NIEUWE
No. 232.
Donderdag 19 December 1878.
3e Jaargang.
Een politieke groep
BUITENLAND.
De bierbereiding en de sage
van Gambrinus.
België.
HlAMMSfH! (101IR1IT
ABONNEMENTSPRIJS
Per S maanden roor Haarlem
Buiteu Haarlem franco per post.
Afeonderlijke Nummers
f 0.85
a 1.—
0.06
Dit blad verschijnt
Eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Jansstraat Haarlem.
MNTJJCKD
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 16 regels
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
80 Gents
5
AGITE MA NON AGITATE.
Dienstaanbiedingen 35 cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Dinsdag- #n Vrijdag-
avond ingewacht
Uitgevers KÜPPERS li AU RET.
Nieuwe abonné's op dit blad ontvan
gen de tot 1 Januari verschijnende nommers
gratis.
Te midden der bruisende en ziedende
golven eener woedende zee van ongeloof,
godverzaking en rechtsverkrachting van het
cultuurstrijdlustige Duitsche volkverte
genwoordigd door zijne afgevaardigden in
den Rijksdag, verheft zich het Centrum
als een pharus van graniet en trotseert
met zeldzame kalmte de even onvermoeide
als onverdiende aanvallen van de meerder
heid in deze hooge vergadering. Met een
bewonderenswaardige trouw en vasthoudend
heid gehecht aan den godsdienst, trotseert
het met zeldzamen moed en ijzeren vol
harding de bespotting de tegenkanting, en
de verguizing der antikatholieke partij met
den aankleve van dien. Het is eene bepaald
indrukwekkende verschijning en niettegen
staande het van af zijn optreden als poli
tieke partij aan vele en velerlei gevaren en
harde beproevingen is blootgesteld heeft
het zijn karakter behouden en is het getrouw
gebleven aan zijn tweevoudig devies »Ju-
stitia fundamentum regnorum" en »voor
waarheid, vrijheid, recht."
Het Centrum is krachtig door zijn
partijverband en door de samenwerking
tot een en hetzelfde doel. Het kan door
zijne antipoden worden overstemd maar niet
genegeerd of weg gecijferd worden. Wij
hebben leden der andere fractiën zien wij
ken en schikken, maar het Centrum blijft
pal staan voor zijn goed recht, het buigt
zich niet, maar houdt zich onwrikbaar voor
alle verleiding. De liberale Fortschritts-partij
de mannen der zoogenaamde vrijheid, heeft
jaren lang aan den leiband geloopen van
den man van ijzer en bloed. Als schapen
volgden deze vrijheidsmannen hunnen her
der. Von Bismarck was hun orakel, hun
afgod en voor hem beefden zij en wrongen
zij zich in allerlei bochten en zij bewierook
ten hunnen heer en meester als de Ro-
meiusche liovelingeu hunne heidensche po-
F EU1LLET ON.
Een Amsterdamsche Salomon.
Het volgende verhaal dient om aan te toonen
„de leuke manier", waarop de Amsterdamsche
schout Papegaai eens van 't bestaan van het
„Galgeveld" (waar in vroeger tijd de lijken dei-
geëxecuteerde misdadigers aan de galg werden ge
hangen) wist te profiteeren, om zekere zaak tot
een goed einde te brengen.
Bij zekeren steenhouwer, die sedert kort baas was
geworden en den roep had een kundig werkman
te zijn, vervoegden zich een paar heeren, die een
sterfgeval in hun familie hadden gehad en hem
vroegen, een grafsteen te beitelen, waarop de naam
van den gestorvene en een inscriptie in Hebreeuw-
sche karakters moesten voorkomen. Onze mant was
in de Hebreeuwsche taal niet te huis, verzocht
eerst een voorbeeld van het opschrift te mogen
zien, ten einde in staat te zijn te beoordeelen, of
hij aan de opdracht kon voldoen; aan zijn wensch
werd gevolg gegeven en hij verklaarde zich bereid
zijn taak te aanvaarden. Met ijver en lust ging
teutaten. Het Centrum kent wel eerbied
en gehoorzaamheid, maar het kruipt niet
en verloochent nimmer zijn aard of karak
ter, het transigeert niet en weigert hal-
7 O O
starrig goed te keuren wanneer er sprake
is van wetten die de rechten der burgers
schenden of die ingrijpen in de godsdien
stige overtuiging van 's lands zonen.
Het Centrum wil oneindig liever in
verdrukking blijven, veel liever de vervol
ging zien voortduren, dan tot iets mede
werken, wat tegen plicht en geweten strijdt.
In zijn strijd voor de zedelijke grondslagen
van den staat, voor waarachtige beginselen
van waarheid, vrijheid en recht tegenover
de staatkunde die de centralisatie als hoog
ste orde huldigt, heeft het, trots alle neder
lagen. stand gehouden. Getrouw aan de Kerk
en innig verbonden met Haar, die de hoog
ste waarheid bezit en waarborgt, heeft het
de onvervreemdbare en goddelijke rechten
dezer Kerk gehandhaafd en verdedigd, roem
dragende op zijn smaad en zijn hoon.
Met rechtmatigen trots kunnen Duitsch-
lands Katholieken neerzien op deze bewonde
renswaardige politieke groep, en wij die
van verre met een van blijdschap tintelend
hart de daden en handelingen dezer merk
waardige fractie gadeslaan, wij nemen ook
een aandeel in het aanbieden der welver
diende hulde en in de uitingen van dank
baarheid die nu en dan in woord en ge
schrift zoo hier als elders aan de leden van
het Centrum worden aangeboden. Het
is voor ons dan ook eene aangename aan
doening dat een man als Dr. IT. J. A. M.
Schaepman zijn welversneden pen ter
hand neemt en den lof verkondigt van het
Duitsche Centrum Overal elders (zoo
schrijft Dr. Schaepman) woedt evenzeer
de strijdt tegen de Kerk, 't zij dan in 't
openbaar, 't zij dan in 't verborgen; over
al is hij de volle uitbarsting nabij. Maar
overal elders wachten de Katholieken, in
groepen en persoonlijkheden verdeeld, ge
splitst, gescheiden, en van elkaar verwij
derd den strijd af. De vereeuiging in den
hemel is wel aller hoogste doel en liefste
begeerte; maar voor hierbeneden is het hun
de steenhouwer aan het werk, en na eenige weken
was de zerk gereed, die hij, trotsch, op ziju werk,
aan de bestellers liet zien; toen was echter Hol
land in nood; de heeren verklaarden, dat de He
breeuwsche inscriptie op niemendal geleek en geen
hond of kat er uit wijs kon worden, zoodat ze
formeel weigerden den steen te accepteeren, ten
zij de meester er in toestemde dien voor de helft
van den prijs af te staan.
Onze steenhouwer krabde zich achter het oor,
bedacht zich eens en maakte toen een visite bij
schout Papegaai, die, evenmin Hebreeuwsch ver
staande, rich incompetent moest verklaren om
over het geval te kunnen oordeelen, maar die
toch beloofde raad te zullen schaffen; hij bracht
een bezoek bij een der rabbijnen, een kundig en
verlicht man en verzocht hem om gezamelijk den
grafsteen eens te gaan bekijken; nauwelijks had
de geestelijke den arbeid des steenhouwers gezien
of hij was onuitputtelijk in loftuitingen over de
fraaie en correcte uitvoering; hij verklaarde dat
de Hebreeuwsche karakters onberispelijk waren
gebeiteld, en beloofde den kunstenaar dat hij hem
bij zijn geloofsgenooten steeds voor dergelijken
arbeid zou aanbevelen.
Schout Papegaai wist genoeg; hij liet de beide
voldoende te weten dat zij allen hetzelfde
.Credo belijden; bet te zamen luide uit
te spreken beeft geen nood. Waarom ook?
Ieder beeft bier zijn dynastie, zijn meening,
zijn berekening, zijn toon, zijn politiek,
zijn beschaving, zijn wijze van zien, zijn
manier van doen, zijn provincie, zijn kring,
zijn bevinding, zijn beraad. En ieder heeft
zijn kracht en allen te zamen hebben ieder
hunne kracht. Zoo is het overal elders. In
vogelvlucht over Europa heenschouwend
treft ons overal hetzelfde schouwspelMaar
in Duitschland is het Centrum
Stat ut murus ferreus
Contra omnes impetus
Juris laesi censor.
Het hoogste en het beste, wat door het
Centrum verricht werd, is de eenheid, die
het aan het katholieke Duitschland op staat
kundig gebied geschonken heeft. Katho
lieke vereenigingen zijn de groote behoefte
van onzen tijd, maar het is moeielijk die
te scheppen. Waar is de geboren aanvoer
der, waar is de orde, de regel, die ieder
vrij laat en allen bindt? Want het vraag
stuk der katholieke vereenigingen is niet
zoo spoedig, zoo in een ommezien opgelost.
Het geldt immers niet een kerkje te maken
in de Kerk, of parlement te spelen ouder
ons. Het geldt allen te doen streven naar
een doel met alle kracht en alle inspan
ning, en het grootste doel in dezen tijd
is wel geen ander dan de handhaving van
ons publiekrechtelijk bestaan? Duitschland
geeft het voorbeeld. De Pruisische politie
agent, de Schutzmann, heeft alle Katho
lieke vereenigingen uiteengeschopthet
Mainzer-Verein heeft hij ineengetrapt.
Toch zijn de Duitsche Katholieken ver-
eenigd gebleven. Want aan hun spits
stond het natuurlijke hoofd: het Centrum.
De mannen van het Centrum zijn de
gekozenen der Duitsche Katholieken, ge
kozenen met vol vertrouwen en naar volle
overtuiging. Zijn beter leiders mogelijk,
zijn zij niet de aangewezenen door de orde
der dingen? Zij zijn de vertegenwoordigers
van het eerste en hoogste staatkundige
recht dezer dagen: het kiesrecht; zij zijn
chicaneurs bij zich komen en vroeg, waarom zij de
zerk niet in ontvangst wilden nemen. De heeren
gaven het zelfde antwoord dat zij den steenhou
wer hadden gegeven. Doodbedaard, maar zeer
ernstig, repliceerde de schout daarop: dat hij de
heeren natuurlijk niet wilde dwingen om werk,
dat naar hun inzien slecht was, in ontvangst te
nemen, en dat hij daarom den steen voor eigen
rekening zou koopen om dien onmiddellijk een
cereplaats op het Galgeveld te doen geven!
Mochten zij echter de zerk alsnog voor het „dubbele"
van den bedongen koopprijs in ontvangst willen
nemen, dan zou hij hun een tijdruimte van drie
uren daarvoor toestaan.
De beide bedriegers begrepen dat ze in den val
waren: ze konden natuurlijk de herinnering van
den overledene niet doen brandmerken door zijn
grafsteen op het gebeente van boeven en misda
digers te doen plaatsen, kozen eieren voor hun
geld en betaalden met een zuur gezicht den prijs
dien de schout in zijn Salomonsche wijsheid had
vastgesteld.
de vertegenwoordigers tevens der hachelijk-
ste plichtsvervulling; dat recht en die plicht
rusten in hun hand. Zoo zijn zij in levende
betrekking, in volle organische verbinding
met al hun landgenooten, zoo kunnen zij
leiden, regelen, besturen zelfs. De vereeui
ging bestaat en werkt, al is haar orde niet
beschreven; waar het droit coutumier geldt,
is de wet onnoodig; wat behoeft men de
letter waar het leven is?»
Zoo te liooren spreken over de partij der
strijders voor waarheid, recht en vrijheid
door een onzer meest gevierde Katholieke
auteurs verhoogt onze achting en waardee
ring voor de politieke groep wier lof en
deugd wij in enkele woorden meenden te
moeten verkondigen, eensdeels om haar
onze hulde te bewijzen, ten andere om ge
legenheid te hebben tot het uiten van den
O
wensch dat dit practische, goed georgani
seerde en nauw aaneengesloten partijver
band ook een voorbeeld mocht worden van
partij-vorming in de andere landen in en
buiten Europa. Dan zou ook ons dierbaar
vaderland in dat geluk deelen en in onze
Staten-Geueraal zouden wij denzelfden ener
gieken kern bezitten als die waarop de
Duitsche Rijksdag roem draagt.
Zal onze stem zijn eene vox clamans in
deserto?" Of zullen wij als onze Duitsche
broeders eenmaal met trots mogen wijzen
op een partijverband van mannen die in
hunne vaste overtuiging slechts een doel
voor oogen hebben, den strijd voor waar
heid, vrijheid en recht.
Wij hopen het met een innig vertrou
wen!
Het aantal der bij verschillende volken tot de
De agent van de schatkist te Antwerpen is het
slachtoffer geworden van het vertrouwen, dat hij
in een zijner bedienden stelde, die naar men zegt
meer dan 100,000 fr. ontvreemd heeft, en gear
resteerd is.
De heer Crabbe, gewezen commissiounair in
effecten, heeft voor driehonderdduizend francs een
schilderij van Meissonnier gekochteen hfxvalarie-
charge.
bierbereiding gebruikelijke plantenstoffen is, zoo
als Reischauwer in zijn: Chemie van 't bier zegt,
zeer groot. Bij ons staat sedert onheuglijke tij
den gerst bovenaan, doch leveren ook tarwe, haver,
mais, rijst enz. bij andere volken geliefkoosde*
bieren. De Rus brouwt zelfs bier (kwas) uit on-
gekiemde rogge. In Egypte bereidt men de zooge
naamde dakno uit de zwarte gierst. En zoo weten
vele volken, zelfs de minst beschaafde, uit ver
schillende plantaardige grondstoffen een min of
meer alcoholbevattenden drank te bereiden. Met
recht kan men dus zeggen, dat de uitvinding der
bierbereiding reeds eeuwen oud is, en hieruit
blijkt dan ook dat de uitvinding daarvan niet aan
den veelbezongen koning Gambrinus van Brabant
die omstreeks 1200 v. Chr. moet geleefd hebben
en nog heden als schutspatroon der bierbrouwers
geldt, moet worden toegeschreven. Door de na
sporingen van den taalvórscher Coremans is na
melijk aan 't licht gebracht, dat denaam „Gam
brinus" slechts eene taalverbastering van „Jan
Primus" (Jan de Eerste) is, die als hertog van
Brabant, in de 13de eeuw, het eerelidmaatschap
van het brouwersgild te Brussel aanvaardde.