NIEUWE No. 214. Donderdag 17 October 1878. 3e Jaargang. Omnia Tempus Unbent. HMRLI ABONNEMENTSPRIJS Per 8 moanden voor Haarlemf 0,85 Buiten Haarlem franco per post1. Afzonderlijke Nummers 0.08 Dit blad verschijnt Eiken WOENSDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. JansstraatHaarlem. AGITE MA NON AGITATE. UU R U T. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 16 regels30 Cents. Elke regel meer5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk D i n g s d a g- en V r ij d a g- avond ingewacht. Uitgevers KÜPPEBS LAÜREY. x>Alles lieeft zijn tijd!" zei de wjjze Sa lomon reeds, en de geschiedenis is daar, om de waarheid van dat gezegde te staven. Ja, alles heeft zjjn tjjd, denkt onwille keurig de wandelaar, voor wiens oog het vergeeld en ineengekrompen herfstblad, voortgestuwd door den schralen morgen wind, al dansende zijner ontbinding tege moet snelt en der- vermolming ten prooi wordt. Nauwelijks mochten we ons verheugen in de uitbottende loover, in de groenende weiden, in de ontluikende bloemen, ot al les snort, vliegt, rent, stoomt weer voorbij, ons niets nalatende dan de herinnering dat het eenmaal geweest is! De bekoorlijke lente met zijn verkwik- kenden ochtenddauw en opwekkend gezang dor gevleugelde boschkoralen; de lieflijke zomer met zijn verfrisschende labberkoelte en zijn kleurige bloemen, wier aroma ons op Zephyrs adem tegeugeurde, alles heeft zijn tijd gehad! Een 'bloempje ontlook en werd vertreden als het gras, nog voor het den eersten avond van zijn leven zag. Een ander bloeide voort onder de schroeiende stralen der zon en verdorde. Een derde ontsproot te midden van het golvend graan der vel den, en de sikkel des maaiers maakte een eind aan zijn kortstondig bestaan Zoo heeft alles zijn tijd! Lente en Zomer zjjn reeds voorhij, en ook voor den mensch nadert rasscher de Herfst des levens, dan hij veeltijds wel denkt. Waar is zij, de prille jeugd van voor heen? Waar zijn zij, die blondlokkige lente knopjes, die voor eeuige jaren met den blos der gezondheid tegenblonken? Eeuigen zijn reeds, als een vroeg geknotte rozenknop, kort na 't ontluiken, neêrge- sikkeld door de onzichtbare hand van den rechtvaardigen levensmaaier. Anderen zijn opgegroeid in blakende gezondheid, doch ook voor hen is reeds de lente des levens voorbij; voor altoos voorbij en nimmer keert zjj terug, zooals een Germaansche zanger zoo schoon zingt: FE U1LLETON. GEORGE MORRISS, of 1)K WAAKHEID GEDURENDE EEN ENKELEN DAG. Vervolg. Helena Lysle was in de salon, toen een be diende haar kwam boodschappen, dat de lieer Morriss met een pak zijden goederen was geko men en om de eer verzocht haar te mogen spre ken. Laat den heer Morriss binnenkomen en geef het pakje aan mejuffrouw Robinson, beval Helena. De bediende ging heen en diende kort daarna den heer Morriss aan. Helena stond op, ging Morriss te gexnoet en zcide tot hem met een vriendelijken glimlach, terwijl zij hem de hand reikte: Wel! zijt arij daar, George? Reeds twee jaren woon ik hier en het is de eerste maal O Du Tngenüzeit! O Du rusige Zeit! Du Lebeu iui Tb.nl uud nuf Hühn, Wo die Welt so often, das Herz so weit, O Jugend, wie bist Du so schön! Vorbei ist vorbei, nimmer kelirst Du zuriick. Du Lebeu voll seliger Lust! EutschwundeH die Jugend, entschwunden das (Gliick, Uud winterlich zieht's durch die Brast. Nur eiuuial umsebwebt uus die rosige Zeit. Wo Gtl'uhreu die Freuden eriiöhu, Wo die Welt so ofi'en, das Ilej-z so weit, O Jugend, wie bist Du so schön! Omnia tempus liabent! Alles heeft zjjn tijd! Bij zijn geboorte begint de mensch te sterven: bij zijn dood houdt hij daar mede op. Elke schrede des tijds brengt ons een stap nader tot de eeuwigheid. Dat is eene onomstootbare waarheid. Omnia Tempus liabent! De eerste Romein- sche Keizers met hun kerkvervolgingen hebben hun tijd gehad. Napoleon heeft zijn tjjd gehad, von Bismarck zal zijn tijd hebben evenals van ons Miuisterie-Kappeyne, met zijn Partij-Regeering" reeds de dagen geteld zijn. La valse des feuilles noemde niet onei genaardig een Fransch dichter de op hun ne twijgen trillende herfstbladeren. Zij schij nen in verrukking, die goudgeele looveren, gekoesterd door den zachten gloed der glim mende dagtoorts en door Zephyrs adem ge streeld. Zij dansen hun doodenwals, en vallen af in 't graf.... Le veut d'uutomue passu Emportunt a la fois, Les oiseunx dans l'espace, Les feuilles dans les bois. Jours tiédes, bvises molles, Pour luugteinps sont chassés! Val sez, eommes des folies, Pimvres feuilles, valsez! Sur les marges des routes, Au midi comme au uord, Voyez les valser toutes, Otte ynlse de mort: Le vent, qui les invite, Jamais n'cn trouve assez. Tournez, tonmez plus vite, Pauvres feuilles, valsez! Oui toute feuille tombe, Ormoau, ehêne ou tilleul; Tont homme est ii la tombe, L'eufant comme l'aïenl; Les reves de ce monde, Sout bientöt effaces! Poursuirez votre ronde, Pauvres feuilles, valsez! dat gij mij een bezoek komt brengen! Is dat de handelwijze van een oud en oprecht vriend? Zoo als de omstandigheden stonden, meen ik, (lat het mijn plicht was te handelen gelijk ik gedaan het), mejuffrouw; antwoordde de waar heidlievende jongman. Maar waarom? vroeg Helena naar eene sofa gaande en hem uitnoodigende aan hare zij de plaats te nemen. Het verschil in onzen stand veroorloofde mij niet langer bij u aan huis te komen. Maar nogmaals, waaróm? Ik zie er de rede niet van. Ik zou als een vreemdeling als een indringer beschouwd worden in die wereld, waarin gij nu leeft. Door wien? Toch niet door mij in alle ge vallen, zeide Helena. Door degenen, die n omgeven, mejuffrouw, en zich niet gevleid zouden achten in uwe salon den bediende te ontmoeten, die hun des ochtends ellewaren verkocht. Niets zou hen dan noodzak en van terug te Van de hoogte der twijgen danst het blad naar het graf. Zoo ook de mensch. Niet zelden ziet men hem van het toppunt zijner glorie eensslags nedertuimelen in het niet. Toen het volk in de eerste wereld zich in een hemel van geluk waande, en dan sende den spot dreef met Noachs verma ningen, kwam de zondvloed Terwijl de Romeinsclie dwingelanden dansten en zich baadden in wellust hij de mai telingen der eerste Christenen, schreef de vinger Gods op de muren hunner pa leizen: tot hiertoe en niet verder!.... Toen de eerste Napoleon schier gansch de wereld aan zijne voeten zag neêrgeknield, en hij nog altoos voortstreefde op den weg van den roem, arriveerde hij te Mos kou.... von Bismarck, die in zijn overmoed den strijd aandorst tegen de Kerk, en door het ze- gedronken liberalisme" tot in de wolken verheven werd, hij, die geen haarbreed van den ingeslagen weg afwilde, hij gaat voort en arriveert te Canossingen Het kuddelce van bisschop" Reinkens, waarvan eens een Duitselie Staatskerk in al haar glans gedroomd werd, kwijnt da gelijks weg als een galop-teringlijder, en zal weldra zijn tijd gehad hebben: terwijl zijn graf, eenmaal te meer, waarschuwend, aan tijdgenoot en nageslacht zal verkon digen: Menschenwerk is vergankelijk. Gods woord alleen blijft eeuwig! Bei Sedan wurde der Vatican gestürzt Hurrah!" zoo schreeuwden en schreven voor een paar jaar nog de Sedanfeestarrangeer- ders in hun Siegesrauschen dat thema werd in duizenden variatiën behandeld dooi de groote Duitsche geesten, hoogeschool- meesters, metselaars en filozofen. Bij den laatsteu Sedandag bleek die Siegesrausch reeds verrauseht te zijn, en Duitschland heeft ingezien dat het, trots den milliar- denbuit, in Sedan zijn Sedan gevonden heeft.... Alles heeft zijn tijd. De»Vrede van Ber lijn", die zelfs nog luidt ten eeuwigen dage, nauwelijks gesloten, heeft reeds zijn tijd gehad! Wint de liefkozingen, die Oosten rijk en Bosnië elkander toebrengen, kun nen wel geene omhelzingen van vredelie- komen. Wat ben ik zelve? Is het vermogen, het welk ik geërfd heb, niet met den handel gewon nen? Ik gevoel alleen sympntie en genegenheid voor degenen, met wie ik vroeger gelijk in rang en stand was. Ik tracht mij niet in het gezelschap der grooten te dringen; als zij mijn omgang zoe ken, zal ik hen vriendelijk ontvangen en hun daarentegen verzoeken de vrienden mijner kindsch- heid, die zij ten mijnent moglen ontmoeten met beleefdheid te bejegenen. Hetgeen gij daar zegt, mejuffrouw, is zeer schoon en verwondert mij in het geheel niet van ii; maar ik vrees, dat het eene ondoenlijke theo rie zal wezen en de eischen van uwe nieuwe po sitie u noodzaken uwe vroegere vrienden te ver- waarloozen. Nooit! antwoordde Helena. Maar waarom, ging zij voort, noemt gij mij „mejuffrouw?" Toen wij zameu nog op school gingen bij mijn armen vader, noemden wij elkander eenvoudig „Helena en George," en later in mijne dagen van armoe de en arbeid, zeiden wij niet anders. Waarom ben ik nu mejuffrouw?" Wilt gij dan, dat veilden aard genoemd worden, Ook zijn het wapengekletter en kanon gebulder, waaronder daar nog honderden menschenlevens weggemaaid worden, geen vredesliymnen, evenmin als het een vriend schapsblijk van Russische zijde zijn kan, in Afghanistan den stokebrand te spelen, om ook Engeland in het Oosten moeielijk- hedeu te berokkenen. Alles heeft zijn tijd. De zwaluw, die bij haar komst in zwen kende vlucht het woord Lente" aan den azuren hemel schreef en het hart van den mensch tot een nieuw leven opwekte, heeft haar tijd gehad. Zij maakt zich reisvaardig om naar war mer streken over te zeilen, en ons vaarwel te zeggen. OO Zie, nog zweeft zij voor een oogenblik uwe woning voorbij; nog klieft zij voor een oogwenk de lucht; nog fladdert zij, zelfs meer dan anders, om haar bekoorlijk nestje rond, terwijl hare sjirpen de stem u schijnt te verwittigen dat haar vertrek nabij is, en zij u weldra een afscheidslied zal toezingen. Omnia tempus liabent. Alles heeft zijn tijd. Ook wij allen die thans op dit onder- maansche den pelgrimstocht volbrengen, ook wij zullen eenmaal onzen tijd op dit wereldrond gehad hebben. Wij zullen wederkeeren tot het stof van onzen oorsprong. Gelukkig dan voor ons wanneer wij zonder wroeging, zonder ge- wetensplaag zullen kunnen getuigen dat wij onzen tijd niet ten onnutte gehad hebben maar dat wij met vertrouwen naar het he tere vaderland daarboven onze oogen kun nen richten. Het OOSTEN. Een treurig verschijnsel doet zich voor, omtrent de levensvatbaarheid van het Ber- lij aer Congres. Rusland neemt althans eene onverschillige houding aan en wel van dien aard dat the Pall Mall Gazette het denk beeld tot het houden van een nieuw Con gres heefu opgeworpen. Door de voorwaart- sche beweging van het Russische leger in de richting van Adrianopel, zien de Tur ken op nieuw Konstantinopel bedreigd en hebben zij op de verdedigingslinie der hoofd- ik u „mijnheer George Morriss" noeme? Neen, neen! noem mij George, wat ik u bidden mag! riep de jongman, wiens gelaat zich met eene hoogroode kleur bedekte. Noem mij dan Helena, gelijk voorheen, uwe vriendin Helena?Ja, George, ging zij voort, laat ons vrienden zijn Ik ben zon der bloedverwanten, ik heb noch broeder, noch zuster enik zal nooit huwen. George, weest gij en uwe vrouw mijn broeder en mijne zuster. Ik heb vernomen, dat gij binnen kort gaat hu wen en het doet mij genoegen, dat gij van daag gekomen zijt, omdat ik een geschenk had aan gekocht, hetwelk ik uwe verloofde wensch aan te bieden. Juist deed een bediende de deur open en diende aan: De markiezin Bredalbane en lord Edward Vilbraham, De twee bezoekers traden binnen. George nam zijn hoed om heen te gaan. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1878 | | pagina 1