NIEUWE
No. 230.
Donderdag 12 December 1878.
3 Jaargang.
Een hedendaagscli duel.
BUITENLAND.
Engeland.
HMRLEMSMÏ I III K I VI.
ABONNEMENTSPRIJS
Per S maanden voor Haarlemf 0,85
Buiten Haarlem franco per post1.
Afzonderlijke Nummers0.06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG «n ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
um
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Va» 1—6 regelsCents
Elke regel meer5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 35 cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- en V r ij d a g-
avond ingewacht
Uitgevers KÜPPERS LAUREY.
Voorzichtigheid is het beste deel der
dapperheid» zoo laat ergens een dichter
zijn «komieken held" spreken. In onzen
tijd, waarin demenschen met twintig jaren
reeds zoo verstandig zjjn, als vroeger met
zestig, is het beste deel der dapperheid
steeds grooter geworden, zoodat er voor
moed en trotseering der gevaren bijna geen
plaats meer te vinden is. Het zonderlingste
daarbjj is, dat men niet weet of men zich
daarover moet verheugen of dat men er
zich aan zal ergeren. Yan de eene zijde
beschouwd is het zeer goed, dat de menschen
hun leven wiet meer in het waagspel stel
len; aan den anderen kant echter doet het
ons aangenaam aan als wij zoo'n Hinken
man ontmoeten, die de vrees slechts van
liooren zeggen kent en die in den woesten
strjjd en in bloedige gevaren geen meer
versnelden polsslag heeft dan de kleermaker
op zjjn vreedzame werktafel. De laatste soort
wordt echter hoe langer hoe meer zeldzaam.
Het zjj verre van ons dat wjj de avonturen
<en het vuistrecht der middeleeuwen zouden
willen herstellen; ook hebben we een af
schuw van alle herberg- en kermis vechte
rijen; maar dat zouden we toch gaarne zien,
(dat overal daar, waar het noodig is, ook
wjj nog de onbevreesde dapperheid onzer
■voorouders tooneu, b. v. daar waar het
geldt een mensckenleven te redden, een
zwakke in zjjue verdrukking te helpen,
vrienden of zieh zei ven te verdedigen, voor
eene goede zaak te lijden en te sterven.
En verder zouden we nog wenschen dat men
het met den moed en de dapperheid niet
make, als de vrouwen met hunne haren,
<die, door middel van allerhande kunstgrepen
<en vervalsckingen, opgebold, verlengd en ver-
<dikt worden ten einde de bijzienden en licht-
:geloovigen te misleiden. De geveinsde dap
perheid is nog verfoeiljjker als eerlijk be-
lkende lafhartigheid.
Zoo zjjn in Frankrjjk twee fameuse helden
en partijmannen in een politieken strjjd.
De heer de Fourtou, de minister van
16 Mei, die bij de Bonapartisten ter rechter
zjj de zit en de heer G a m b e 11 ade bekende
-eenoogige dictator gedurende den laatsten
oorlog, die vroeger een arme drommel was
F E UI LL ET O N.
HET KAARTSPEL.
Vervolg.
De Vallet (dienaar), bij ons de boer, stelde Erank-
rijks adel voor; die betiteling was geen vernede
rende, want vóór den ridderslag was een ieder
valet. De valets zijn afgebeeld in de costumes der
toenmalige krijgers.
Troef is van triomf, zege, overwinning afgeleid.
In Duitsohland moet het kaartspel in de 14e
eeuw reeds sterk uitgebreid geweest zijn; want
er bestaan documenten en verordeningen uit dien
tijd, die dit spel beperken of zelfs verbieden.
In YVeenen was het kaartspel in 't begin der
15e eeuw niet alleen reeds bekend, maar bet ont
aardde zelfs zoozeer, dat keizer Albertus II ver
ordenen moest: Niemand mag zijn vrouw of zijn
kind, of een deel van zijn eigen corpus verhaar-
ten."
en een woedende gek maar nu een millionair
is met ronden buik en aanvoerder der gea
vanceerd liberalen en kroonprins dei-
republiek. De republikeinscke meerderheid
wier aanvoerder de heer Gambetta is,
heeft er sinds jaar en dag haar vermaak in
om de leden van hare tegenpartij den een
na den ander uit de Kamer te jagen, hetgeen
men cassation (nietig verklaring) der verkie
zing noemt. In ons vaderland hoort men
weinig van zulke grappen maar zoo zij
geschieden zal er wel fatsoenlijker gehan
deld worden (misschien). Maar in Frankrijk
beklimmen de afgevaardigden die op 't punt
staan van «er uitgesmeten» te worden, de
redenaarstribune en doen het onmogelijke
om hun val tegen te gaan. Alzoo strijden
beul en offer en schelden elkaar uit vóór
de terechtstelling en heel Frankrjjk lacht bij
dit schouwspel. Onlangs kwam de verkiezing
van den heer de Fourtou aan de beurt.
De parlementaire doodscandidaat hield eene
even groote als nuttelooze rede ter verde
diging van zjjn mandaat en gaf daarbjj
eenige gevoelige speldeprikken aan zjjn
tegenstander, den heer Gambetta. Wel
licht had de zoo koelbloedig geworden
Gambetta een al te copieux ontbijt ge
nuttigd Seine Mittel erlauben ihm das
jetzt of wellicht had hij eene slape-
looze nacht doorgebracht en dien ten gevolge
verdrietig geworden, kortom, toen de Four
tou hem een verwijt maakte over zjjne
cultuurstrijd-rede te Romans, riep de
heer Gambetta »dat is een leugen!»
Groot schandaal!
Dikwerf is het voor een staatsman eene
eer als hij de kunst verstaat de gansche wereld
te beliegen, maar het is voor hem eene
schande als hij zich voor een leugenaar laat
uitschelden. Het beleedigende woord eischte
eene bloedige voldoening!
In Frankrijk zjjn de volksvertegenwoor
digers nog zoo dwaas dat zij de beleedigende
partjj op den degen of op pistolen uitdagen.
In de debatten van onze Kamers hoort men
nu en dan ook beleedigingen, maar men
O O
verdraagt elkander en men straft elkaar
onderling met stille verachting. Daar valt
O O
weinig op te zeggen, want ten eerste is het
duel door de Kerk verboden en ten tweede
is het tweegevecht eene groote absurditeit.
Het kaartschildersgilde dateert in Weenen van
1444.
In de eerste tijden werden de kaarten uit de
hand geschilderd, hetgeen natuurlijk tijdroovend
en kostbaar was. Wij vinden dan ook speelkaar
ten ouder de bruidschatten van vorstelijke en hoog-
adelijke familiën. In 't jaar 1474 ontving Barba
ra van Mantua, de vrouw van den graal' van
Wurtemberg, als bruidsgeschenk, een dozijn speel
kaarten, die nog heden in de Stuttgarder anti
quiteiten-kamer bewaard worden.
In 't begin der XVe eeuw werd de Xylogra-
phie uitgevonden en van toen af werden de kaar
ten door de pers verveelvoudigd en slechts uit
de hand gekleurd.
De oudste kaarten waren op perkament ge
schilderd en tot versterking aan de rugzijde met
een kleurige en kleverige pap overstreken; zelfs
zijn er in den beginne, voor dat er papier bekend
was, op leder en op dunne plankjes geweest. In
de Bibliotheek te Rouaan bevinden zich Hindou-
kaarten, ronde gelakte papierstukjes met allerlei
vreemde teekens beschilderd.
De Fransehe afgevaardigden echter gelooven
nogdatde eer door wederzjjdsche degenstoten
of kruid verspilling weder kan hersteld worden
en vermits de heer de Fourtou met zijn
geheelen Bonapartistischen aanhang al heel
bjjzondere christenen zjjn, zoo daagde hij,
niettegenstaande het kerkeljjk verbod, den
heer Gambetta tot een tweegevecht met
pistolen uit!
't Klinkt verschrikkeljjkMet pistolen en
nog wel met getrokkene Dus op dood of
leven! Want dat is de eenige vorm van
het duel die ten minste iets heeft wat naar
raison d' être zweeft en die zich in de vol
gende woorden laat verklaren: als iemand
mjj zoo grof beleedigd heeft dat het mjj
niet mogelijk is met hem op dezelfde wereld
te leven, dat moet een van ons beide sterven
Wie moest dus den kraaienmarsch blazen,
Gambetta of de Fourtou?
Of geen van beideDe vrienden van den
heer Gambetta, misschien hjj zelf ook wel,
waren echter van meening, dat men wel dap
per mag wezen, maar dat men toch aan de
toekomst moest denken. Hoe kan de kroon
prins derrepubliek zjjn dierbaar leven wagen?
Bovendien is hij geen scherpschutter al heeft
hij ook in den laatsten oorlog een lialf dozijn
legerkorpsen gekommandeerd en
ten verderve geleid. Derhalve bepaalden de
zeer voorzichtige sekondanten dat er van
weerszijde slechts één schot zou gedaan
worden en wel op een afstand van 35 passen.
Voorwaar zeer humane bepalingen! Op
35 passen, natuurlijk ruim en met lange
beenen gemeten, dat is zoo ongeveer de af
stand voor een schot met schroot op een
haas, maar als men op zulk eene distantie
zonder zeer nauwkeurig mikken en richten
met eene enkele pistoolkogel iemand treft,
dan kan men het waarlijk niet helpenDe
heer de Fourtou nam deze belachelijke
voorwaarden aan, men begaf zich naar een
afgelegen oord, men schoot twee gaten in
de lucht, deed het salut met den hoed,
schreef op een vel papier eene nauwkeurige
beschrijving van deze komedie en men ging
ontbjjiem De eer was gered!
Het is waarlijk bespottelijk te moeten zien
en kooren hoe volksvertegenwoordigers, mi
nisters en staatsmannen met een ernstig ge
zicht zich bezig houden met zulke kinderspel-
Hieruit blijkt dat het kaartspel reeds van onds
dateert en op het oogenblik is er wellicht geen
land ter wereld, dat niet zijn kaarten heeft. De
fabrieken in het naburige Turnhout leveren zelfs
kaarten tot in China en Japan.
Ook heeft het spel zijne politieke beteekenis, die
daarin in den beginne gegeven werd, nog niet ver
loren.
In den laatsten tijd was Bismarck een gelukkig
kaartspeler; elk weet hoe hij met Oostenrijk sechs
und sechszig speelde, waarbij Napoleon tot zijn
schade, de kaart verzaakte. Had hij toen zijn
troef ingezet, Bismarck zou in '70 niet pandoer
geslagen hebben.
En wat zagen wij in den Russisch-Turkschen
oorlog. In den beginne won de Turk slag op slag;
toen hij al zijn troef kwijt w as, kwam de Mosko-
viet aan de beurt en speelde, „kapot uit een hand".
Onder de kaartduivels hoeft men ook valsch-
spelers en in-de-kaart-kijkers. Dergelijk slag van
lieden, die wel vervelend zijn voor het gezelschap
vindt men ook op politiek gebied. O, kon kier
het masker eens afgenomen, Inet gordijn eens op-
len en het is bedroevend te moeten hooren
dat er nog duizende volwassen menschen
zijn die aan zulk apenspel nog bijval schen
ken. Een waarachtig teeken van den tijd,
waarin alles valsch, onecht, schijn, huiche
larij, komedie en leugen is!
Er zijn reeds een aantal predikers tegen
de voorstanders van het duel opgestaan, en zij
hebben ook reeds veel nut gesticht. Maar ten
slotte zal deze immoreele handeling den ge
nadeslag ontvangen door de belachelijkheid
waarin zij reddeloos wegzinkt wanneer
helden» als Gambetta en de Four tou
in het strijdperk verschijnen. De ernstige
zijde van deze zaak is, dat in deze, als in
vele andere vragen, de eigenzinnige en ver
waande wereld na een langen dwaalweg
door misdaad en dwaasheid doorloopen te
hebben, ten langen leste op het standpunt
komt dat door de verguisde Kerk reeds voor
eeuwen geleden is ingenomen.
Omtrent het vergaan van het Nederlandsche
schip Anna, op den Theems, vernemen wij het
volgende:
De Anna, kapt, W. II. Korfker, kwam van
St. Petersburg mer. bestemming naar L an Is n,en
was den 27en Nov. op de rivier voor Londen;
daar het stormachtig weer was, kon geen loods
aan boord komen en moest de kapitein wel door
zeilen. Zoodoende is het schip aan den grond ge
raakt, waarbij het geweldig begon te stooten, zoo
dat het al spoedig zand bij de pomp kreeg. We
gens de laooge zee en den storm kon geen stoom
boot het schip naderen, en daar het steeds bij
het wassende water meer begon te stooten, besloot
de bemanning het te verlaten, eerst met de groote
boot, die echter omsloeg, en daarna met de sloep.
De equipage had zelfs geen tijd om hareklee-
reu te redden, en nauwelijks waren zij van boor!
of een der masten viel omlaag. De bemanning
kwam eerst den 28en November behouden aan
wal te Southhead.
The Londen Gazette meldt, dat de koningin
in den Ministerraad, den 27 ti te Windsor gehou
den, haar formeele toestemming heeft gegeven tot
het huwelijk van den Hertog van Cumberland met
Prinses Thyra van Denemarken.
Op de Roode Zee wordt nog steeds heimelijk
slavenhandel gedreven. Van Efat in Abyssinië wor
den de slaven vervoerd naar de kust tusschen
gelicht worden van de sluiksche kunstmiddeltjes
zoo vaak door diplomaten gebruikt om hun doel
te bereiken. Wij zullen niet zeggen dat de jongste
indeeling der kiesdistricten in Nederland ook hier
onder behoort gerangschikt te worden-
Niettegenstaande de Berlijnscke vrede (die,
tusschen twee haakjes gezegd, even min duurzaam
blijkt te zijn als het Berlijnsch zilver dat
ook niet op echtheid kan bogen) reeds lang
geteekend was en dus het spel uit moest zijn,
bleef Rusland in Turkije nog altoos nakaarten,
en vond zelfs goed, zich in Afghanistan achter de
kaart te stellen om den Emir tegen Engeland op
te hitsen. Dergelijke stokebranden zijn er helaas!
maar al te veel in de wereld. Waren zij er niet,
er zou meer liefde en eendracht heerschen die
die den mensch gelukkig maken. Doch de kaar
ten wisselen in de hand van den speler, evenals
het geluk dezer wereld. Wij hebben daar voor
beelden te over van.
Mogen zij dezen tot les. genen tot bemoediging
strekken!
(Slot.)