezag was gruw zaam op het schavot vermoord; de geeste lijken overal verjaagd en vervolgd, als zij aan haar God getrouw bleef, was voor het volk onschadelijk gemaakt; enten slotte werd God zelf afgeschaft. De conventie decre teerde, dat er geen God was. Was Frankrijk toen gelukkig? 't Bloed der onschuldigen vloeide met stroomen; ellende en jammer heerschten allerwege; de mensch, aan zich-zelven en zijn hartstochten overgelaten, werd gevaarlijk voor zijn eigen bestaan en dat van anderen. liaar eene vermogen nalatende van 62,500 pond sterling, dat hij in den katoenhandel had ge wonnen. Op die wijze zag zich Helena Lysle, de arme onderwijzeres, wier arbeid haar te nauwernood het dagelijksch brood verzekerde, onverwachts in het bezit van een bijna vorstelijk vermogen. Helena was toen drie en twintig jaar. Zij had geen van de onaangenaamheden te doorworstelen, waaraan minderjarigen gewoonlijk blootgesteld zijn zij trad onmiddellijk in het bezit van haar vermo gen en ondanks den tegenspoed, welke haar zoo lang had bezocht, werd zij er noch hoogmoedi ger, noch aanmatigender door. Haar smaak voor het buitenleven dreef haar aan om Londen te verlaten, waar zij van den andereu kant, weer houden werd door de gehechtheid, welke zij voor hare oude vrienden en hare buren had, die haar altijd veel belangstelling hadden betoond. Om de zaak te middelen, kocht zij eindelijk eene villa te Streatham en verzocht een harer kennissen, me vrouw Oassock, wier behoeftige omstandigheden haar bekend waren, met haar te komen samen- Zonder God bleek niet te regeeren. Ro bespierre, zelf een ongeloovige, een ware beul, moest er toe komen, aan de zoogenaamde volksvertegenwoordiging, welke eenmaal een veile deern als godin der rede had toege- j uicht, voor te stellen het bestaan van God weder officieel aftekondigen. Onder den naam van Opperwezen werd God opnieuw door de regeering erkend. Dat tijdperk zonder God staat met bloe dige letteren in de geschiedenis van Gallië beschreven, 't Vormt een der donkerste pun ten in de anders veelzins roemrijke historie van een belangwekkende Natie. Eu die ellende, die gruwelen wil Victor Hugo doen herleven; die toekomst een vre delievende en een roemvolle door hem ge- heeteu, wil hij opnieuw aan Frankrijk schenken. Reeds heeft Frankrijk de Monarchie afge schaft; de strijd tegen de geestelijkheid is reeds hier en daar begonnen, terwijl noch meerdere vijandelijkheden door Gambetta, den geestverwant van Victor Hugo, zijn in het verschiet gesteld. De vrede en de vrijheid zijn echter nog niet voldoende gewaarborgd. De guillotine, dat symbool van den nieuwen vrijheidsdag, die met de groote revolutie over Frankrpk en de wereld aanlichtte heeft haar taak nog niet hervat, de Wetgevende Kamers hebben God nog niet formeel afgeschaft. Zal het zoover met Frankrijk, met de beschaafde wereld, ook door middel van den internationalen vredes- en vrijheidsbond, komen Zal het programma van den dwaas van Guernsey 't programma der toekomst zyn? Wie zal den sluier oplichten, waarin God wjjsheid voor ons de toekomst gehuld houdt Slechts dit weten wij, dat de vrede door Victor Hugo beloofd, niet die vrede is, welke in 't bloed des Kruises werd gegrondvest, en dat de vrijheid, door hem voorgespiegeld, bevrijdt van eiken zedelijken band en onder het slavenjuk der zonde, doet zwichten, die haar aanneemt. Daarom kan de Christen de banier niet volgen, door den grijzen dichter boven de hoofden van een verdwaasd geslacht ont plooid; daarom moeten allen die niet van Guernsey, maar van Calvarie het heil hunner Helena Lysle meubelde haar huis met sierlijke eenvoudigheid en nam eene stille levenswijze aan. Zij wilde niet, dat hare oude vrienden, die zij telkens verzocht en die hnar ook dikwerf op hare villa kwamen bezoeken, zich niet op hun gemak zouden gevoeleu te midden van eene weelde, waaraan zij niet gewoon waren. Wat het overschot van hare inkomsten aangaat, zij wendde dit aan tot het verrichten van goede werken en het on dersteunen van noodlijdenden. Het was twee jaren geleden, dat zij van ha ren oom had geërfd; zij is dus vijf en twintig jaar op het oogenblik, dat de door ons verhaalde geschiedenis voorvalt. Helena heeft iets meer dan eene gewone lengte en eene nette gestalte; haar hoofdhaar is bruin en hare donkere oogen wor den overschaduwd door lange wimpers, welke daarvan den glans verbergen. De vele jaren van arbeid en inspanning hebben aan haar gelaat eene uitdrukking van zachten ernst bijgezet, welke niet zonder bekoorlijkheid is. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1878 | | pagina 1